Hink stap sprong 9

AANLOOP

 

Dit riep een herinnering aan herinneringen op. Aan de manier waarop herinneringen zich aan elkaar vast kunnen plakken, en groepjes vormen.

Eigenlijk zoals mijn HINK-STAP-SPRONG blogs ontstaan. Associaties. En sommige associaties zijn dus blijvend aan elkaar gekoppeld.

HINK

Ik was op zoek naar een woord daarvoor. Voor zo’n setje herinneringen. Want ‘setje’ is niet mooi.

Pocket kwam in me op.  Ik ben geen purist, maar ik wilde hier geen Engels woord voor.

Pocket > Zak, Zakje?

Nee, dan zie ik een plastic zakje voor me. Dat is niet het beeld dat ik wil.

Zak klopte wel, maar dan een broekzak. Die vol raakt met alles wat je zo al tegen komt. En als je hem dan leegt, heb je een mooie verzameling van alles wat je opgepakt en meegenomen hebt, onderweg.

Herinering-broekzak.

Dat werd hem.

 

 

STAP

Waarom werkte dat ‘pocket’ nou wel, en die ‘zak’ niet?

Opeens werd mij duidelijk waarom ik Engels, Engelse woorden, zo mooi vindt. Omdat ik die taal niet voor alledaagse dingen gebruik. Die taal kom ik bijna alleen maar tegen in boeken of films.

Dus Engels is de taal waarin het altijd mooi gezegd wordt. Waarin alles een betekenis heeft. En niet dat alledaagse geneuzel.

Want in het Nederlands is een zakje het boterhamzakje dat elke dag weer gevuld wordt met een saaie boterham met pindakaas.

Nederlands gebruik ik elke dag, en de woorden zijn dus aan slijtage onderhevig.

Engelse woorden blijven veel langer hun broekzak-herinnering magie houden.

 

SPRONG

Misschien is dat de reden dat ik niet van vertalingen houd. Nog even los van het feit dat sommige vertalingen erg lelijk zijn.

Dat ik liever Engels lees, zelfs als er moeilijk stukken in zitten die ik niet zo snel begrijp.

Mijn eerste kennismaking met Shakespeare ..

(nee ik ga niet elitair zitten doen, want ik heb maar een toneelstuk van hem helemaal uitgelezen)

.. was dit:

Prospero:
Our revels now are ended. These our actors,
As I foretold you, were all spirits, and
Are melted into air, into thin air:
And like the baseless fabric of this vision,
The cloud-capp’d tow’rs, the gorgeous palaces,
The solemn temples, the great globe itself,
Yea, all which it inherit, shall dissolve,
And, like this insubstantial pageant faded,
Leave not a rack behind. We are such stuff
As dreams are made on; and our little life
Is rounded with a sleep.

Uit The tempest

Ik wist niet wat basic fabric was, en ook niet wat insubsatbtial pageant betekende. Maar de klanken die ze maakten in mijn hoofd hebben meer betekenis dan de betekenis zelf. Het zit nog steeds in mijn hoofd.

Ergens in een broekzak.

En als één van de woorden van bovenstaand stuk naar boven gehaald wordt, komt de rest mee.

Yea.

 

 


sharing is caring

Lees de hele mooie gedichten van Sabine Kars hier

En die gedichten zijn zo mooi, bedenk ik nu, omdat Sabine de alledaagsheid van de Nederlandse taal af stroopt. Ze geeft woorden en zinnen nieuwe betekenissen mee. Raakt daarmee aan dat wat niet gezegd kan worden.

 

Vaders en dochters deel 1

Een heen en weer blog wordt dit.

Tussen zo maar een vader en zo maar een dochter.

Over vaders en dochters.

Ik kreeg van Danique deze mail:

Heey Jacob Jan!

Jij hebt 1 uitwonende dochter toch? Bel je haar weleens? Gewoon zomaar, om te vragen hoe het is en hoe haar dag was?

Mijn vader houdt vast aan het principe: ‘geen bericht is goed bericht’. Als ik iets wilde bespreken zou ik hem wel bellen.

