cirkel van bejegening

De Cirkel van bejegening

cirkel van bejegening.jpg

HET GESPREK Stap 1  Uitdrukken

Je afvragen waarom je iets zegt is de eerste stap in een goed gesprek.

Of de laatste, want de gesprek-cirkel is rond. praten-luisteren-praten-luisteren

Luisteren is zelfs een beter begin.  Maar dat is te moeilijk voor velen. (nee niet voor jou natuurlijk)

Daarom begin ik bij wat iedereen graag wil: ergens iets over zeggen.

Waarom ZEG jij dat?

Waarom zeg JIJ dat?

Waarom zeg jij DAT?

Allemaal goede vragen. Voordat je je mond open doet. Voordat je op ‘send’ of ‘enter’ drukt.

Je moet alleen iets zeggen als je op alle drie vragen een antwoord hebt.

Vooral die middelste is belangrijk.

Als je alleen maar een doorgeefluik bent van andermans opinies, heb je niets toe te voegen in een gesprek.

Want het gaat om jou.

Ik wil weten wie jij bent, wat je voelt, wat je denkt.

Dat is waarde.

Elke keer als jij jezelf laat zien voeg je waarde toe.

Elke keer als je zelf buiten schot blijft, ben je lucht en leegte, en is je bijdrage slechts ruis op de lijn. Ik hoor slecht, ik heb een hekel aan ruis.

Ik hoor je denken:

Moet ik nu overal over gaan nadenken? Kan ik nooit meer iets spontaan roepen? En waar blijft het grapjes maken en keten? En het slap ouwehoeren?

Natuurlijk mag je slap ouwehoeren. Graag zelfs!

As je sla ouwehoert geef je iets anders dan de inhoud van je woorden. Je geeft je bijzijn.

Die woorden zijn achtergrondmuziek. Voor de sfeer. Het gaat er helemaal niet om wat je zegt. We aaien en kietelen elkaar met woorden.

Dat geven van bijzijn, dat komt van de Axenroos.

Die Axenroos kan behulpzaam zijn bij het zuiver uitdrukken. 

Inhoudelijke boodschap (de letterlijke tekst) kan namelijk nog al verschillen met de intentie waarmee je het zegt.

“Wat bedoel je?” kan een vraag zijn, maar ook een verdedigende opmerking, of zelfs een aanval.

De Axenroos kan je helpen bewust te worden van je intenties. Vervolgens kun je de inhoud van wat je zegt aanpassen op die intentie. Want eigenlijk wil je iets anders zeggen. Misschien wel dit:

Verdediging: “Ik heb nu even geen ruimte voor wat je tegen me zegt. Later misschien.”

Aanval: “Ik vind het vervelend dat je me onderbreekt.”

Ja, en dat is spannend. Dat snap ik ook wel. Maar het is zoals het is. Je voelt je zoals je je voelt.  Non-verbaal straal je het toch wel uit. Dus de boel verzachten door je boodschap inhoudelijk een andere lading te geven is alleen maar verwarrend.

Maar misschien is er wat anders aan de hand.

Misschien is die aanval niet eens helemaal zuiver. Misschien ontdek je op het moment dat je het uitspreekt dat het jóuw last is, en dat dat helemaal niet zo veel te maken heeft met de opmerking die de ander plaatste.

Als je daar even bij stil staat, wordt jouw ‘uitdrukken’ anders. Je maakt er een IK-boodschap van, en geeft daarmee informatie over jezelf (geven van de persoon). En misschien koppel je daar een vraag aan: “wil je me eerst even mijn verhaal laten doen?” (daarmee gebruik je de Ax van het nemen).

Deze dingen ontdek je door met aandacht te communiceren. Stil te staan bij wat er met je gebeurt. 

HET GESPREK Stap 2  Beïnvloeden

De eerste stap ging over jou.

De tweede stap gaat over de ander.

De eerste stap ging om wat er uit moest.

De tweede stap gaat over datgene wat ook nog eens ergens moet aankomen.

Je moet die ander wel zien te bereiken. 

Zonder die ander is er geen gesprek. Dat is zingen onder de douche. Heerlijk, en het maakt niet uit hoe vals het is. Maar zingen onder de douche is een monoloog, en geen gesprek.

Voor een gesprek heb je die ander nodig.

Laten we even doen alsof ik die ander ben. Jij wil iets van mij, met mij. Dat is waar ons gesprek over gaat. Als je mij onberoerd laat, als je mij, mij  speciaal, niks te zeggen hebt, als je alleen maar even stoom af wil blazen, dan heb je mij gemist als schip in de nacht.

