Het IS al goed

Ik ben een notoir ‘het-is-pas-goed-als…’ persoon.

Als ik erg op dreef ben krijg ik het zelfs voor elkaar om van een goed moment  een ‘het-is-pas-écht-goed-als…’ moment te maken.

Als ik wat minder mijn best doe is een goed moment altijd nog een: ‘het-is-goed-omdat…’ moment.

En afgelopen week had ik zomaar een moment dat die puntjes (…)  weg waren.

Ik had een ‘het-is-goed’ moment.

Sterker nog: het was een ‘het-is-al-goed’ moment. Met de nadruk op IS, in plaats van op goed.

Het IS al goed!

Niet omdat, niet bijna, maar gewoon helemaal.

En dat dan niet alleen tegen mezelf zeggen, maar ook echt zo voelen. Dat gaf rust.

Kan ik dat vasthouden? Nee. Maar het is ook niet om vast te houden. Het is iets om weer los te laten en dan toch te weten dat het er is. Dichtbij. Waar ik er bij kan. Mezelf er aan herinneren door het te zeggen. Het is al goed. Dat zijn vanaf nu geen woorden meer, het is een oproep.

En hoe zit dat dan? vraagt mijn druktemaker. Geen plannen meer? Geen ambities?

Mooie vraag.

Ik heb het vermoeden van een antwoord. Ik ga nog ontdekken of dat klopt.

En je doel dan? Jouw ‘purpose’ ? Dat zou je toch gaan ontdekken? Hoe kan het nu al goed zijn, als je dat nog niet weet? Dat vraagt mijn doelzoeker en redengever.

Ook dat is een mooie vraag. En ook daarbij ontvang ik een echo van een antwoord. Het heeft te maken met inzoomen en uitzoomen.

En ook daarvan ga ik nog ontdekken of dat klopt.

Wat ik nu al heel zeker weet: ‘het-is-al-goed’ is een heel waardevol gevoel. Blij dat ik het heb ervaren. Blij dat ik weet dat ik er bij kan.

#Wot 17 onderhuids

Ik ben heel allergisch voor onderhuids.

Als kind al. Volwassen die gesprekken  voeren waarbij van alles aan de hand is, en die net doen alsof dat niet zo is. Dat maakte me vreselijk onzeker: ben ik nou gek? Een vraag die ik op een gegeven moment zelfs met “ja” ging beantwoorden. Te lang ben ik dat blijven doen.

En nog steeds is het lastig als ik dingen voel die er volgens anderen niet zijn. Soms zijn ze er ook niet. Ik heb nog wel eens de neiging om te veel in te vullen. Te veel op mezelf te betrekken. Dat wordt minder gelukkig.

Maar vaak zijn ze er wel. Ik weet soms niet wát er is, maar dát er iets is, daar kan ik donder op zeggen. Ik zeg alleen geen donder. Door schade en schande geleerd. “Hoezo? donder? Prachtig blauwe lucht!” wordt er dan geroepen.

Als het mij niet aan gaat zit er niets anders op dan de donderbui af te wachten. Want dan is de lucht geklaard. Maar het is verbazingwekkend hoe weinig mensen geneigd zijn die lucht te klaren. Bang voor een nat pak. Maar intussen wel die drukkende atmosfeer.

Nee, daar kan ik niet zo goed tegen. Ik kan erg slecht doen alsof. Als ik dat toch moet doen slaat het naar binnen.

Mijn manier om de lucht lek te prikken is zelf heel open te zijn. Maar ook dat vinden sommige mensen eng, merk ik. En ook daar trek ik me steeds minder van aan.

En in die gevallen dat ik te veel invul, het niet klopt wat ik zie, te veel mijn eigen onzekerheden zit te projecteren, in die gevallen prik ik mijn eigen luchtbellen lek. Ook goed om te doen.

Kom maar op met die buien!

Dat water voel je tenminste óp je huid.