Laatst hadden we het erover dat ik dat jammer vind. Omdat ik het leuk vind als hij zomaar belt,zonder andere reden dan dat hij wil weten hoe het met me is. Ik vind het ee teken van interesse en betrokkenheid. M’n pa doet nu z’n best om hier verandering in te brengen maar ik vraag me af of het niet aan mij ligt? Is het een man-vrouw ding? Vraag ik teveel van mijn vader? Ik zie hem namelijk minstens 1 keer per week. En als ik hem niet zie bel ik hem meestal.


En waarom vind ik het bij mijn vader zo belangrijk maar zal er mij bij mijn moeder nooit over horen?


Hoe is dat bij jullie?

Groetjes, Danique

En dit is mijn antwoord:

 

Hoi Danique,

Ik bel nooit meer, omdat ik daar, met mijn CI’s,  te slecht voor hoor.
Maar zelfs al zou ik goed kunnen horen, zou ik niet zo veel bellen. Ik houd niet zo van telefoon.

Dus ik verander je vraag een beetje. Sms, mail, tweet, of facebook ik wel eens met mijn dochter. Want dat is voor mij de ideale manier om in contact te blijven.

Heel eerlijk?

Wel eens.

Maar niet zo heel veel.

Ik zie mijn dochter ook bijna iedere week, daar ben ik heel erg blij mee. Vorig jaar heb ik haar een half jaar moeten missen, toen ze in Srilanka zat. Dus bijna elk weekend is een cadeautje.

(nog fijner vind ik het dat ze het nog steeds “naar huis gaan” noemt, als ze naar ons toe komt.

Ik denk wel aan haar, tussendoor, maar (weer eerlijk) soms ook hele tijden niet.

Mannending?¹

Misschien. Soms leef ik in mijn hoofd. Dan ben ik er niet helemaal bij. Zelfs voor mijn vrouw en thuiswonende dochters niet.

Dus mijn uitwonende dochter kan ik soms ook zomaar een tijd ‘vergeten’.

Misschien is dat vergeten wel heel gezond. Ik heb er een tijd ook bovenop gezeten. In de tijd dat ik leraar wilde worden, heb ik Teske zelfs in de klas gehad, (maar een paar inval lessen hoor). Toen ze trainingen gaf bij de atletiekclub was ik trainerscoördinator. Ik genoot ervan, en Teske vond het niet vervelend (zelfs wel gezellig, denk ik). Maar genoeg is genoeg, natuurlijk.

Als ik wel aan haar denk, voelt ze voor mij heel dichtbij.

Ik vind het wel leuk om, als ik in de buurt ben, haar op te zoeken.

Ik me herinneren dat toen ze pas een android telefoon had, we soms elkaars GPS deelden.
Ik reed een keer vrijdags terug uit Maastricht waar ik een afspraak had. Teske kwam thuis, met de trein uit Zwolle. Beiden op weg naar Wijchen. Op mijn mobieltje kon ik onze stipjes steeds dichter bij elkaar zien komen. Heerlijk vond ik dat.

Uitersten dus.

Heel erg verbonden, maar ook vrede met het feit dat Teske en ik intussen een heel eigen leven hebben.

Wat ik me nu wel af vraag is of Teske het mist, dat ik niet zo vaak contact zoek, en of ze wel weet dat ik aan haar denk.

Ik zal haar eens vragen, misschien leest ze deze post wel. Ze leest soms mee.
“Dat weet ik toch al?”, zegt ze dan als ik iets wil vertellen. 

Ik vermoed dat ze gaat zeggen dat er genoeg contact is.

Ik hoop dat ze het me zegt als het niet genoeg is.

Ben je een vader of een dochter? Voel je vrij om in te haken bij de reacties.

 

 

¹ Ik schreef ooit twee (beetje cynische) blogposts over communicatie tussen mannen en vrouwen.