Jij moet me raken.

Dus richt je pijlen, doe het met eerbied, en doop ze alsjeblieft niet in het gif.

voetnoot:

In de praktijk is er bijna geen onderscheid te maken tussen stap 1 en stap 2.

Kijk maar even naar het voorbeeld dat ik gaf bij stap 1: die aanval die misschien geen aanval was. Daar loopt uitdrukken en beïnvloeden vloeiend in elkaar over. De Ik-boodschap en het verzoek dat daar aan gekoppeld is.

HET GESPREK Stap 3 Effect

Daar zijn we toch alsjeblieft klaar mee hè?

Met het “Ik ben niet verantwoordelijk voor hoe jij je voelt”.

Natuurlijk is dat waar, maar dat is toch alsjeblieft geen excuus om je te gedragen als een hork? De misvatting over het recht van meningsuiting is dat je zo maar alles kunt roepen. Daar is dat recht niet voor bevochten! Elke recht bestaat alleen maar als je er zorgvuldig mee om gaat.

Daar is niet zo heel veel zelfcensuur voor nodig hoor. Alles wat nodig is kan gewoon gezegd worden. (Om te bepalen wat nodig is: zie stap 1)

En zelfs dan kun je rekening houden met hoe iets over komt.

De kans dat iets anders overkomt dan jij bedoelt is heel erg groot. Want we zijn allemaal anders, hebben allemaal andere dingen meegemaakt. Dus je kunt nooit weten welke rimpels jouw steentje in (soms hele diepe) andere vijvers veroorzaakt.

Je bent dus niet klaar, als je iets gezegd hebt. Je hebt rekening te houden met het effect van je woorden.

“Dan zeg ik wel helemaal niks meer”

“Je kunt toch niet voor anderen gaan nadenken?”

“Het is niet gezond om met alles en iedereen rekening te houden.”

Nu niet meteen gaan overdrijven.

Nee je moet niet voor anderen nadenken.

Nee je bent niet verantwoordelijk voor wat er bij die ander gebeurd.

Nee je moet je niet voor iedereen en alles wegcijferen. En natuurlijk moet je je eigen grenzen bewaken.

Maar je hebt er wel mee te maken.

Het zijn niet jouw diepe wateren, maar het was wel jouw steentje.

Er buiten blijven is wel een heel laffe keuze.

Rekening met jezelf én de ander kan trouwens heel goed samen. Dat staat hier.

HET GESPREK Stap 4 Erkennen

Het moment waarop de slinger heel even stil hangt.

Daar zijn we, in ons gesprek.

Jij hebt gesproken.

Je hebt naar buiten gebracht wat in jou zat. (stap1)

Je hebt het naar mij gebracht, mij aangesproken, mij geraakt.  (stap 2)

Je bent alert geweest, gemerkt aan mij, hoe het binnen kwam, en wat het daar deed. (stap 3)

Misschien heb je een paar van deze stappen opnieuw gedaan. Net zo lang tot het klopte:

Net zo lang tot jij je begrepen voelde.

Net zo lang tot het aan kwam.

Net zo lang tot het zo over kwam zoals jij het bedoelde.

En dan ben je klaar met spreken,

en begint het luisteren.

Nu breng ik naar buiten wat in mij is.

En jij maakt dat mogelijk door mij te horen, te zien, te voelen.

Want dat is wat wij doen met onze eerste stap, dat is waarom we ons uitdrukken.

We willen gehoord worden.

We willen gezien worden.

Ik kan mezelf alleen kennen in contact met jou.

Jij bent mijn spiegel.

Jij geeft mij mezelf terug. Door te luisteren naar mijn spreken.

Daarvoor moet jij al je beelden opzij zetten, en proberen met een nieuwe blik naar mij te kijken, met nieuwe oren naar mij te luisteren.

Door jouw luisteren wordt jij mijn schepper.

Elke keer dat je me ‘ziet’ wordt er iets in mij geboren.

HET GESPREK Stap 5 Open staan

Je luistert naar me.

Je ziet me, hoort me.

Je knikt begrijpend.

Je zegt: “Ik snap je helemaal.”

Je kunt zelfs verwoorden hoe ik me voel.

Ik voel me helemaal begrepen.

Maar dan.

Durf je verder te gaan?

Durf jij je te laten raken?

Gaat je hart open, en kom ik binnen?

Of bekijk je me van een afstand, heb je me begrepen omdat jij daar ook ooit was, maar ben je al weer verder, wil je wel een luisterend oor zijn, omdat je mij dat gunt, maar wil je niet te zeer geraakt worden door wat ik zeg?

