wordt 2012 mijn jaar?

mmmm weet niet.

2011 was mijn kennismaking met twitter en bloggen. Dat heeft veel opgeleverd.

Mooie mensen ontmoet. Mooie dingen gedeeld.

Stappen gezet voor mezelf.

En het heeft dromen wakker gemaakt die ik te rusten had gelegd.
 
Vraag is wat ik daar mee ga doen. Mijn ideeën lopen altijd te hard voor me uit.
De vraag is wat wil ik echt? Wat kan ik echt?
Want anders zijn die ideeën niets meer dan een vehikel om me zelf te bewijzen.

Dus nog even tijd om genoeg afstand te nemen van al die mooie ideeën. Geen haast omdat er een nieuw jaar begint. Als ik wil kan ik op elke dag een nieuw jaar beginnen, op elk uur een nieuw leven.

Waar hebben mijn wensen en ideeën mee te maken?

Wat is de rode draad?

Daar ben ik naar op zoek.

Het heeft te maken met het creëren van ruimte voor de bangerds onder ons.

even een klein stukje privé wereldbeeld:

Volgens mij heb je 3 soorten mensen: De bangerds, de durverds en de derde groep: zij die niet bij de vorige twee horen.

De durverds zijn net zo bang als de bangerds maar weten hun angst te overschreeuwen, of voor zich uit te duwen met hun acties.

De wereld wordt gevormd door de durverds.

Maar er worden hekken neergezet door de bangerds die op zoek zijn naar houvast.

Die hekken maken dat de wereld een lastige plek is voor bangerds die te vrij zijn om zich te bemoeien met het bouwen van hekken, maar te bang zijn om ze omver te duwen.

De derde groep bestaat uit bangerds die een weg gevonden hebben om zich uit te drukken, voorbij (of dwars door) hun angst, en uit durverds die hun angst onder ogen durven te komen. Deze groep beweegt zich dwars door alle hekken heen alsof ze niet bestonden. Deze groep wordt groter en maakt de wereld mooier. Maar nog te vaak worden hun plannen overgenomen door durverds die net te hard schreeuwen en bangerds die de boel dicht willen spijkeren.

Ik ben een bangerd, allergisch voor hekken. Toch heb ik me tot nu toe nog door veel te veel hekken tegen laten houden.

Twitter heeft mij een mogelijkheid gegeven om direct contact te krijgen met de derde groep.

Dankzij hen heb ik in 2011 een paar hekken voor me zelf omver geduwd.

Ben ik er?

Nee.

Het bangerd zijn blijft altijd een beetje aan me kleven. Het durverd willen zijn ligt op de loer. Geen goede stap voor mij omdat ik me zelf dan voorbij loop.

Dus mijn wilde plannen toetsen op wat ik écht wil.

En wat ik echt wil is de hekken weg.

Ruimte voor wie we echt zijn.

Want onder dat laagje dat van ons een durverd of en bangerd maakt, behoren we allemaal tot de laatste groep: mensen die niet uit angst, maar uit liefde contact maken.

.

Personal branding, jezelf zijn. Maar hoe open kun je zijn?

Gisteren op #blogpraat kwam het voorbij: Hoe open kun je zijn op een Blog, (of op twitter, en andere sociale media).

Langzamerhand worden steeds meer mensen zich bewust van het fenomeen “personal branding”. Alles wat je doet op internet draagt bij aan het beeld dat er van jou ontstaat. Alsof iedere burger opeens een politicus is staan de “mannetjesmakers” in de rij om adviezen te geven over hoe je de “social media tools” in kunt zetten voor je carrière.

Ik doe er zelf aan mee. Mijn klanten zoeken werk, en dan kun je geen kans onbenut laten.

En toch bekruipt de twijfel mij een beetje. . .

“Wees jezelf”

“Wees authentiek!”

Zonder dat we het merken knutselen we aan ons “authentieke imago”.

Want reken maar dat we goed nadenken over welk stukje authentieke zelf we twitteren, bloggen en inlinken en facebooken.