 

Hink stap sprong 8

Aanloop

Deze elpee namen mijn ouders mee van een vakantie met zijn tweetjes (Parijs geloof ik).

catus choir

Ze herkenden de tekenstijl van de hoes denk ik. Mijn broer had elpees van Yes en van Uriah Heep. ook met covers gemaakt door R0ger Dean.

demons_and_wizards

yeshoes2

 

 

Hink

Jaren 70 synthesiser muziek. Een van de nummers was meer pop-achtig.

En met een mooie tekst. Over de waanzin van oorlog.

Gettysburg.

 

I found no answer in the restless eyes

of the weather beaten statue staring blind to the skys.

 

Stap

Ik vroeg me altijd af welke strijd daar in Gettysburg gestreden werd.

Ik kreeg het antwoord toen in in onze bibliotheek een DVD zag over Gettysburg.

 

Dat mag natuurlijk helemaal niet. Oorlogsfilms kijken, en helden vereren.

En toch heeft deze film een bijzondere held.

Prachtig gespeeld door Jeff Daniels.

Joshua Chaimerblain, een leraar die vrijwillig dienst naam om voor de noordelijke zaak te strijden.

In de film komt het zachtaardige karakter van deze man naar voren.  Bijvoorbeeld als hij een groep deserteurs met respect behandelt (waardoor ze natuurlijk uiteindelijk toch allemaal mee vechten).

Valse heroïek?

Ik wilde meer weten en ben op zoek gegaan naar deze man.

 

Sprong

Hoe meer ik over deze man vond, hoe meer ik ontdekte  dat deze man echt een held was. Uiteindelijk had hij het bevel tijdens de overgave van General Lee. Hij liet zijn mannen salueren als teken van respect.

Na de oorlog is hij gouverneur geworden. Hij is blijven strijden voor vrijheid.

Opnieuw de vraag, is dit valse heroiek?

Moet ik sowieso heldendom in oorlogen verwerpelijk vinden?

Maar hoe zou het zijn als ik voor de keuze stond te strijden voor een ideaal?

Ik denk dat ik gewoon een lafaard zou zijn. En mijn lafheid zou verbergen achter pacifisme.

Ooit heb ik gedroomd dat ik in een loopgraaf stond. Die droom was zó realistisch dat ik letterlijk met angstzweet wakker werd. Ik heb, liggend in bed,  de angst nog een tijd in mijn lijf gevoeld.

Het intrigeert me.

Daarom ga ik het boek lezen dat Joshua Chaimberlain schreef over de Amerikaanse burgeroorlog.

Hier kun je dat vinden.

Hink stap sprong 6

aanloop

Mierzoet.

Maar mooi. Ik ben meer McCartney dan Lennon. Hoewel ik altijd liever meer Lennon wilde zijn. Dat is stoerder. 

Nou, dan maar niet stoer.

Dit is lang niet McCartney’s mooiste. 

Maar wel geschikt als voorbeeld van de zoetigheid die ik bij tijd en wijle heerlijk vindt.

Paul legt een tapijt van muziek neer, waarop ik me zacht kan neervlijen. Ik zak er zelfs in weg.

Muziek waar je tegen aan kunt leunen. Een melodielijn die je als een veilig paadje met voorspelbare kronkeltjes, brengt waar je wil zijn.

 

hink

Zo zacht als de onderkant van de blaadjes van vrouwenmantel.

 

 

Als je heel goed kijkt zie je de haartjes.

Jammer dat er geen douw op zit. Dan is het een plaatje, vrouwenmantel.

 

stap

Plaatje, Verkadeplaatjes. Mijn opa: Jan Voerman jr. De zoon van de wolkenschilder.

In plaats van grootse wolken zocht hij het in het kleine.

 

 

Voorkant van Verkadealbum Herfst.

 

En dit schilderij heb ik zelf:

 

 

Deze kreeg ik op een familiefeest. We mochten allemaal een schilderij kiezen. Ik koos nu juist niet voor het zoete, (bloemen) maar voor het kwetsbare. De onrijpe hazelnoten, en de herfstbladeren.

