waarom je nog lang niet sociaal onhandig genoeg bent

Stel, je past niet.

Stel, je was ooit heel goed in aanpassen, maar je mooie, ietwat onhandige echte ik, komt tussen de kieren door naar buiten zetten.

Ook als je dat niet wilt.

Ook al houd jij je mond, non-verbaal is er kennelijk van alles te beleven.

Want er gebeuren sociale ongelukjes.

Je aanpas-energie is op. De automatische piloot werkt niet meer, en zie!

Je kunt niet goed meer tegen onechtheid. Als een lakmoespapiertje ga je kleuren. Ook al houd jij je mond (je wil geen gedoe), het is toch merkbaar.

Soms moet de boel juist niet gesmeerd lopen.

Dat gedoe komt er toch, natuurlijk.

En dat is goed, want dan klaart de lucht.

Pas als de lucht geklaard is kun jij je weer vrij bewegen.

In plaats van lastig, is dat juist mooi!

Je bent de kanarie in de kolenmijn.

Nog voordat iemand het merkt, gaan bij jou de signalen al af. Het enige dat je hoeft te doen is stoppen met verstoppen. Dat lukte toch al niet zo geweldig.

Je omgeving zou je  moeten koesteren! Met al je sociale onhandigheid, zorg jij voor meer lucht voor iedereen.

Je redt levens, als jij jezelf durft te laten zien, juist in al je onhandigheid!

 

 

Zei ik hier nu al hetzelfde? en hier?

 

Over de zin en onzin van citaten

Ik lees een boek, en tranen prikken in mijn ogen.

Wat ik lees komt rechtstreeks binnen, omzeilt al mijn gedachten, en verdedigingsmechanismes, en raakt mijn hart.

Zo snel dat ik niet eens door heb wat er gebeurt.

Nee, dat is niet waar, ik weet precies wat er gebeurt; wat me verwart is de heftigheid en de snelheid waarmee het gebeurt.

Het boek is “De kant van Swann” van Marcel Proust.

Als je Proust googelt kom je deze tegen:

De ware ontdekkingsreis is geen speurtocht naar nieuwe landschappen,
maar het waarnemen met nieuwe ogen

Die was ik al eerder tegen gekomen, meerdere keren zelfs (ik heb twitter én facebook, dus aan citaten geen gebrek).

Ik ben een beetje citaten-moe. Ik krijg daar het “been there – done that” gevoel bij.

Neem nou bovenstaand citaat.

Ik wandel vaak dezelfde wandeling, en vaak bekijk ik datzelfde stuk met nieuwe ogen. Je hoeft niet eens ver weg om zoiets moois te zien, denk ik dan. Ook al een cliché.

Dus toen ik dat citaat las, dacht ik: ‘Check, die past. Verder.’

Maar die tranen van herkenning, toen ik het eerste hoofdstuk van “De kant van Swann” las (over de binnenwereld van een uiterst gevoelig jongetje), dat was óók een ontdekkingsreis. Dat was ook met nieuwe ogen kijken. Of was het met nieuwe ogen bekeken worden?

Zo krijgt dat afgekauwde citaat een veel diepere lading.

Zo’n citaat, daar kun je dus kennelijk even aan likken (nee ik bedoel niet liken . . . hoewel . . .),
maar je kunt het dus ook écht proeven.

De betekenis die je kunt bedenken is niet hetzelfde als de betekenis die je kunt voelen.

De kaart is niet het gebied . .

. . schoot door mijn hoofd, om nog maar eens een afgezaagde uit de kast te halen.

Daar maakte ik zelf een eh… ding van Hoe heet het ook al weer? Als je het zelf verzint is het (nog) geen citaat of quote, toch?

betekenis

Ik twitterde mijn aforisme (ja dat is het, dank je), en kreeg meteen antwoord.

Ja, dat is ook weer waar natuurlijk. Dat heb je met korte bondige teksten. Die zijn soms te bondig.

Het maakt denk ik veel uit wie de betekenis geeft.

Bij de tranen die het boek op riep, gaf mijn hart de betekenis, en mijn hart vertrouw ik.

