ik ben al zo jong

Ik lees (tussendoor) dit boek.

blackswann

Over de kracht van het onverwachte. Dat we het niet zien aankomen, en dat we achteraf alsnog geloven dat we het aan hadden kunnen zien komen. Als we de tekenen maar hadden kunnen lezen. Ja duh.

Dat we ons voor de gek houden met wat we denken te weten.

En dan met je kinderen eindeloze gesprekken over wat waar is. Hoe we daar achter komen. Welke persoonlijke filosofieën we hadden. Welke vragen we stelden, zei het nooit hardop.

Toen, toen de wereld nog geen logica kende.

Filosoferen met kinderen. Nou ja, kinderen. Mijn kinderen. Ze zijn 17 en 24. Maar wat een heerlijke gesprekken.

Ik geniet. En voel me weer jong.

Nee ik voel me nog jong.

De verwondering leeft nog in mij.

Ik voel weer de kracht, die ik voelde toen ik als jongeling riep: “Maar ik ben al zo jong.”

Toen was het een idee.

Nu is het de einder die ik in zicht heb. Ik benader hem nu vanaf de andere kant.

Het is waar ik op uit ga komen.

Ik ben al zo jong.

 

geweldige kinderen, deel zoveel

Ik mag het, af en toe 🙂

Hier vertellen hoe geweldig ik mijn kinderen vind. Niet alleen van mezelf maar ook van mijn lezers, weet ik intussen. Dankjewel lezers!

Fenna is nu even aan de beurt.

Het klassieke waar-je-het-meest-op-lijkt-daar-bots-je-het-hardst-mee kind.

Net als ik een chaotisch hoofd. En hooggevoelig. Hoger dan ik, vermoed ik.

Dat leverde nog wel eens wat stress op, als er iets voor school af moest. En dan als ouder rustig blijven. Terwijl de plaatsvervangende stress door je lichaam raast.

Moeilijke momenten soms, en het enige waar ik trots op ben in zulke momenten, is dat ik de pijn van Fenna’s gelijk durf te voelen.

Maar dat is allemaal peanuts, vergeleken bij mijn trots op haar. Dat ze zo haar eigen weg gaat. Er zit best wat Fenna in de Natka van mijn voorstelling, en ook wat in Emma.

En de gouden momenten!

Hier bijvoorbeeld, en hier.

Deze week was er weer zo een.

Ik kom thuis en vind Fenna in een zee van boeken. Ze heeft alle boekenkasten geplunderd. Met behulp van een lijst klassieke must-reads is ze aan het kijken wat we er van in huis hebben. En intussen bestelt ze de werken van Kant bij Bol.

Mijn boekentrots (een klein totsje maar hoor) is dat we er niet alleen behoorlijk wat hebben, maar dat ik er intussen ook veel van gelezen heb. En van genoten. Want behalve Moby Dick vond ik ze de worsteling allemaal waard.

Tot diep in de nacht hebben we samen gekeken welke boeken we hebben, en welke we nog missen.

Zo gaaf.

Dit is nu al het derde kind dat een studie gevonden heeft (ACW) waar ze zich in kan verliezen.

Veel van mijn boeken staan nu bij haar in de kast. Small price to pay.

Ik ben een blije eikel ouder.

DSCN6479

 

 

 

Trots en lente

Af en toe mag ik van mezelf een trots blogje schrijven over mijn kinderen.

Ik ben vandaag met Teske naar de open dag geweest van de masteropleiding van (ortho)pedagogiek.

Teske heeft al een HBO psychomotorische therapie (PMT). Ze werkt nu twee dagen in de week bij een hele fijne fysiotherpaeut, die een holistische kijk heeft op de gezondheidszorg.

Teske wil meer. Breder én dieper. Ze is al begonnen met sportmassage, en nu denkt ze dus na over een studie.

Pittige keuze, want het kost tijd en geld. Tijd heeft ze zat. Ze is 22. Geld is een kwestie van investeren. Haar werkgever wil haar daar wel in ondersteunen.

Voor iemand die zelf nogal gedwaald heeft, voordat hij zijn draai vond (nog aan het vinden is, zelfs), vind ik dit ongelofelijk knap van Teske. Zo goed weten wat je wil, en daar in investeren. Mooi mens, die Teske.

En toen nog even Nijmegen in. Terrasje op. Lente vieren. Die eerste markeringen van de seizoenswisselingen staan in mijn hart gegrift, allemaal. Vooral als ik ze met de mijnen beleef.