De tekst achterop zegt:

Onrijpe hazelnoten. Nog juist gered voor de eekhoorns die ze in dit stadium al schoonafzoeken en ze niet rijp laten worden.

 

 

 

sprong

Ik heb mijn grootvader niet heel goed gekend.

Ik kan me wel heel goed zijn atelier herinneren. Een prachtige, heilige plek. Met mooi licht, bijzondere geuren. 

 

 

 

 

Een plek waar de tijd stil staat. Alle wervel van de wereld verstomt. Waar alleen schoonheid en weten is. Jammer dat ik altijd maar heel even mocht kijken, en niks aan mocht raken.

Ik had daar eindeloze zondagen in door kunnen brengen.

Wegdromen in verstilde schoonheid, zoals wegzakken in een tapijt van muziek.

 

 


Hink stap sprong 4, a perfect world

Neem mijn hand.

Ik neem je mee deze aflevering  in, zodat je niet verdwaalt.

Want al heeft deze hink stap sprong een thema, er wordt op twee benen gehinkt, en een zijsprong gemaakt.

Laten we voorzichtig beginnen met de aanloop.

 

AANLOOP

 

 

The Nits, de elpee WORK, het nummer Hobbyland.

 

My world
There’s no love lost between
Me and this old great big world
That will never change
So I made my own one
In my own time true to scale
In my own house
My world
Little shops and little houses
Tiny trains that always run on time
Little men and little ladies
Everyone there is a friend of mine
My world
In my own time
In my own house

 

Dit is het thema. De miniatuurwereld waar alles klopt. Zo veilig als je eigen huis. Houd dat vast.

HINK

Hobbyland is een Droste liedje. Misschien niet expres, maar het is het wel.

afbeelding van wikipedia

De muziek zelf geeft mij het veilige gevoel waar de ‘ik’ in de tekst naar op zoek is. Nits muziek is ‘cleane’ muziek. Een beetje bedacht. Elk klankje zit op de goede plek.

Kortom een verwijzing naar zichzelf.

Escher doet dat ook:

Uit een site van de Universiteit van Leiden

Dit boek laat zien wat Escher deelt met de wiskundige Gödel en de componist Bach. Dat droste effect pas daar in.

Sterker nog. Een van de hoofdstukken van dat boek IS een Droste effect.

Hofstadter beschrijft dat Bach midden in een muziekstuk van toonsoort verandert. Dat roept een spanning op, die weer wordt ingelost als het stuk afsluit in de oorspronkelijke toonsoort. Dat voelt dan als thuiskomen. (let op! ik raak hier aan het thema).

Bach doet nóg iets bijzonders. Er is een muziekstuk waarin hij meerdere keren van toonsoort verandert, en dan een gemene grap uit haalt: De laatste stap terug zet hij niet.  Dat heb je als toehoorder niet door, omdat je de tel kwijt bent, maar je blijft zitten met het gevoel ‘nog niet thuis te zijn’.

Hofstadter illustreert dit in het hoofstuk zelf door de twee hoofdpersonen van zijn dialoog steeds een niveau dieper het verhaal in te brengen. Naar een schilderij –  in een verhaal – in een verhaal. En ook Hofstadter vergeet expres een stap terug te doen.

Gödel, Escher Bach, geeft mij ook een gevoel van veiligheid. Hier is iemand die de materie beheerst. Ik kan mee aan zijn hand deze wonderlijke wereld betreden.

Ik heb dit idee trouwens zelf schaamteloos gejat voor dit verhaal. Schaamteloos, omdat de kracht van mijn verhaal niet allen maar in die ’truuk’ zit. (lees het straks, het is de moeite waard, beloofd).

 

En dat allemaal al heel lang voordat Inception gemaakt werd.

 

STAP

Opnieuw. Ons uitgangspunt was hobbyland van de Nits.

Ik hield vroeger enorm van mijn Faller huisjes:

   

Ze bestaan nog. De plaatjes komen van een website die ze online verkoopt. (geen affiliate link!)