Soms geven mijn gedachten ook betekenis, en die maken er wel eens een potje van, weet ik uit ervaring. Dat is denk ik wat Sonja bedoelt.

Het mooie is dat ik mijn ‘rant-blog’, dat ik wilde schrijven over de overvloed aan citaten, niet meer hoef te schrijven. Laat maar lekker komen, die citaten, wie weet hoe ze bij iemand binnen komen.

Tip aan mezelf : laat ze voorbij gaan, of lees ze met je hart.

 

 

Ken je die? de er-bestaat-geen-mislukking bullshit?

Die NLP bullshit, hè?

Ik noem er zo maar even eentje:

Er bestaat geen mislukking, alleen feedback.

Dat is mooi makkelijk praten.

Maar om dat echt te ervaren, dat is dus andere koek. Dat is wel even hard werken hoor!

Eerst moet je het lef hebben om grandioos te mislukken.

En dan moet je dat op een heel andere manier gaan zien. Niet alleen maar roepen hè? Er ook nog zelf in geloven.

Het is mij gelukt!

Ik had de kleine zaal van de Vest in Alkmaar geprikt, voor 10 mei. 250 stoelen! Een prachtige zaal. Van die mooie rooie stoelen. En dan heel hard roepen dat ik daar ga spelen, en dat ik op weg ben naar Carré.

Veel tweeten en zo.

Kortingscodes bedenken.

Op pad, om mensen warm te krijgen.

Kranten benaderen.

Nog meer tweeten, weet je wel? Lekker zenden!

En dan 18 kaarten verkopen. Van de 250.

Ja, ik weet wel dat het niet slim is om dat openlijk te vertellen. Dan ziet iedereen je als een loser. En ze willen alleen maar bij de winnaars horen.

Maar ik zou eerlijk zijn. Deze real life soap zou echter dan echt worden. En wat is een soap zonder een mooi drama?

En als ik dáár eerlijk over ben, geloof je misschien ook dat mijn ego niet eens zo’n hele erge deuk kreeg, toen ik de Vest cancelde, en op zoek ging naar een kleinere zaal. Er kunnen er nu 45 in. En er komen er nog wel een paar bij hoor, bij die 18. Het is nog geen 10 mei. 

Het geeft rust, in kleinere zalen spelen. Het maakt de planning flexibeler. (Geloof je het zelf? Ja, ik geloof dit zelf. Sterker nog, ik voel het zelf.)

Ik ga mijn voorstelling blijven spelen, maar dan in de ‘light’ versie. Als intiem verteltheater. Minstens zo mooi.

Kleine, intieme zalen, en goedkoper. Ook belangrijk, want er mag best een beetje geld gaan binnenkomen hier. De deuk in mijn portemonnee is groter dan de deuk in mijn ego.

Er is wel een ego-dingetje dat ik wat lastiger vind:

Ik had heel hard geroepen dat mijn theater zo bijzonder was, vanwege mijn spel met de tolken. Maar die tolken passen niet altijd even goed in die zalen. Dus ik ga nu pas tolken inzetten als er publiek is, die ze nodig heeft.

Ja, die doet wel even au!

Ik heb het lef gehad om te mislukken. Dus nu ook het lef om daar van te leren, en door te gaan.

En weet je. Dan werkt het echt.

Om te zeggen: “Oké, dit was hem niet. Op met de volgende aanpak.”

Er bestaat geen mislukking, er is alleen feedback. Ik vind dat ik dat nu mag roepen.

Dus als ik een beetje wispelturig lijk  . . .

Ik wil nog steeds naar Carré. En ik blijf net zo lang proberen tot ik het gevonden heb. En steeds dezelfde dingen proberen heeft niet zo veel zin.

De enige constante is dat theater. Ik kan nu overal komen spelen. Zelfs in hele kleine zaaltjes.

Gewoon zoals het moet, natuurlijk. Heel veel spelen in kleine zaaltjes, om heel veel beter te worden. In een bibliotheek, in een kerkje of buurthuis. En voor een huiskamer heb ik nog wel een paar verhalen liggen. Dan maak ik er maatwerk van.