DSCN6202

 

P.S.

Dion heb ik pas gehad, maar ik heb er nog twee, dus lieve lezers: sorry. Binnenkort nog twee kinderblogs.

 

Lieve Dion

Dion

Lieve Dion,

Weet je het nog? Je eerste schooldag op de Buizerd? Het was carnaval, het schoolorkest speelde buiten, en je vond die drukte maar niks. Kleine introverte jongen met je blonde krullen en een grote dosis fantasie. Fantasie waar jij niet alleen je zussen bang kon maken, maar ook jezelf.

En nu je Master. Ik ben daar supertrots op. Maar veel trotser ben ik op jou als mens. Zo heerlijk jezelf gebleven. Daar sta je dan, uit te leggen wat je in je stage hebt gedaan. Zwaaiend met je handen scheikundige modellen uitbeeldend, met een energie alsof je ons de spelregels van Munchkin Adventure Time aan het uitleggen bent.

Je gaat zo prachtig je eigen gang. Zo ontzettend geniet je van alles. Klimmen, de gekke studentenavonturen (zoals the battle of the sacs). Het feit dat je elk moment aanpakt om iets gaafs te gaan doen. Een vriend opzoeken in Boedapest. Een stage in Spanje, niet omdat die universiteit zo prestigieus is, maar omdat je dat land zo heerlijk vindt.  Mens wat geniet jij van het leven, en wat geniet ik met je mee!

 

 

Voorlezen

Ik kom een oude videoband tegen.

Uit augustus 1999.

Ik had van mij werk een camera geleend. Dus het is maar één dag in het leven van de kinderen.

En dat is maar goed ook. Ik ben blij dat ze opgroeiden voor de social media. Ik was vermoedelijk een onuitstaanbare ouder geweest die jullie helemaal platgebombardeerd had met van alles over mijn  kinderen. Want god, wat houd ik van ze.

Op een van de stukjes lees ik voor.

Heerlijk was dat, voorlezen. Elke dag. Alle vier kinderen, en heel lang volgehouden, ook toen ze zelf al lang lazen. Ik heb zelfs Lord of the Rings voorgelezen. En Waterschapsheuvel.

Ik mag nu weer af en toe. Op de vallei.

en het boekje kun je hier even zien:

Niemand niemand heeft mij verteld

ogenvatijgers

Ik houd van kinderboeken.

Ook in mijn studietijd sloeg ik geen kinderboekenweek over. Ik kreeg dan van mijn moeder, die deze liefde deelde, een boek.

In het eerste jaar van mijn studie (1980) was dat Otje.

In 1982 was er tot mijn grote vreugde een nieuw boek van Tonke Dragt. En nog wel een vervolg op “Torenhoog en Mijlenbreed”.

“Ogen van Tijgers”

Ik heb het zojuist weer een keer herlezen. Het blijft een verrassend goed boek.

“1984”

Maar dan beter.

Ook Tonke Dragt beschrijft een wereld waarin alles onder controle moet zijn. Minder extreem, en daardoor realistischer.

Ik vond als puber “1984” al een beetje pamflettistisch. Mijn (enige) grote triomf op de middelbare school was een boekverslag waarin ik haarfijn uitlegde hoe in “1984” het verhaal leed onder de boodschap.

Tonke Dragt trapt niet in die valkuil. Haar boek gaat over mensen.

Mensen die niet in de hokjes passen.

Haar beschrijving van de toekomst is tegelijk gedateerd en vooruitziend. (In Torenhoog en Mijlenbreed, uit 1969 voorspelde ze al het luisterboek, en de ontlezing)

Haar beschrijving van mensen en hun worsteling met de maatschappij is vooral tijdloos.

In “Torenhoog en mijlenbreed” wil de planeetonderzoeker Edu de wouden van Venus betreden. Dat mag niet omdat ze te gevaarlijk zijn. Edu houdt zijn plannen geheim. Ik heb als kind ook mijn gevoelens en gedachten geheim gehouden. Die waren te wild voor de grote wereld, net als de wouden van Venus.

Waar wouden zijn als vuur zo heet, torenhoog en mijlenbreed.

Ruimte om te zijn wie je bent, in een wereld die alles voorspelbaar wil houden.

(Gaat “Otje” daar niet ook over?)

Gezien worden.

Je gedachten en gevoelens durven delen zonder bang te zijn dat mensen je gek vinden.

Verbondenheid.

Het zijn ook de thema’s van nu.

