Wens

Ik had beloofd vandaag die wens te vertellen.

Maar eerst iets anders. Ik ben namelijk aan het loslaten. Dus ik zal eerst een lijstje maken van alle (nou ja, alle..) wensen die ik ooit had, en die ik losgelaten heb.

Wensen die ik zorgvuldig bewaarde, en slechts zeer spaarzaam deelde. En nooit alles aan één persoon.

Doodsbang dat dat een beeld zou geven van een dagdromend, onevenwichtig, onpraktisch, niet-volhardend persoon. Maar ik heb op mijn 50e besloten dat ik ben wie ik ben. Dus laat ik ze allemaal zien. Een rijtje onvervulde wensen/plannen/ideeeën. (Ik doe ook even alle ideeën erbij die ik direct als onhaalbaar heb weggegooid)

  1. Overdekte speeltuin. Let wel. dit was 1992. Toen waren er niet zo veel, en ik kende er geen. Voor mij was dit nieuw. Ik bedacht ook een speciale service, die bij mijn weten nog steeds niet bestaat: per stuk verkopen van: luiers, speentjes, zakjes voeding, doekjes etc. Alle dingen die je als ouder van een baby kunt vergeten/kwijtraken en wat je dag een stuk lastiger kan maken. Nooit serieus plannen gemaakt, alleen als droom.
  2. Camping. Ook hier speciale service voor tentkampeerders en trekkers: een droogschuur om jet tent ’s morgens droog ik te kunnen pakken. Ook nooit serieus overwogen.
  3. Son et Lumière kasteel Wijchen. Alle verenigingen van Wijchen werken zomers aan een spektakelspel rond het kasteel. Middeleeuwse klederdrachten, en zo. En alle basisschoolkinderen starten de zomervakantie door een mega-kinderkoor in de kasteeltuin te vormen. Wel serieus gestart met aanschrijven van alle verenigingen in Wijchen: 2 positieve reacties, rest “Get a life”. (Later is er dit in Nijmegen wel gedaan met het gebroeders van Limburg festival)
  4. Sociale vaardigheidstrainingen en presentatietrainingen als onderdeel van profielwerkstukken middelbare scholen. Gedeeltelijk gerealiseerd. Ik heb 2 keer een presentatietraining gegeven, en de middelbare school van mijn kinderen is meer gaan doen met: samenwerken/leerstijlen enz.
  5. Leer/werkbedrijf voor school-uitvallers. Ik gaf taakstraftrainingen aan spijbelaars, en kwam er achter dat sommige jongeren echt niet in de schoolbanken moeten. Gewoon werken dus: salaris verdienen en daarnaast ondersteuning bij het halen van een examen. Studeren via avond-workshops en studeer-apps op smartphones. Heel serieus over nagedacht, maar er bestond geen #dtf, dus geen idee hoe te beginnen.
  6. Geschiedenis-augmented-reality-app. Kijk met je smartphone naar de brug in Arnhem en je ziet de strijd om de brug te ver. Stel de periode in, en zie hoe de omgeving is veranderd. Met links naar wikipedia etc. Misschien bestaat dit intussen al.
  7. Verhaal-op-de-plek-app. Zelfde idee, maar dan met verhalen/fragmenten uit boeken. Een layer in Google maps geeft aan op welke plek het verhaal/fragment speelt. Lees het en bekijk intussen de live 3D illustratie (inclusief weer en wind).
  8. Koppelstukjes voor lege WC rolllen. Recht en hoeken. Zodat kleuterklassen grote constructies kunnen maken.
  9. Een verzamelkaarten systeem voor netwerkers. Deze is redelijk vers. Een kaartenset gemaakt door verschillende kunstenaars. De kaarten beelden verschillende stemmingen uit. Op elke kaart een uniek nummer (QR-code?). Bedoeling om bij het netwerken kaarten te ruilen. Je geeft iemand een kaart waarvan je vindt dat die bij hem past. Op een platform-site kun je beiden aan de hand van de QR-code nog een opmerking toevoegen over de ontmoeting, een soort aanbeveling maar dan anders. Leuk is als de kaarten van persoon naar persoon gaan. Je kunt dan de kaart volgen die jij hebt gekregen en weer doorgegeven. (Afgekeken van bookcrossing). Ik ben zonder deze kaarten al wel begonnen met het maken van teksten a.d.h.v. ontmoetingen. zie: minder woorden) . Deze zit nog in mijn hoofd. Ik geef hem niet op, maar ik laat hem wel los.
  10. Netwerkbijeenkomsten waar minder gepraat wordt. Tekenen, of kennismakingsspelletjes doen, of dansen. Hier wil ik nog mee aan de slag, maar niet als ondernemer, dat laat ik los.
Dan blijven er twee over die ik niet los laat, maar waar ik aan ga werken:
  1. Dansweekend voor slechthorenden (en doven?). Ik zag tweets van @dansklooster en dacht: dat wil ik ook. Maar dan niet met muziek. Dat is lawaai voor mij. Maar percussie/drums etc, en stilte kan wel heel mooi zijn. Ik heb al contact. Bij genoeg belangstelling gaat dit door. 
  2. Boek schrijven. Ik heb in 2009 meegedaan met NanoWrimo. Net niet de 50.000 woorden gehaald, maar wel een heel verhaal geschreven. Dat ligt nu lang genoeg om te gaan herschrijven.
UPDATE:
Doel 1: is gerealiseerd. Zelfs al twee keer.
 
