Morgen gewoon opstaan. Doorgaan Relativeren.
Soms heb je daar een grote broer voor nodig (en Ewa en Steven en Mariska en Henk), dank je.
Mijn vaderrol weggooien als een slang zijn huid. Geen ideale vader als verpakking waar ik mezelf in kan verstoppen.
Vader blijven en daar het beste van maken. Omdat mijn kinderen dat verdienen.
En ikzelf sta stil bij mijn steeds kalere ik. Weer omhulsels afgeschud. De keizer zonder kleren. Ik zoek of er nog wat van te houden valt. Ja, zeg ik tegen mezelf. Ik neem mijn hand en loop verder.
Ik voel me niet opeens juichend blij. Ik heb een flinke kater, en voel me bont en blauw.
But I’ll live.
Niet veel te melden, alleen dit: ik lees je iedere dag, en ik leef mee.