Daar had ik exact hetzelfde gevoel bij als de tekst van hobbyland beschrijft. Weten dat het niet echt is, en toch me veilig weten in de nep. Wat die nep weer heel echt maakt. Want liever echt nep, dan gemaakt authentiek.

SPRONG

Wat me bij blijft is de kleur groen van het nep-gras dat daar bij hoorde. (nee ik had geen spoorbaan). Die kleur kom ik weer tegen als ik door Nederland rijd in de auto. Vooral in de lente en herfst, als de zon lager staat, zijn de weilanden de weilanden van mijn huisjes.

Nóg een plaats waar ik het tegen kom. De bergen. Hoog boven op een top staan, en de flanken van de bergen in de diepte zien. Datzelfde gevoel van overzichtelijkheid. Dat pad daar ga ik wandelen. Ik kan het helemaal overzien. Het past tussen mijn duim en wijsvinger.

2012-07-07 16.06.52

 

 

Faller huisjes in de diepte.

 

Ben je er nog? Fijn. Laatste sprong, en dan landen we:

 

Ook mijn sprong dreigt twee kanten op te gaan.

Die landschappen die bij mij zo binnen komen ga ik vangen in musea.

Voor een schilderij staan en mij één voelen met de schilder die gezien heeft wat ik zie is ook thuiskomen.

En vooral dat licht.

 

Die impressionisten vind ik het mooist.  En die schilderen juist níet precies. Vreemd.

Toch blijf ik een zwak houden voor dat neppe, dat perfecte, dat precieze.

Ik kwam dit tegen op internet. En dat is op een heel andere manier mooi.

Dit is van een schilder die achtergronden maakte voor Disney films.

van deze site, lees hier meer

 

Deze twee schilderstijlen staan voor mij voor de spanning tussen echt en nep. Tussen wat er is en wat ik er van maak.

Die spanning moet er blijven.

Die spanning is wat mij drijft, vermoed ik.

Dat is waar ik nu land. Terwijl ik dit schrijf. Jij bent life getuige van een ontdekking.

Echt en nep zijn geen vijanden van elkaar.

“Er iets moois van maken”  kan een vorm zijn van: “laten zijn wat er is”.

Iets gemaakts, als een ode aan het echte.

Aan die ode ontleent al het gemaakte zijn echtheid.

 

 

Hier staan de andere hink-stap-sprongen

Hink, stap, sprong 2

een associatief blog over kunst

aanloop

         

 

Strips. 

Ik verslond ze. 

Via de PEP. Maar ook de albums zelf.

Helemaal van de wereld, was ik, als ik een strip las.

Trouwer aan mijn strips dan n’importe quelle soapfan.

De Franse dan. Met de superhelden uit de Amerikaanse comics had ik niks.

De lijst is te groot om op te noemen.

Een paar dan, strips die ik nu nog steeds mooi vind:

Blueberry  Stoere western, met sympathie voor de indianen, dances with wolves avant la lettre

Bernard Prince    Die Hard achtige actie, ook al avant la lettre (Waarom ze hem in de PeP Rob Palland noemden, is mij nog steeds een raadsel, bang dat het te veel op Prins Bernhard leek?)

Ravian  heel bijzonder voor die tijd: een vrouwelijke side-kick die uit groeit tot heldin, en meer actie-scenes krijgt dan  de mannelijke titelheld. Sociale thema’s verpakt in SF.

Jonathan    Sfeervol, boedhistische thema’s met een romantische held in de Hymalaya

Jermiah      Een na-de-3e-wereldoorlog strip (ja: ook al eerder dan Mad Max)

 

 

Die laatse twee krijgen een eervolle vermelding. Want vernieuwend. Weinig tekstballonnen, en filmisch getekend.

vergelijk maar eens: Dit is  show, don’t tell:

 

(de hele tekst had hier eigenlijk weg gekund)

Hoe anders dan al dat uitleggen in Blake and Mortimer: 

Blake-and-Mortimer-Gondwana1-540x485

 

De serieuze strip is mijn strip, of het moeten gag-strips zijn, zoals Guus Flater, Olivier Blunder, of een geniale mix zoals Agent 327 . Maar Suske en Wiskes kunnen me gestolen worden.