Doel 2: Mijn boek is een theaterstuk geworden. 
 
 
Nieuw in mijn artikelen:
Ik merk dat ik zo beïnvloed wordt door mijn mede-bloggers, dat ik voortaan onderaan mijn blogs links plaats van de artikelen die mij getriggerd hebben:
http://sonjabroekhuizen.nl/blog/lef-hebben
 

Het verhaal van de stilte

In het stiltecentrum van het ziekenhuis zit Jacob, arts in opleiding. Hij heeft net zijn  begeleidingsgesprek achter de rug.

Ongeschikt.

Dat woord werd in het gesprek te nadrukkelijk vermeden.

Jacob wilde zich verdedigen, maar de uitdrukking op het gezicht van zijn begeleider deed hem zijn protesten inslikken, en de stress en paniek van de afgelopen maanden verdronken in een golf van verdriet. De kracht daarvan was zo groot dat hij werd overrompeld. Hij is gevlucht naar de stilteruimte.

Daar is die ene gedachte bovenal aanwezig: stoppen met de studie is verraad aan zijn vader. Hoewel hij probeert zijn emoties in bedwang te houden kan hij niet voorkomen dat de beelden bovenkomen. Het strakke gezicht en de houterige bewegingen die veroorzaakt werden door de Parkinson. De spullen die zijn vader verzameld had op krukjes rond zijn stoel in de hoek van de kamer, zodat hij er makkelijk bij kon. De handen die ooit een poppenkast hadden gebouwd als verjaardagscadeau, maar nu moeite hadden met de simpelste handelingen.

De beelden brengen hem terug naar het ouderlijk huis. Met zijn allen rond de tafel, gezamenlijk in het regelen van de begrafenis, verbonden in verdriet. Hij hoort weer de koeling onder de grafkist die af en toe aansloeg. Alsof zijn vader vanuit de hoek van de kamer liet weten dat hij er nog was.

Hij weet niet hoelang hij hier al zit als er een man binnenkomt die zwijgend op het bankje naast hem gaat zitten.
“Mooi hè?, de stilte”, zegt de man. Hij legt zachtjes zijn hand op de schouder van Jacob. Deze voelt daarin een aanmoediging om zich te laten gaan. Heel langzaam beginnen de tranen te stromen, en hij geeft zich over aan het verhaal van de stilte.