Als jij bij mij laat, wat bij mij hoort . . .

. . . dan blijf je dicht.

Je gaat je bijna gedragen als een coach of therapeut. Je geeft misschien nog net geen advies, omdat jij zo wijs weet, dat ik mijn eigen weg moet gaan.

Maar je blijft wel op afstand. Echt contact hebben we dan niet. Hoe goed je me ook snapt. Er blijft een kloof. Je laat me niet binnen.

Als jij onveranderd, ongenaakbaar blijft in ons contact, waarom hebben we dan contact?

Waar is dan de gelijkwaardigheid?

Ben ik je vriend of je cliënt?

Luisteren is niet alleen begrijpen.

Luisteren is ook geraakt durven worden.

Luisteren is de bereidheid de ander binnen te laten.

Luisteren is jezelf laten veranderen.

Hoe, dat bepaal jezelf. (Ik kan vast verklappen dat dat stap 6 is.)

Maar nooit dezelfde blijven.

Want nu . . .

. . . nu moet je jezelf openen voor echt contact.

HET GESPREK Stap 6 Verwerken

Als jij jezelf helemaal open stelt voor de ander, word je dan niet zelf weggeblazen?

Moet je niet je eigen grenzen bewaken?

Ja. En dat doe je nu. Door het te verwerken.

Het komt binnen,

zoekt er een weg,

maakt een praatje met alles wat daar is,

of botst ergens tegenop.

Er gebeurt van alles daarbinnen. En jij bepaalt uiteindelijk waar het een plekje vindt.

of niet. Als het geen plek kan krijgen, onverenigbaar is met wat daar binnen al is,

kun je het weer laten gaan. Je hoeft niet alles te bewaren.

Hier citeer ik Cuvelier zelf. Ja, het is zijn model. “Tussen jou en mij” is het boek dat hij na “de Stad van Axen” geschreven heeft. Samen vormen ze een prachtige beschrijving van zorgvuldige, intermenselijke communicatie. In “Tussen Jou en Mij” beschrijft hij dit model met de zes stappen, aan de hand van gefingeerde dagboekfragmenten van zijn voorouders uit de 19e eeuw.

Nu ben ik te oud voor kindergebedjes,

zegt onze tienjarige Bart.

Leer mij bidden zoals grote mensen.

– Welaan, ga dan ‘s avonds voor je bed staan,

beide voeten stevig op de grond,

en laat heel zachtjes je hart rusten

op het golven van je middenrif.

Ga dan in je hart naar binnen.

Open het voor al het goede

wat je deze dag hebt meegemaakt.

Doorsta wat je bezwaart,

wat je verwart, je eenzaam maakt.

Leer keuren en kiezen.

Behoud wat je vrij maakt.

Bewaar dat in je hart, wens het te ruste

en laat het rijpen terwijl je slaapt.

Laat het als bloed doorstromen

en zeg dan, traag en met aandacht:

Dank u, God. het zij zo. Amen.

(Oreye, winter 1783)

HET GESPREK Samenvatting, hoe het in elkaar grijpt.

Het gesprek kent 6 stappen. (1, 2 en 3 is als jij spreekt. 4, 5 en 6 is als jij luistert)

1. uitdrukken, laten zien wie je bent, zeggen wat op je hart ligt

2. beïnvloeden, de ander raken, iets teweeg brengen bij de ander

3. effect, beseffen dat wat jij zegt en doet, effect heeft, vaak anders dan wat jij bedoelde

4. Erkennen, de ander zien voor wie hij is, snappen en erkennen wat hij zegt

5. Open staan, dat wat gezegd is ook echt binnen laten komen, niet veilig op een afstand blijven

6. Verwerken, dat wat binnen is gekomen tot dat van jezelf maken. (Of er alsnog afstand van nemen, ja dan pas.)

Ze zijn twee aan twee gekoppeld

Jouw ‘uitdrukken’ vraagt om mijn ‘erkennen’

Jouw ‘beïnvloeden’ vraagt om mijn ‘open stellen’

Het ‘effect’ dat jij ziet is mijn ‘verwerken’

En andersom:

cirkel van bejegening.jpg

De buitencirkel is het ‘praten’

De binnencirkel is het ‘luisteren’

Cuvelier schrijft terecht dat het geen zin heeft je af te vragen waar het begint.

Het is zelfs moeilijk te bepalen waar welke stap begint en eindigt. In een gesprek vloeit het in elkaar over.