Vind hier de andere Wots, en uitleg over wat een #Wot is. (weet je dat nog niet dan? snel klikken)

doe het wel, én niet alleen

Ontdekking:

Als ik van alles op een rij aan het zetten ben voor mezelf. Met mijn hoofd, met mijn hart. Dan wil ik daar even niemand bij hebben. Geen advies van buitenaf. Het is al moeilijk genoeg om mijn eigen stem te horen. Mijn stem die me zegt wat bij me hoort. Kiezen voor mezelf. Geen inmenging op zo’n moment. Geen goedbedoelde adviezen.

Dus deel ik niet. Ik houd het bij mezelf. En dat is goed, want zo kom ik mezelf op het spoor.

Maar dan. Dan ga ik conlusies verbinden aan wat ik ontdekt heb. Knopen doorhakken. Want ik moet durven, stappen zettten.     Meer lezen over doe het wel, én niet alleen

de lol van het leven

Onderweg naar de garage (het lampje brandde weer, en ik ben geen Penny) zie ik lammetjes in de wei. En ik besef opeens het grote contrast. Lollige lammetjes worden saaie schapen. En ik vraag me af: hoe saai ben ik eigenlijk geworden?  

Ik herinner me dat ik als kind nooit groot wilde worden. Eerste reden was dat ik moest trouwen (dacht ik), en dat ik dan vooraan moest staan op een plek waar iedereen naar keek. Ik wist zeker dat ik dat nooit zou durven. De tweede reden was dat volwassenen alleen maar saaie cadeautjes kregen.

Ik sta bij de garage te wachten tot mijn auto weer wordt doorgemeten (een storing die er kennelijk soms wel en soms niet is), en kijk naar andere auto’s die te koop staan, mocht de mijne het niet redden. Hoewel ik er helemaal geen geld voor heb kijk ik verlekkerd naar een Chrysler Voyager. Ik schrik, ben ik zo saai geworden dat ik kick op auto’s?

Gelukkig niet. Want die Voyager betekent voor mij  6 stoelen. Een auto waar het hele gezin in past. Mijn oudste zoon verleiden om weer een keer mee te gaan op vakantie. Weer met zijn allen.

En dat had ik ook al als kind. Vakantie met het gezin. Een cocoon van genot. Niets hoeft, maar nog belangrijker: we zijn met zijn allen. Allemaal met hetzelfde bezig, samen.

Welk kinderplezier heb ik nog meer bewaard?

  • stoepranden (en het plezier van weer buiten spelen na het eten)
  • de seizoenen volgen (goh wat is het lang licht! wow het vriest al! kijk er ligt sneeuw!)
  • vreemde manieren verzinnen om iets gewoons te doen
  • strips (als ik geld had kocht ik een winkel leeg)
  • spannende of leuke series op TV, NU :LOST, Friends, BBT, Nikita (guilty pleasure). TOEN: de Wrekers, de Vrijbuiters, Centennial, Columbo, McCloud) en iets later Monty Python, Hill street Blues, St Elswhere)
  • boeken (zelfs zonder plaatjes)
  • dromen en verhalen verzinnen
  • alles op een andere manier bekijken

Al ben ik stijver geworden, ik ben gelukkig niet veel saaier geworden. Ik heb nog erg veel lol. En misschien doe ik die schapen wel onrecht. Wie weet welke verhalen er in die koppen spelen.

mopperblog

Te lang voor 140 tekens, dus hier.

Kom eens uit je comfortzone hoor ik wel eens. Doe mij eerst maar eens zo’n comfortzone, dan stap ik er wel een keer uit!

Auto stuk. Gisteren met angst en beven op en neer naar Limburg (mezelf afleiden met schrijven van blogs in mijn hoofd). Vandaag weggebracht. Nu met angst en beven afwachten: overlijdensbericht of hoge rekening.     Meer lezen over mopperblog

thuiskomen

If you see me walking all alone
Don’t look back, I’m just on my way back home
(The Eagles)

Terug naar huis
Basis
Ontdaan van alles
Afgeschminkt

Het is nog steeds wat het is, nee
het is opnieuw wat het is

Terug kunnen komen bij ontluisterende eenvoud
Geen filmuziek
Geen dramatische belichting
Geen son et lumiere
Geen fotoshop
Geen filters
Geen softfocus