Veel later loopt Jacob weer door de gangen van het ziekenhuis. Als hij een arts tegenkomt voelt hij niet langer dat knagende gevoel in zijn buik. Zijn medische loopbaan is een vage herinnering. Hij heeft nu zijn eigen werk in het ziekenhuis, als verteller. Aan het ziekbed maakt hij samen met de patiënt een verhaal. Hij heeft van verschillende artsen en verpleegkundigen al te horen gekregen dat dit het genezingsproces positief beïnvloedt.

Vandaag is hij op weg naar een patiënt die Parkinson heeft en vanwege complicaties is opgenomen. Zijn hoofd zit vol gedachten. Voor de kamerdeur stopt hij. Hij haalt diep adem om zijn hoofd leeg te maken en loopt dan de kamer binnen. Hij groet de patiënt en gaat op de rand van het bed zitten.
“Zullen we maar gewoon beginnen?”, hij neemt de hand van de patiënt in de zijne. De patiënt knikt.
“Goed. Waarheen leidt ons verhaal?”
“Naar de bergen”, antwoordt de patiënt.
“Sluit dan je ogen en zie de bergen voor je”. De patiënt en de verteller sluiten beiden de ogen. De verteller gaat verder:
“Ruik de frisse berglucht. Voel je voeten op de rotsbodem. Luister naar de geluiden om je heen. Kijk naar alle kleuren die je hier kunt zien.”
“Ik ben er”, zegt de patiënt even later, “ik zie een bergpad omhooglopen”.
“Zullen we het pad volgen?”, vraagt de verteller.

De patiënt antwoordt bevestigend en samen lopen ze het pad op. Het pad leidt zigzaggend omhoog. Ze lopen door loofbos, klauteren over rotsen, steken wildstromende bergbeken over en rusten uit in een alpenweide. Dan gaan ze weer verder. Het loofbos gaat langzaam over in naaldbos. De begroeiing wordt lager, tot er alleen nog wat mos te zien is tussen de rotsen. Weer houden de wandelaars stil.

Zittend op een grote rots kijken ze het dal in.
“Wat, mooi om het leven vanaf deze hoogte te bezien”, zegt de patiënt. De verteller kijkt opzij. Hij ziet een vredige glimlach op het gezicht van zijn wandelpartner. De patiënt wijst omhoog, naar de toppen die boven hen liggen.
“Die top daar”, de patiënt wacht even tot de verteller zijn wijzende vinger heeft kunnen volgen, “die top kunnen we nog bereiken.”
De verteller knikt en ze gaan weer op weg. De patiënt gaat voorop, zijn pas is veerkrachtiger geworden. Met zichtbaar gemak vinden zijn voeten een weg over de rotsen. De verteller volgt, maar moeizamer. Hoe hoger ze komen, hoe meer moeite hij krijgt met het tempo van zijn reisgenoot. De top blijkt verder weg dan hij dacht. Hij dringt aan op een pauze. Eenmaal zittend komt hij langzaam weer op adem.
“Ik weet niet of ik het nog red tot de top”, zegt hij, “Misschien is het verstandiger om weer terug te keren.”
“Ik wil wel erg graag de top zien te bereiken”, zegt de patiënt, “wacht jij dan hier”.

De verteller is te moe om er tegen in te gaan en gebaart dat zijn reisgenoot dan maar verder moet gaan. Hij kijkt hem na. Als hij ziet hoe oneindig klein de wandelaar wordt ten opzichte van die machtige toppen beseft hij pas wat de patiënt aan het doen is. Hij wil opstaan, hem achterna. Dan voelt hij een hand op zijn schouder die hem zacht tegen houdt. Hij kijkt om en ziet zijn vader staan.
“Het is goed.”, zegt deze: “Op dit laatste stuk kun jij niet mee. Het is nu zaak om je eigen weg weer te vervolgen”.

De verteller kijkt naar de wandelaar die nauwelijks meer te zien is. Zijn ogen dwalen af naar de silhouetten van de bergtoppen. Haast onmerkbaar gaan ze op en neer als ze de pieken en dalen volgen.