De stappen worden opeens wel heel erg zichtbaar als het gesprek stokt:

Als je ik je niet erken, blijf jij hangen in jezelf uitdrukken. Je wordt steeds feller. Je gaat steeds harder roepen.

Als ik me niet open stel, voel jij geen verbinding met mij. Onze verhouding gaat scheef staan.

Als ik geen tijd neem om te verwerken wat je tegen me zegt, het me niet eigen maak, wordt ik jouw papegaai.

Als ik me niet duidelijk uitdruk, niet weet waar ik voor sta, hoe kun jij me dan erkennen? Dan wordt ik niet gezien.

Als ik niet probeer jou te beïnvloeden, je te raken, dan hebben mijn woorden geen zeggingskracht voor jou.

Als ik geen rekening houd met het effect van mijn woorden, dan weet ik nooit of ze goed zijn aangekomen.

Dit gaat allemaal over interpersoonlijke communicatie. Zakelijke communicatie heeft weer eigen regels. Wat het ingewikkeld maakt, is dat zakelijke communicatie gedaan wordt door personen, en er dus altijd ook persoonlijke dingen meespelen. Dat is niet te voorkomen. Beter is het om daar dan gewoon duidelijk en open in te zijn En dat is nu juist het grote probleem: mensen hebben nooit het lef om open te zijn. Ze verbergen dingen en spelen spelletjes. En als ze dat doen, dan verlies je altijd. Ik heb gekozen het spel niet meer mee te spelen, maar dat maakt me meteen een buitenbeentje, en het zorgt dat ik me afzonder. Ik wil eigenlijk alleen nog maar in omgevingen zijn waar het spel niet gespeeld wordt.

Paul Biegel

Ik wil jullie laten genieten van een schrijver die van kinds af aan al bij me is.

Paul Biegel.

Als kind genoot ik van zijn boeken waarin verschillende verhaallijnen op een bijzondere manier samen komen. Als grootste voorbeelden hiervan, De tuinen van Dorr, en de Twaalf rovers.

Als vader genoot ik van de taal. Geen enkele schrijver leest zo lekker voor als Biegel. Zijn taal zingt.

Voorbeeld uit Nachtverhaal.

Een huiskabouter die erg op orde en regelmaat gesteld is raakt van slag als een Fee op bezoek komt. De huiskabouter vergeet zelfs zijn rondes te doen door het huis waar hij voor zorgt. Hij probeert niet aan de Fee te denken.

Maar dat hielp niet. Want niet aan de fee is evenveel fee als wel aan de fee.

De fee is op zoek naar de dood, iets dat zij als sprookjesfiguur niet kent. Ingegeven door een ontmoeting met een stervende Hommel. Die haar vertelt dat ondanks de dood alles doorgaat, vanwege de nakomelingen.

Ik ben de hele tijd bij de hommel blijven zitten wachten.  Op de nakomelingen. Maar er kwamen er geen.

Nee, zei de kabouter, wiedes niet. Zo werkt dat niet.

“en ik vroeg het de anderen in mijn Rijk wat het was: de dood en de nakomelingen, maar ze lachten en sprongen en dansten en jansten en niemand kon het wat schelen. Maar ik dacht: het heeft natuurlijk te maken met wat we niet hebben, en ik wou ook dood.”

“Psa!”, zei de kabouter.

“En ik wou nakomelingen.”

“Welja”, riep de kabouter. “In de verkeerde volgorde ook nog.”

 

Wat een geluk dat ik vier kinderen heb. Wat heb ik veel kunnen voorlezen.

Ik sprak mijn vroegere ik

Ik sprak mijn jongere ik.

“Ben ik echt een meisje?” vroeg ze.

“En wordt ik later zo mooi? Mag ik zulke gave kleren dragen?

Hoe heb ik dat voor elkaar gekregen? Waar haal ik dat lef vandaan? Kun je me nu wat geven?”

Ik schudde mijn hoofd.

Ik heb dat lef alleen omdat jij nu doet wat je doet.

“Maar ik verkloot alles! Ik heb nog niet eens gezoend. Ik weet wat wat ik moet met mijn leven. Alles wat ik wil is dromerij en niet realistisch. Ik pas niet. Hoe overleef ik dit? Geef me tips!”

Ik legde haar uit dat ik dat niet kon.
“Alles wat je doet, ook je mislukkingen maken je tot wie ik nu ben. En wat er ook gebeurt, je blijft altijd het mooie zien in alles. Er wachten zoveel schatten. Als ik ze nu nog weet, kan het niet anders dan dat ze indruk op je maken. Jij gaat al die momenten nog tegemoet”
Ik heb haar niet verteld over die schitterende kinderen die ze gaat krijgen. Of . . . misschien liet ik per ongeluk wat vallen. Het is zo moeilijk om niet over ze te vertellen. Ik weet nog dat ik droomde van ze, voor ze er waren.