Nietsontziend daglicht
en juist daarin ligt
de genade

De test doorstaan is
weten dat er geen test bestaat

Ontspan
ik voel de spanning wegtrekken
als ik stop met reiken naar

In plaats daarvan de rijkdom
die niet beschermd hoeft
geen wallen, muren, grachten
maar een deur die altijd open staat.

grenzen

 

Dit blog begint met een les in surfen. Zomer 1979 Friesland. Ik zat op school in Drachten, en dan heb je veel vrienden die ergens een boot hebben. Eén van die vrienden gaf mij surfles.

Evenwicht is waar het om gaat. Elke duw die de wind in mijn zeil geeft brengt me uit balans. Mijn kont schiet naar achteren, en ik val voorover in het water.
“Hangen!” roept mijn vriend. Want alleen dan kan ik die wind gebruiken.

Hij komt naaste me liggen en geeft me een advies dat me nu nog steeds helpt.
“Val een paar keer expres achterover in het water. Zo ontdek je je evenwicht”

Grenzen vindt je pas als je er doorheen gaat.

Grenzen heb ik gevonden gisteren. Er is iets meer afstand nodig als ik blog. Noodkreet was wel erg vers. Het leverde lieve woorden op en dat was goed. Maar ik zat op het randje van emo-exhibitionisme.

Een andere grens werd opgerold. Ik blijf ik, ook als ik niks moois heb om te laten zien. ik hoef mijn ‘moois’ niet koste wat het kost te beschermen. Als Abraham win ik mijn vaderschap door mijn illusoire vaderschap te offeren.

En dat is de andere grens die ik ontdek. Vreemd, want ik volg hem mijn hele leven al.

De grens tussen dromen en illusie. Ik moet mezelf af en toe achterover laten vallen om de balans weer te vinden. Want deze grens is subtiel.  Balans vinden is een meesterproef.

 

(Op de foto een paasopstelling van mijn dochters, die het leuk vinden om de grenzen van kitsch flink te overschrijden)

 

Opstanding

Morgen gewoon opstaan. Doorgaan Relativeren.

Soms heb je daar een grote broer voor nodig (en Ewa en Steven en Mariska en Henk), dank je.

Mijn vaderrol weggooien als een slang zijn huid. Geen ideale vader als verpakking waar ik mezelf in kan verstoppen.

Vader blijven en daar het beste van maken. Omdat mijn kinderen dat verdienen.

En ikzelf sta stil bij mijn steeds kalere ik. Weer omhulsels afgeschud. De keizer zonder kleren. Ik zoek of er nog wat van te houden valt. Ja, zeg ik tegen mezelf. Ik neem mijn hand en loop verder.

Ik voel me niet opeens juichend blij. Ik heb een flinke kater, en voel me bont en blauw.

But I’ll live.

anker kwijt

bijzonder einde van de 40 dagen, want het is ook echt een einde

ik stop voorlopig   
klap in mijn gezicht gehad en anker kwijt, dus voorlopig geen energie om hier te schrijven.

hoe therapeutisch ook, dit is groter dan dit blog

aanvaring met mijn dochter, ontdekt dat ik volstrekt faal als vader

en dat was mijn enige houvast bij al mijn ups en downs.  een goede vader zijn  kan ik tenminste nog wel, dacht ik.

Alle grond onder mijn voeten weg

mijn dochter heeft liefde en begrip nodig en vooral dat laatste ervaart ze niet van mij

sterker nog, ze heeft zich er al bij neergelegd dat dat thuis niet te halen is

ik heb mezelf voor de gek gehouden al die tijd

het klinkt dramatisch en op dit moment voelt het nog dramatischer

zo voelt een stille zaterdag, ik heb alleen niet het idee dat er morgen al een opstanding plaats zal vinden.

in de tussentijd weinig zin om over ditjes en datjes te schrijven, want al het andere voelt nu als verschrikkelijk onbelangrijk, mijn financiële situatie, maar ook alle mooie dingen die ik kon bedenken

ik weet niet wanneer ik terug ben