De pieken en dalen op de monitor naast het bed van de patiënt worden onregelmatiger en gaan over in een vlakke lijn. De verteller doet zijn ogen open. Op de pieptoon komen verpleegkundigen de kamer ingelopen. De verteller kijkt naar de patiënt die met een vredige uitdrukking op zijn bed ligt. Voorzichtig maakt hij zijn hand van die van de patiënt los. Ondanks de toenemende drukte om zich heen blijft hij nog even zitten en sluit opnieuw zijn ogen.

Als hij zijn ogen weer opendoet merkt hij dat hij zich in de stilteruimte bevindt. Het geluid van een deur doet hem omdraaien. Zo ziet hij nog net de man die zojuist een hand op zijn schouder heeft gelegd de stilteruimte verlaten. Jacob is weer alleen, en in de stilte voelt hij nog even de aanwezigheid van zijn vader.
“Het is goed”, klinkt het nogmaals door zijn hoofd.

Greenslade – Cactus Choir

1976 – 05

Mijn ouders waren naar Parijs geweest en hadden souvenirs mee terug genomen. Een schitterende hoed en een elpee. (deze herinnering geeft geen garantie over wat er gebeurd is in het verleden)

Mijn oudste broer had eerste keus bij zulk soort dingen. Achteraf mooi, want als kind kies je voor cool, en dat zijn meestal niet de spullen met de langste waarde. Zo heeft mijn broer een zegel-lak-stempel met het wapen van mijn Rahder grootouders, en ik de gouden zegelring met dat zelfde wapen.

Hij had dus de hoed. De elpee deelden we een beetje maar is uiteindelijk bij mij terecht gekomen.

Mijn ouders hebben hem denk ik uitgekozen vanwege de hoes. Die is gemaakt door Roger Dean. Die ook de hoezen van Yes en  Uriah Heep maakte. Die stijl herkenden ze waarschijnlijk van de elpees van mijn broer.

Ik ben deze elpee pas later gaan waarderen. Progressieve rock heet die stijl. Veel synthesizer werk. Ik kwam er ook pas later achter dat Greenslade geen band was, maar een eenling (zoals Mike Oldfield).

Weinig nummers met zang. Eentje springt er uit als singel-waardig. Een lekker in het gehoor liggend deuntje met een mooie tekst: Gettysburg.

Een anti-oorlogsnummer. “I saw no answer in the restless eyes of the wheater beaten statue staring blind in the skies”.

Zoals je een kind altijd warm kunt krijgen voor dierenbescherming, zo kun je een puber altijd aan je zijde krijgen met een tekst over de zinloosheid van oorlog.

Ik heb me wel altijd afgevraagd wat daar in Gettysburg gebeurde. Ik weet dat sinds kort omdat ik in de bieb een film daarover huurde. Het was de beslissende slag in de Amerikaanse burgeroorlog (die daarna toch nog 2 jaar door sukkelde).

iets veranderd

Of dat nu anders was: 50 zijn, wilde mijn dochter weten.

Nee hoor! riep ik.

En toch.

Zomaar de tijd nemen om lekker met de kinderen te ontbijten. Wachten tot 9 uur, tot de Hema open is voor taart. Eerst nog even het Wijchens meer zien, want daar komt net de zon op. Intussen onrust in mijn buik, want ik had al zo’n lange vakantie gehad dat dit als spijbelen voelde. Kom op jong, je moet gewoon weer aan het werk, zij mijn calvinistische criticus.

En dan dat moment waarop ik die kriebels in mijn buik  wel voel, maar niet bepalend laat zijn. Ik ben 50 en ik doe wat ik doe. Die beslissing voelt wel anders. En die kriebels voelen dan ook anders.

Had dat niet op elke andere dag gekund? Ja dat had op elke andere dag gekund. Maar ik vind het wel mooi om dit te koppelen. Dus doe ik dat, want ik ben 50 en ik doe wat ik doe.