Ja hoor, we durven best open te zijn. Onze persoonlijke verhalen te vertellen.

Toch ontdek ik dat daar een grens zit.

Die grens heeft te maken met het verschil tussen “daar en toen” en “hier en nu”.

Ik kan heel open zijn over blunders die ik gemaakt heb. Gemoedstoestanden kan ik in mooie bewoordingen op mijn blog kwijt.

Maar dat zijn allemaal afgeronde zaken. Ik ben er klaar mee. De wond is dicht. Dekseltje gesloten en op een plank gezet. Je mag kijken, maar alleen door het plastic raampje dat aan de voorkant in het doosje zit. De deksel blijft dicht.

De boodschap “ik ben kwetsbaar” wordt direct aangevuld met “ik ben sterk, want ik heb het overwonnen”.

Zo kom je dus vooral sterke mensen tegen. Je zou bijna gaan denken dat er alleen maar sterke mensen bestaan.

En wat dan als je midden in je ellende zit? Als de wond nog open en rouw is? Hoe lezen de verhalen van al die sterke mensen dan?In zo’n geval lees je liever berichten van anderen, die in eenzelfde positie zitten. Daar voel je tenminste herkenning. Al is de kans groot dat je met elkaar gaat klagen.

Het lijkt wel of er zo twee werelden bestaan. Een nieuwe verdeling tussen de “haves” en de “have-nots”. De successers en de ploeteraars.

Ik ken beide werelden. Sterker nog ik, slinger nog steeds tussen die twee heen en weer. Ik ken periodes waarin ik me geweldig voel. En soms wordt het me allemaal even te veel. In die periodes kan ik heel goed voelen wat sommige van mijn klanten voelen. De verlammende werking van onmacht.

Mijn wens is dat die twee werelden, die van de successers en die van de ploeteraars elkaar ontmoeten.

Dat de successers niet meteen hun neus ophalen.

En dat de ploeteraars niet meteen zich afkeren in jalouzie.

Ze hebben elkaar veel te leren.

Hoeveel successers komen niet in een burn-out terecht omdat ze niet kunnen loslaten? Dat kunnen die ploeteraars vaak wel. Als het moeilijk wordt: alles uit je handen laten donderen.

En die ploeteraars kunnen van de successers leren om zo veel van zichzelf te houden dat het de moeite gaat lonen om die boel eens wat langer vast te houden. Dat je wel degelijk zelf iets aan je succes kunt doen.

Om dat te bereiken is wat meer openheid nodig.

Openheid om te durven zeggen: “Ik kan het nu even niet alleen”, zonder dat je daarmee je geloofwaardigheid verliest in je personal brand. En dan bedoel ik niet de stoere “ik ga hulp vragen”, want dan ben je er al. Nee ik bedoel de hulpeloze “Ik zie het even niet meer zitten”.

Openheid van de successers die ook hun momenten van twijfel kennen. Durf je die te laten zien, hier en nu? Dus niet straks, als je twijfel al weer is omgezet in een succes? Die twijfel moeten ze laten zien, want een boodschap van louter kracht komt niet aan bij een ploeteraar. (Ja, jij wel!)

Of ben ik te naïef?Horen deze zaken niet op het net? Zijn dit dingen die binnenskamers moeten blijven?

Ik weet het niet.

Ik twijfel.

Aan de ene kant zet ik dit op internet onder mijn eigen naam. Dat ik ook soms een ploeteraar ben, die als het te moeilijk wordt dingen uit zijn handen laat vallen. Die ook af en toe (vol jalouzie) denkt bij de zoveelste jubeltweet: “Ja, jij wel”.

Aan de andere kant: Ik zet het niet op mijn loopbaanblog. Daarvoor is het te persoonlijk. Ik zet dit op mijn meningenblog, een beetje in de schaduw. En ik hecht er aan te zeggen dat ik, als ik mensen succes wens op twitter, ik dat te volle meen. Ik ben dus niet helemaal een loser, ja?

Ik ga dit plaatsen zonder er een nachtje over te slapen.