Dus.

Crowdbooking
Als je ergens een zaaltje weet, en je kunt wat mensen bij elkaar brengen, dan kom ik naar je toe.

Mail me: jacobjanvoerman@gmail.com

 

 

het misverstand over jezelf zijn

De ware.

Zo eentje uit een romantische komedie.

Die ware is natuurlijk degene die op het eerste gezicht helemaal niet ideaal leek.

En de ideale man uit het begin bleek een ongelofelijke hufter, of in het gunstigste geval, wel aardig maar . . .

. . . nou ja, gewoon niet de ware.

Ooit was ik daar naar op zoek, de ware,

de ware in mezelf dan hè?

Omdat ik me een beetje begon te ergeren.

Aan de ideale

de ideale echtgenoot
de ideale vader
de ideale zoon
de ideale werknemer

Als dat hem niet was, moest hij ergens anders zitten toch? Diep verstopt in mijn binnenste.

Dus ik verslond boeken, deed workshops, verslond nog meer boeken.

En zo kneedde ik de ware. Toen was ik eindelijk mezelf,

dacht ik.

Ik heb heel lang niet gesnapt waarom dat geen happy ever-after op leverde. Tot ik begreep de ware niet bestaat. Niet als persoon.

Er is hooguit HET ware.

HET ware is geen ever-after.
HET ware verandert voortdurend.
HET ware is af en toe ook de ongelofelijke hufter.

Steeds als ik dat laatste ontdekte, was er direct de Pavlov reactie, de zoektocht naar DE ware.

En daar had ik een hele slimme techniek voor.

Je kent hem wel.

“Je gevoel is niet afhankelijk van de situatie, maar van hoe jij denkt over die situatie”

Die mooie denktechniek kun je namelijk ook verschrikkelijk goed misbruiken. Ik dacht die ongelofelijke hufter gewoon weg uit mijn bestaan. Want denken, daar ben ik een meester in.

Maar nu had ik de boeken gelezen, de workshops gevolgd. Ik geloofde niet meer in romantische komedies. Ik wist dat elk verhaal een veel diepere laag had. Ik wist nu wat me te doen stond.

Ik omhelsde mijn ‘hufter’.

Die hoorde natuurlijk bij me! Dat ik dat nooit gezien had! Wat een bevrijding! Ik voelde me herboren. (Het geluid van aanzwellende violen op de achtergrond is een hint)

Ik was KLAAR.

Eindelijk écht mezelf!

Maar ook KLAAR bestaat niet.

Ik had het toch gezegd, van die violen?

Ik zat gewoon weer in een film. Het was wel een artistiek verantwoorde film, maar even goed.

Die film heb ik nu zo langzamerhand ook wel gezien.

En nu omarm ik mijn “hufters” elke keer opnieuw. En dat is lastig. Want de Pavlov reactie is sterk. Dus het lukt niet altijd. En zelfs het omarmen van het feit dat het soms niet lukt, is moeilijk.

Er is geen eindelijk, er is geen klaar.

Er is nu.

Het nu heeft geen grote woorden nodig, het nu is wel het ware, maar dan zonder de hoofdletters.

er is

ik ben

 

1000 spoken, deel 2. Ik ben niet goed genoeg.

Dat is wat het stemmetje zegt hè, dat je niet goed genoeg bent.

– ja, en het voelt akelig.

Zal ik heel eerlijk zijn?

– eh, ja, want anders deden we dit niet toch? Maar wel een beetje voorzichtig graag.

Je hoeft niet bang te zijn. Komt ie: Het is waar.

– héé!!

Wacht nou even, het is waar én het is niet waar. Het is maar hoe je het bekijkt. Voor Carré ben je nog niet goed genoeg. Let op de toevoegingen “nog”, en “voor Carré”.

En dat is helemaal niks nieuws, je wist dat al. Het is ook helemaal geen ramp.

Want je gaat goed genoeg worden.

Daar zijn twee dingen voor nodig.