Hink

Als we naar Frankrijk/stripland op vakantie gingen kregen mijn broers en ik de nieuwste Asterix, of Lucky Luke.  De scenario’s waren vaak (heel losjes) gebaseerd op gebeurtenissen uit de geschiedenis. Mijn moeder, anti-strip maar tevens geschiedenislerares, was verkocht. 

Maar er werd niet alleen geflirt met geschiedenis. In de “Premiejager”, van Lucky Luke treed Lee van Cleef op. Uit de films van Sergio Leone.

 

     

 

De spaghetti westerns. Jongenshart klopt sneller.  Ik heb er veel in de bioscoop gezien. En dat is waar je ze moet zien.  Close-ups van verweerde koppen, groeven in het gezicht zo groot als canyons. 

 

wilde woeste landschappen:

 

Film zoals film moet zijn. Groots en meeslepend. Toen mannen nog helden mochten zijn, met stoere one-liners.

When you’re gonna shoot, shoot! Don’t talk.

Cheyennne:  Judas was satisfied with only 30 dollars. 
Harmonica:  They didn’t have dollars in those days.
Cheyenne:  But sons of biches, yeah. 

How can you trust a  man that wears both a belt and suspenders?

Ik ga niet ingewikkeld doen over beeld taal, maar de volgende scene blijft me bij:

Claudia Cardinale wacht tevergeefs op haar man die haar van de trein zou halen. De camera volgt haar als ze het perronwachtershuis binnen loopt, maar blijft vanaf de buitenkant door de ramen kijken. We horen niks van het gesprek, maar zien genoeg om te raden wat er gezegd wordt. Claudia loopt door de andere (over)kant van het gebouwtje naar buiten. De camera wordt over het gebouw getild, en we zien Claudia het stadje in lopen. Eenzaam temidden van alle bedrijvigheid om haar heen. Muziek zwelt aan.

Stap

Een hele kleine stap. Want de muziek van Ennio Morricone is onlosmakelijk verbonden met de film. Wie had de elpee niet in huis?

 

Mijn ouders hadden de elpee al voordat we de film hadden gezien.  De film zelf gaf dus pas de geheimen van de muziek prijs. Elke hoofdrolspeler had zijn eigen thema. Het thema (fluitje) van Cheyenne wordt onderbroken als hij sterft. En ook de harmonica heeft een belangrijke rol. Wow!

 

Sprong

En nu een grote sprong. Muziek en film. En grote stoere helden. 

Ik zag in die tijd ook Jesus Christ superstar op het grote doek. En die Jesus en ook Judas waren voor mij even grote helden.

Ik kende de bijbel amper, was niet gelovig opgevoed, maar hier stond een hoop op het spel. Dat voelde ik, zonder ook maar iets van het verhaal te snappen.

Mooiste scene? Die waarin Jesus tegen Judas zegt: You’ll be lost and sorry when I’m gone. Beiden houden van elkaar, en beseffen dan al dat ze op een bijzondere manier met elkaar verbonden zijn.  De handen laten elkaar langzaam los. 

Hier wordt iets geshowed wat niet te vertellen valt:

hier staan alle hink-stap-sprongen

hink-stap-sprong

Tweede-hands schoonheid.

Zo noem ik het . . .

. . . als iemand mij warm kan maken voor muziek, een film, een boek, of wat dan ook.

Ik geniet bijna nog meer van het genieten van die ander, dan van het aangeprezene zelf.

Dat aangeprezene wordt er wel mooier door, krijgt een extra lading. Alsof ik door een persoonlijke gids wordt rondgeleid door een heel bijzonder museum.

En nu matig ik mij zelf die rol van gids aan.

Welkom in mijn associatieve museum. 100% gestolen content hier, in de vorm van links, dus dat valt dan weer mee.  (links openen in een ander tablad, [aan de rechterkant, vreemd genoeg], dus je kunt de draad blijven volgen, als je tenminste de draad kunt blijven volgen.)