Zoals drie keer voluit schrijven dat ik doe wat ik doe.

Ik beslis dat vandaag mijn nieuwjaar begint. Betekenis is n.l. ook iets dat je zelf kunt geven.

Zo beslis ik dat die prachtige zonsopgang mijn cadeautje was.

Ode aan een blogger en maandagmorgengevoelens

Dit blog is een ode aan @petepel, meer specifiek aan dit blog van hem:

making the difference

Dat is een soort 10 geboden voor een beter leven. Dat klinkt denigrerend maar zo bedoel ik het niet.

Ik zag hem al een paar keer voorbij komen want Peter komt hier regelmatig op terug. Hij maakt er zaak van. En gebruikt ons lezers als stok achter de deur. Mooi vind ik dat. Respect.

Dat is ook waarom het bij mij bleef hangen Niet zozeer het lijstje zelf, want dat bestaat uit universele waarheden, zoals je ze bijvoorbeeld ook bij Covey kunt vinden. Ook dat klinkt denigrerend en ook dat bedoel ik niet zo.

Je moet mijn woorden in dit geval letterlijk nemen: universele waarheden zijn  op elke plek waar, dus natuurlijk kom je ze op veel plekken tegen, zij het in een net iets andere vorm.

Clichés zijn niet voor niets clichés. Ingeslepen woorden.

Het bijzondere hier is dat de woorden wijzen in een richting die juist buiten de ingeslepen paden lopen. Vandaar dat respect als iemand beslist ze toch te gaan bewandelen.

Dat bleef hangen, en dan vooral de manier waarop: gewoon klein beginnen, en  daarvan verslag doen.

Ik kom er op omdat ik vandaag iets deed wat zo maar in zo’n rijtje zou passen. En ik heb het vermoeden dat Peters blog daar wel iets mee te maken heeft.

Mijn beslissing om dingen anders te gaan doen is veel vager. Blij dus dat ik het zomaar concreet heb gemaakt, zonder dat daar een groot besluit aan vooraf ging.

Deel van die beslissing is me nu helderder: iets doen aan situaties waarover ik niet tevreden ben.

Wij hebben klantoverleg. Het aantal mensen dat daar aan mee doet zit op de grens van mijn verstaan-vermogen. Lees dat woord goed (slechthorend: hoe groter de groepen hoe minder ik versta.)

Om het beter te kunnen volgen is er een schrijftolk bij, maar de agenda zit zo propvol, en er moet zo veel geregeld worden dat die schrijftolk het tempo amper kan bij houden. Daarnaast worden er klanten besproken waarbij ik niet betrokken ben, zodat de schrijftolk (en ik!) vreselijk hard ons best doen iets te volgen waar we niets mee te maken hebben.

“Dit werkt niet”, heb ik hardop gezegd. En dat terwijl iedereen zo zijn best deed. “Dit moet anders, ik heb geen oplossing, maar zo ga ik niet verder.”

Pas achteraf besefte ik dat ik daarmee een grens overschreed. Vroeger had ik dit uitgezeten, en gewacht op een overlegmoment waar ik een voorstel voor verbetering in kon brengen. Nu heb ik het op tafel gelegd omdat het niet alleen mijn probleem is. Laat anderen ook maar mee denken.

En toen dacht ik aan “making the difference”.

Extra fijn is dat dit gebeurde op een maandag, waarop ik helemaal geen zin had om weer aan het werk te gaan, na een lekkere cocoon-vakantie (zie vorige post). toch een leuke opsteker dat je dan aan een voornemen werkt waarvan je niet eens wist dat je die had.

zondagavond

Eind van de vakantie.

Melancholie.

Ik blijf het houden, een zondagavondgevoel.

Het begon toen mijn grote broer ging studeren in Leeuwarden.