Te eerste: je gaat vaker spelen. En wat je nu in je hoofd hebt is een goed plan. Een ‘light’ versie, voor kleinere zalen, misschien zelfs huiskameroptredens. Mooie plek om nieuwe dingen uit te proberen. Oefenen met improviseren. En tegelijk meters maken.

Werk dat uit, dat plan.

Ten tweede: je gaat professionele ondersteuning zoeken. Je gaat leren. Dat heb je al gedaan. Je hebt een hele goede regisseur aangetrokken, en daarmee heb je iets goeds gemaakt. Iets dat stevig staat. Nu ga je iemand zoeken die je losser kan maken, die met jou op zoek gaat waar jou genialiteit in schuilt. Iemand die dat nog meer naar buiten kan halen.

–  maar …

Schrik niet zo als ik dat woord genialiteit gebruik. Je hebt zelf gezegd dat je bescheidenheid de deur uit zou gooien.

– maar …

Je wil gerustgesteld worden. Jou aardige ik speelt op?

– eerlijk gezegd wel een beetje

Helpt het als ik zeg dat iedereen ergens geniaal in is, en dat die van jou op dit vlak ligt? Dat je niet bijzonder bent, maar gewoon anders, net als iedereen? Heb je dat nodig?

– Ja, dat helpt. Fijn. Dank je.

Dan neem ik het terug.

– ???

Luister eens we hadden afgesproken dat we stopten met aardig doen. We zijn al aardig, weet je nog? Het zal best waar zijn hoor, dat over die anderen. Maar jij moet stoppen om dat soort teksten nodig te hebben, als verontschuldiging voor wat je gaat doen.

Jij hebt helemaal geen verontschuldiging nodig. Je bent geniaal.

– . . .

Ik wil dat je het zegt.

– Ik ben geniaal

En nu met overtuiging:

– Ik ben geniaal.

Mooi zo. Je bent geniaal,

én je hebt nog een hoop te leren,

om te zorgen dat dat er ook echt helemaal uit komt, want het zit soms nog wat verstopt nu. Verstopt als in verborgen, maar ook verstopt als in je pijplijn naar je bron.

Laat het weer stromen, en laat het zien.

 

de aard van de kabouter

De meeste muren van de oude Gotische Kathedraal waren nog intact.

Het late zonlicht sreek langs de oeroude stenen en gaf ze extra reliëf. Het grasveld rondom en in de kathedraal glansde in het gouden licht.

Tussen de muren, daar waar vroeger het altaar stond, was een klassiek orkest opgesteld. Het zwart van de kleren stak mooi af tegen het blinkende koperwerk, het hout van de strijkers, het bronzen gras, en de goudgele stenen.

Het publiek koesterde zich in de zon, in stille verwachting.

Ik stond op een verhoging voor het orkest, met mijn dirigeerstokje in de aanslag.

Er kriebelde iets in mijn nek.

Hoewel ik er met mijn rug naar toe stond, wist ik dat een duistere figuur door het gangpad op me af kwam lopen.

Ik voelde hoe alle ogen van het publiek hem volgden.

“Draai je om”, zei iets in mij, maar ik wilde niet.

“Draai je om.”

De stem klonk nu hardop.

Ik draaide me om. De duistere figuur was al over de helft, en aarzelde even.

Toen mijn weerstand zijn hoogtepunt bereikte, besloot ik, tegen mijn wil in, om los te laten.

De duistere figuur liep door. Op een paar passen afstand van mij stapte hij uit de schaduw, en bleef staan.

Ik zag dat ik het zelf was.

Tot mijn verrassing lag er geen afkeurende blik op het gezicht van die ‘zelf’, zelfs geen strenge. De blik was bezorgd, en de boodschap die ik in mijn hoofd hoorde was deze:

“Het is prachtig, Jacob Jan. En je kunt het. Maar je bent er nu nog niet klaar voor.”

____

Dit was een geleide fantasie, ongeveer 20 jaar geleden.

Ik ontdekte dat mijn innerlijke criticus niet mijn vijand was, als ik maar naar hem luisterde.