Wees voorbereid op rare hink-stap-sprongen.

Goede reis.

Het begint bij deze clip:

 

 

Het Droste effect. Want het gevoel van de hoofdpersoon uit dit verhaal is precies het gevoel dat ik krijg bij het zien van de clip.

You’re like my yo-yo, that glowed in the dark. Made it special, made it dangerous. So I burried it. And forgot.

Nieuwsgierig, was ik naar dit verhaal. Speciaal, bijzonder. Vergeten.

Pas jaren later besef ik dat ik het allemaal via internet kan nazoeken, en ontdek ik dat het waar gebeurd is.

Gebaseerd op “Book of Dreams” dat Peter Reich schreef over zijn vader Wilhelm, de bijzondere uitvinder.

 

aanloop . .

Dat brengt mij op het spoor van het mystieke, waar ik stiekum erg geïnteresseerd in ben. Met reserves. Want er zijn grenzen die ik niet over wil. Grenzen die Wilhelm naar mijn idee wel over ging.

Maar als de mannen in pakken aan komen zetten, weet ik wel aan welke kant ik sta.

Want ergens geloof ik in de dingen waar ik niet in geloof, en dat wordt alleen maar sterker als het niet mag.

 

hink

Terug naar de clip. Want er is nog een reden waarom ik die geweldig vind.

Donald Sutherland.

Ik zag hem ooit in Novecento, en ik haatte hem. Hij speelde een man die Atilla werd genoemd, facist van de ergste soort.

 

Daarna zag ik hem in Don’t look now , en ik had met hem te doen. Een schat van een man die zijn dochter verliest.

 

Een acteur die dit beide kan. Knap!

Ik vind hem goed in elke film.  Sterker nog, ik vind elke film goed, als hij er maar in speelt.

 

stap

Wat het is?

Die lach van hem, die zowel gemeen, als heel kwetsbaar kan zijn. Die zachte stem van hem, die dreigend of ontwapenend kan zijn.

Ik houd van die man.

Vooral als hij een vader of mentor speelt.

Ja je mag even psychologiseren. Ik had zo’n vader die alles wist en alles kon. Heerlijk, om als kind op terug te kunnen vallen. Gelukkig was mijn vader ook meer (en minder) dan dat beeld dat ik toen van hem had.

Is het dat hij Engels is? 

Of is het de rol die hij speelt?

Of beide?

Want ik ben ook dol op deze twee mannen, in dat soort rollen:

Sean Connery in Highlander

Anthony Hopkins in Zorro

 

sprong

Die laatste kan dat trouwens ook: twee uitersten spelen. Hannibal en Hearts of Atlantis.

Hearts of Atlantis is van Stephen King. Een schrijver waar ik van houd.

Nee het zijn geen griezelboeken die hij schrijft. (nou ja, een beetje dan). Stephen King is op zijn best als hij over vriendschappen schrijft.

Naast Hearts of Atlantis zijn dat o.a.: The Body (verflimd als “Stand by me“), It, en Dreamcatcher.

Ze hebben allemaal die zelfde sfeer: Jaren 50. Kinderen in de leeftijd tussen knikkeren en de eerste sigaret.

Vriendschap door dik en dun, een bijzondere band.

Buiten spelen, in een wereld met eigen regels.

Bullies trotseren.

De eerste verliefdheid, de eerste kus.

De grens: meisje als kameraad, of als vriendinnetje. 

Die griezelen zijn slechts een decor voor wat Stephen King te zeggen heeft over die bijzondere periode in je jeugd.

Natuurlijk valt er van alles op af te dingen. Maar het zijn boeken én films waar ik vanwege bovenstaand lijstje van houd.

 

We zijn geland. Kom maar uit de zandbak.

Ik hoop dat het gelukt is. Dat er in ieder geval iets tussen zit dat je nu met andere ogen bekijkt.

Daar was het mij om te doen.

Bedankt, als je me helemaal tot hier gevolgd bent.