“Kun je het aan?” vroeg ik.
Ze knikte met haar jongenshoofd: “Ja, ik ga er wel doorheen. Voor jou, voor mij. En niet alleen voor later, ook voor nu. Ik kan niet anders dan het leven leven, en vertrouwen, ook al weet ik dat ik dat soms niet kan voelen.”

Ik ben zo trots op mezelf als ik de periodes terug zie waarop ik het niet kon voelen.

Ergens in die dieptes is steeds het weten geweest.

Mijn huidige en mijn jongere ik. Wie heeft wie kracht gegeven?

 

Met welke tekst ben jij ooit weggezet?

Welke woorden heb je geslikt?

Omdat je toen nog niet wist dat je een keuze had:

proeven,

en uitspugen als het niet past.

Welke woorden draag je misschien nog steeds met je mee?

 

De mijne waren:

  • luchtfietser, dromer, luchtkastenbouwer
  • zo zit de wereld niet in elkaar

En bij die laatste denk ik nu: nou, dan wordt het tijd om daarwat aan te doen!

 

Ik ben benieuwd, schrijf in je reactie hieronder tegen welke woorden jij bent aangeknald.

liefs

Mijn nieuwe plek. Ik stop hier

Over het hoe en waarom, volgt nog een blog.

Maar ik wil jullie nu alvast laten weten dat ik inmiddels aan het bloggen ben op mijn nieuwe site.

Hij heet:  http://www.internefan.nl/

Die uitleg is het enige blog dat ik hier nog ga plaatsen.

Deze site blijft wel bestaan. Jacob Jan is integraal onderdeel van Emma. Maar Emma is veel meer dan Jacob Jan, ontdek ik nu.

 

gesprek met mijn interne fan

Hee, ik heb je nodig.

Weet ik. Fijn dat je me gevonden hebt. Zeg maar even niks. Ik sla mijn armen om je heen.

Huilt.

Weet je, ik vind het zo lastig om te ontdekken hoe ik mezelf heb uitgezet, voor een groot deel van mijn leven. Ik vind het ook lastig om te ontdekken, dat ik daar mijn kinderen mee tekort heb gedaan.

Het doet pijn.

Ja, lieverd. Voel het maar. Dit is de dag die je wist dat ging komen toen je je gevoel weer aan zette. Het mag. De pijn mag. De tranen mogen.

Jij mag.

En dat mag je ook voelen.

Ik ben er, ik blijf er. Ik hou van je.

Here’s looking at you kid

Ik laat me regelmatig koesteren door mijn interne fan.

Ik weet dat ze er is, zelfs als ik er niet bij kan.

Ergens in de afgelopen weken werd ik aangereden door mijn oeroude niet-goed-genoeg gevoel die als Truck-met-oplegger van links kwam en geen voorrang gaf. De oplegger kantelde en lekte gif.
“En ik laat je ook niet met je interne fan praten, want dat verdien je niet!”, lispelde er uit de dampen.

Ik kroop strompelend uit de berm, overal pijn, maar wetende dat ik dit zou overleven. Geen ambulance nodig, zelfs. Want ik wist dat ze er was, mijn interne fan, ook al kon ik haar niet horen.

Ik had dit lange weekend echt even nodig om bij te komen. Ik durfde de kranen van mijn gevoel weer open te draaien, en ik stroomde weer.

En vanmorgen, in een flits, een openbaring.

Mijn openbaringen zijn achteraf heel banaal. Als ik probeer te verwoorden wat ik open gebaard heb, bekruipt me altijd een grote Duh!

Ook nu.

De openbaring is dat ik niet alleen een interne fan heb, maar dat ik ook een interne fan ben.

Ja, precies.

Duh!

En toch voelde ik het vanmorgen voor het eerst. Mijn gezichtspunt verschoof. Dat hele kleine verschilletje tussen alles of niets.

Ik voelde een enorme compassie voor mezelf, en tegelijk voelde ik me geliefd. Die twee bestonden heel even tegelijk apart naast elkaar, en toen vloeiden ze pas ineen.

De wereld schoof weer terug op zijn plek, maar is voor altijd anders. Ik heb de kier gezien. Ik zie de compassie nu als hars tevoorschijn druipen.

 

PS  (Sinds mijn transitie schrijf ik hier)