De afgelopen jaren klonken er weer stemmen. Stemmen die wél streng waren, wel afkeurend. Ik besloot dat dat niet mijn innerlijke criticus kon zijn,

Nee, daar had ik pas nog mee gepraat, en tot mijn verrassing zei hij dat ik er nu wel klaar voor was, en dat ik door moest zetten.

Geen innerlijke criticus dus, ik noemde die nieuwe stem mijn interne saboteur.

Ik maakte eind 2012 zelfs een filmpje over die saboteur.

Nu pas kom ik op het idee om ook met die interne saboteur te praten.

Tja.

Nu pas.

En wat ontdekte ik? Die interne saboteur is een bang kind dat diep in mij verstopt zit.

Het kent maar één manier van waardering: aardig doen, en ze vinden je aardig.

Het is schijtbenauwd voor alles wat ik daarbuiten doe, en trekt heel hard aan de rem. Ergens in mijn hoofd vindt hij mijn twijfels, hij verdraait ze en versterkt ze. Als een echte wizzard of Ozz creëert hij een monster in mijn hoofd.

Alles om mij maar tegen te houden. Want ze zouden me anders niet meer aardig vinden. En niet meer aardig gevonden worden, dat is . . .  (nou ja, iets heeeeel ergs, volgens het kind)

Goed om met dit kind te praten. Om het uit te leggen, dat ik aardig ben. Ook als ik daar niet alles voor doe. Ook als ik dingen doe die door anderen niet aardig gevonden worden.

Aardig doen als soort betaalmiddel voedt het monster, en ik ontzeg me daarmee échte waardering.

Mezelf zijn, is al aardig zijn.

Ik hoef helemaal niet bang te zijn dat ik door schiet in het ‘lekker mezelf zijn, en jullie doen het er maar mee‘. Dat is helemaal niet jezelf zijn. Dat is gewoon weer een pak dat je aan trekt.

Dit is anders. Dit is een aanmoediging om naar buiten te laten wat ik nog steeds binnen hield. Ik was daar 20 jaar geleden al mee begonnen. Nu is het tijd om de vergeten stukjes lucht te geven.

Jawel, ik zal wel aardig zijn voor dat kleine kind.

 

Vaders en dochters deel 1

Een heen en weer blog wordt dit.

Tussen zo maar een vader en zo maar een dochter.

Over vaders en dochters.

Ik kreeg van Danique deze mail:

Heey Jacob Jan!

Jij hebt 1 uitwonende dochter toch? Bel je haar weleens? Gewoon zomaar, om te vragen hoe het is en hoe haar dag was?

Mijn vader houdt vast aan het principe: ‘geen bericht is goed bericht’. Als ik iets wilde bespreken zou ik hem wel bellen.

Laatst hadden we het erover dat ik dat jammer vind. Omdat ik het leuk vind als hij zomaar belt,zonder andere reden dan dat hij wil weten hoe het met me is. Ik vind het ee teken van interesse en betrokkenheid. M’n pa doet nu z’n best om hier verandering in te brengen maar ik vraag me af of het niet aan mij ligt? Is het een man-vrouw ding? Vraag ik teveel van mijn vader? Ik zie hem namelijk minstens 1 keer per week. En als ik hem niet zie bel ik hem meestal.


En waarom vind ik het bij mijn vader zo belangrijk maar zal er mij bij mijn moeder nooit over horen?


Hoe is dat bij jullie?

Groetjes, Danique

En dit is mijn antwoord:

 

Hoi Danique,

Ik bel nooit meer, omdat ik daar, met mijn CI’s,  te slecht voor hoor.
Maar zelfs al zou ik goed kunnen horen, zou ik niet zo veel bellen. Ik houd niet zo van telefoon.

Dus ik verander je vraag een beetje. Sms, mail, tweet, of facebook ik wel eens met mijn dochter. Want dat is voor mij de ideale manier om in contact te blijven.

Heel eerlijk?

Wel eens.

Maar niet zo heel veel.

Ik zie mijn dochter ook bijna iedere week, daar ben ik heel erg blij mee. Vorig jaar heb ik haar een half jaar moeten missen, toen ze in Srilanka zat. Dus bijna elk weekend is een cadeautje.