Zondagavond bracht ik hem naar de bushalte. Ik bleef de bus nazwaaien tot hij niet meer te zien was, en liep huilend terug naar huis. Thuis voelde incompleet zonder hem.

Nu zijn het mijn oudste twee kinderen die ik weer voor een week kwijt raak. Het huis wordt weer leger.

Nu is het moment dat ik wil vangen. Als ik rond kijk kan ik iedereen zien, we zijn samen, ook al doen we niet allemaal het zelfde. De aardappels staan op en straks zitten we aan tafel, alle stoelen bezet. Zo heb ik twee weken genoten van de cocoon.

Maar zoals ik zondagmiddag het moment van de bus al voelde naderen, zo voel ik nu al het moment naderen waarop alle kinderen het huis uit zullen zijn.

Een gevoel dat ik nooit helemaal los kan schudden.

Melancholie.

Boeken en muziek kunnen gevoelens onderstrepen.

Hier hoort Frodo bij, zittend op de Amon Hen, wetend dat het reisgenootschap uit elkaar gaat vallen. En Rosemary, van New Celeste.

Misschien koester ik het wel. helemaal fout natuurlijk, zo leef ik niet in het nu. Maar ik doe niet meer aan fout. Er is wat er is. En dat is een zondagavondgevoel.

.

open brief aan HRM professionals

Waarschuwing vooraf: ik heb ervaring als loopbaanbegeleider, en helemaal geen ervaring op HRM gebied.

Ik schrijf deze brief dus als leek.

Ik heb een verzoek.

Gooi het personeelsbeleid helemaal op zijn kop. Draai het om!

Persoonlijke Ontwikkel Plannen zijn prima. Blijf daarmee doorgaan. Maar verander de doelstelling.

Ontwikkel je medewerkers niet volgens de behoeften van het bedrijf, maar ontwikkel je medewerkers volgens de behoeften (lees: talenten) van je medewerkers.

Het is mij al een paar keer overkomen dat ik groeimogelijkheden zag voor me zelf. Kansen om mijn talenten te ontplooien. En al meerdere keren is mij gezegd: “Maar dat is niet waarvoor we je hebben aangenomen.”

Waarom zou je dat doen? de boel omdraaien, mensen laten groeien in een richting waar je als bedrijf misschien niets aan hebt?

  1. Weet je wel zeker dat je er als bedrijf niks aan hebt? Misschien moet je afstappen van strikte functieomschrijvingen die te veel gaan knellen. (hier spreekt de leek, misschien levert dat wel weer een hoop problemen op, maar misschien ook een hoop nieuwe kansen. Kan het nieuwe werken hier van betekenis zijn?)
  2. Liever helpen om een medewerker een baan te laten bemachtigen die hem past, dan een medewerker die heel erg zijn best doet om zich aan te passen. Net nog een artikel gelezen over burn-out. Wetenschappelijk is vastgesteld dat hersens opbranden als ze continue werk moeten doen dat niet “als vanzelf” gaat. (Werk dus, dat niet écht bij je past, waarvoor je jezelf te veel moet forceren)

In dat laatste geval heb je een prachtig outplacement traject. Niet omdat je iemand kwijt moet, maar omdat iemand zich ontwikkelt. Tijd genoeg om een nieuwe kracht in te werken (of om te kijken hoe je de taken die wegvallen opnieuw verdeelt).

En dan hebben we nog de volgende voordelen:

  1. Nooit een probleem om enthousiaste, pro-actieve mensen aan te trekken. Ze weten dat ze bij (of via)  jouw bedrijf volledig tot hun recht kunnen komen.
  2. Zichzelf ontwikkelende medewerkers betekent dat je als bedrijf sneller in speelt op ontwikkelingen. Meegaan met ontwikkelingen van medewerkers kan verrassende nieuwe aanpakken opleveren.

Dit is één van mijn oude stokpaardjes. (Hij mag hier even uitdraven)

Haal de schotten weg die mensen in hun ontwikkeling beperken. En boor ongekende bronnen van talent aan.