(nog fijner vind ik het dat ze het nog steeds “naar huis gaan” noemt, als ze naar ons toe komt.

Ik denk wel aan haar, tussendoor, maar (weer eerlijk) soms ook hele tijden niet.

Mannending?¹

Misschien. Soms leef ik in mijn hoofd. Dan ben ik er niet helemaal bij. Zelfs voor mijn vrouw en thuiswonende dochters niet.

Dus mijn uitwonende dochter kan ik soms ook zomaar een tijd ‘vergeten’.

Misschien is dat vergeten wel heel gezond. Ik heb er een tijd ook bovenop gezeten. In de tijd dat ik leraar wilde worden, heb ik Teske zelfs in de klas gehad, (maar een paar inval lessen hoor). Toen ze trainingen gaf bij de atletiekclub was ik trainerscoördinator. Ik genoot ervan, en Teske vond het niet vervelend (zelfs wel gezellig, denk ik). Maar genoeg is genoeg, natuurlijk.

Als ik wel aan haar denk, voelt ze voor mij heel dichtbij.

Ik vind het wel leuk om, als ik in de buurt ben, haar op te zoeken.

Ik me herinneren dat toen ze pas een android telefoon had, we soms elkaars GPS deelden.
Ik reed een keer vrijdags terug uit Maastricht waar ik een afspraak had. Teske kwam thuis, met de trein uit Zwolle. Beiden op weg naar Wijchen. Op mijn mobieltje kon ik onze stipjes steeds dichter bij elkaar zien komen. Heerlijk vond ik dat.

Uitersten dus.

Heel erg verbonden, maar ook vrede met het feit dat Teske en ik intussen een heel eigen leven hebben.

Wat ik me nu wel af vraag is of Teske het mist, dat ik niet zo vaak contact zoek, en of ze wel weet dat ik aan haar denk.

Ik zal haar eens vragen, misschien leest ze deze post wel. Ze leest soms mee.
“Dat weet ik toch al?”, zegt ze dan als ik iets wil vertellen. 

Ik vermoed dat ze gaat zeggen dat er genoeg contact is.

Ik hoop dat ze het me zegt als het niet genoeg is.

Ben je een vader of een dochter? Voel je vrij om in te haken bij de reacties.

 

 

¹ Ik schreef ooit twee (beetje cynische) blogposts over communicatie tussen mannen en vrouwen.

 

Deuren open trappen

‘Als ik terugkijk had ik veel meer deuren in moeten trappen. Elke keer als ik er bijna was besloot ik te stoppen. En achteraf maakt het niks uit. Alle deuren zouden me naar dezelfde lessen leiden, alleen in een andere vorm. Dus welke keus ik ook had gemaakt, het zou goed geweest zijn. ‘

Wat mooi om mijn eigen woorden terug te lezen.

Ik heb het vast wat rommeliger gezegd. Danique shreef ze heel mooi uit, hier.

Mooie ontmoeting. Zoals ik vaker mooie ontmoetingen heb met mensen die ik van twitter of facebook ken.

En wat mooi dat ik juist in contact met anderen mijn eigen lessen kan benoemen.

Mijn blog werkt ook zo, maar dit is nóg mooier.

Want het klopt, wat daar staat.

Nú pas zet ik echt door.

Voorbij de weerstand.

En wát voor weerstand. Een week lang was ik voor mezelf niet te genieten van de angst.

En ik ben er doorheen.

Ik weet er komt meer, en ik weet ook, daar ga ik ook doorheen.

Terwijl ik alle andere keren gestopt ben, met de conclusie dat ik op het verkeerde pad zat.

Ik vermoed dat er geen verkeerde wegen bestaan.

Ik had die andere keren ook door kunnen zetten. De weerstand was toen waarschijnlijk niet groter dan hij nu is.

Misschien dat ik nu meer plezier heb in wat ik aan het doen ben, dat me dat sterker maakt. Maar nóg meer geloof ik dat het de beslissing geweest is om mijn keuze eindelijk eens serieus te nemen, die me nu verder brengt.

Daarom blogde ik dit.

Er zijn niet zo veel foute wegen.

Alle wegen zijn prachtig en alle wegen zijn anders. Ik had een geweldige trainer kunnen zijn, een geweldige leraar. Nu wordt ik een geweldige theatermaker.

Het enige wat er voor nodig is, is mezelf geweldig vinden.

De enige manier om iets te missen, is om op het kruispunt te blijven staan,
omdat je denkt dat je niet bent toegerust voor de weg die je moet gaan,
of omdat je maar niet kunt kiezen omdat alles zo leuk lijkt.

Maar het échte leuke kun je pas proeven, als je de hele weg accepteert, met alles erop en eraan.

Dat ik pas op mijn 52e een deur open trap is niet sneu. Het is nooit te laat, en ik heb me in de tussentijd niet verveeld.

Ik hou van mijn leven, hoe langer ik leef hoe meer ik er van hou.

(De magie van dichte deuren speelt een rol in mijn theatervoorstelling)

 

Emma’s vader

NS4A6901

 

Mijn vader is er zo eentje die naar boven komt en op mijn deur klopt als we ruzie gehad hebben.

Hij heeft dan geen geduld, en wil het meteen uitpraten.

En dat is nu juist het probleem.

Ten eerste wil ik even niet praten.
Ten tweede gaat het altijd over hem, en over wat hij voelt.

Hij bedoelt het best goed hoor, maar dan gaat ie weer zeggen dat ik zo op hem lijk.

In het begin zei hij dat op een manier alsof hij me daar een plezier mee deed, maar na mijn laatste uitval, is hij voorzichtiger geworden. Hij trekt er tegenwoordig een gezicht bij alsof het hem spijt dat hij mij erfelijk belast heeft. Hij snapt niet dat dat ook niet echt een compliment is.

Kijk, ík ben onzeker, maar ik ben een puber. Het is een beetje vervelend dat mijn vader ook onzeker is. En heel erg gênant dat hij dat vooral naar mij toe is.

Ik kan niet gewoon een keer sacherijnig zijn, zonder dat hij daar meteen wat achter zoekt.

Maar laatst had hij het zo maar een keer door. Ik zag het aan zijn geschrokken blik. Dat hij eindelijk écht luisterde naar wat ik wilde vertellen.

Het vervelende is dat ik, juist toen, helemaal op slot schoot.

Ik heb een plant in mijn kamer, een avocado-pit die ik op probeer te kweken. Ik ben alleen een beetje slordig, en vergeet hem vaak water te geven. Afgelopen zomer had ik te lang gewacht. Het water uit de gieter werd niet opgenomen door de droge harde aarde, en stroomde de pot uit, de vensterbank over.

Zo voelde ik mij toen. Te hard om iets te laten binnen komen.

Ik heb die avocado nog kunnen redden door hem een tijd ondergedompeld in een bak water te laten staan.

Natka is mijn bak water.

Ik hoop dat mama dat voor mijn vader kan zijn.

 

Emma is een fictief karakter uit mijn theatervoorstelling.

 

(en de vader ben ik)

Hier staan de andere achtergrondverhalen

kauwgum op mijn ziel

Als een kind in een snoepwinkel,
met zijn tong het gaatje voelend,
en morgen een afspraak bij de tandarts.

maar dan anders

Als een puber in de klas,
die starend
naar zijn net teruggekregen vier komma zes
met zijn rug de leraar volgt,
die slenterend door de klas
alle hoge cijfers hardop voorleest,
met daarbijbehorende complimenten.

maar dan anders

Wel zo oud in ieder geval,
dat gevoel,
als kauwgum op de vloer
en net zo vies.

Net als je denkt dat het weg is,
voel je het weer
plakken onder je schoen.
Dan is er weer dat zacht en asymmetrisch tikken
bij lopen.

Want het internet staat vol
met mooie mensen
en de kauwgum op mijn ziel
roept bij alles,
verwijtend:
“dat ben je niet.”

En mijn verstand zegt
“dat hoef je niet”.
Maar mijn verstand
is dit keer de tandarts,
de kauwgum niet suikervrij
en schuldgevoel
een machtig wapen.