 

Ik heb alle Tonke Dragt boeken aan mijn kinderen voorgelezen, meerdere keren.

Maar “Ogen van Tijgers” is een Young Adult boek.

Mijn jongste dochter heeft dat dus zelf gelezen, in de brugklas, voor school.

Ze was er door gegrepen. Hoezeer, besefte ik pas toen ze zag dat ik het las, en we het er over hadden.

Er komt een gedicht in voor van Walter de la Marre: “Under the Rose”.

Wies kende het uit het hoofd, ook het Engelse origineel. Ze droeg het het voor, in de Nederlandse vertaling van Tonke Dragt zelf.

Niemand, niemand heeft mij verteld
wat niemand, niemand weet
Maar ik weet nu waar het eind van de Regenboog is,
IK weet waar er groeit
Een boom die Boom des Levens heet,
Ik weet waar er vloeit
De Rivier van de Vergetelheid
En waar de Lotus bloeit
En ik- ik heb het woud betreden, waar
In vlammen, roze en goud,
Verbrandend- en herrijzend steeds
De Feniks zich ophoudt.

Niemand, niemand heeft mij verteld
Wat niemand, niemand weet.
Verberg je gezicht in een waas van Licht,
Die met zilver schoeisel treedt –
jij bent de Vreemdeling die ik het best ken,
Van wie ik het meeste hou.
Je kwam van het Land tussen Waken en Droom,
Koud van de Morgen-Dauw

 

Ik luisterde, en kreeg tranen in mijn ogen.

 

Gezien worden.

Verbondenheid.

 

The song of the wanderer.

by Walter de la Marre

 

Nobody, nobody told me

What nobody, nobody knows

But now I know where the rainbow ends

I know where there grows

A Tree, that’s called the Tree of Life

I know where there flows

The river of All-Forgotteness

And where the lotus blows

And I, I’ve trodden the forest

Where, in flames of gold and rose,

To burn and then arise again

The Phoenix goes.

Nobody, nobody told me

What nobody, nobody knows

Hide thy face in a veil of light

Put on thy silver shoes

Thou art the stranger I know best

Thou art the sweet heart, who

Came from the land between Wake and Dream

Cold with the morning dew.

 

Vaders en dochters deel 2

Danique en ik bloggen over een weer.

Ik ben een vader, en zij is een dochter.

Danique vroeg:  Begrijpen jouw dochters jouw goede bedoelingen altijd of hebben jullie daar ook wel eens een misverstand over?

Ze schrijft ook: Mijn vader ziet dat soort momenten anders. Mijn vader is namelijk iemand die denkt in oplossingen.

Ahum. Herkenbaar.

Nu heb ik een hele slimme dochter, die me haarfijn door heeft.

Die me helpt om mijn onhandige vader gedrag eindelijk eens af te leren.

Je bent altijd zo vreselijk je best aan het doen om het ons naar de zin te maken, pap! Dat is niet zo handig.

Ten eerste, vul je daar mee in wat wij willen, en probeer je rampen te voorkomen die helemaal geen rampen zijn.

Ten tweede, en dat is erger. Als het niet lukt wordt je sjaggerijnig en boos. En je vindt ons dan nog ondankbaar ook.

oo – kee . . .

Ze heeft gelijk.

Ik denk dat het handig is om als vader wat minder bedoelingen te hebben.

Ik denk dat het genoeg is dat ik onvoorwaardelijk van ze houd. En ze dat laat weten. En dat doe ik natuurlijk niet met ingevulde goede bedoelingen die nog vaak de mist in gaan ook.

Hoe ik dat wel doe?

Door het te zeggen.

Vaak.

En door ze los te laten.

En ik denk dat ze het ook aan me kunnen zien. Omdat ze me laten gloeien van trots, die dochters.

 

 

Lieve Teske

Teske

 

Weet je wel hoe trots ik op je ben?

21 jaar geleden werd je geboren. Ik keek niet goed en dacht: “weer een jongetje, nou ja, ook leuk”

Wat een verrassing, twee seconden later, toen je een meisje bleek. En wat een schrik, nog weer twee seconden later, toen bleek dat twee vingertjes aan elkaar gegroeid waren.

Ik liet me erg snel gerust stellen. Het waren alleen de vingertjes. Dat kon ik ook wel voelen toen ik jou, jij warm hoopje mens, vast hield. Met dit hoopje is alles in orde. Dit hoopje heeft er zin in. Net als bij Dion was ik direct verliefd.

DSCN3454

En dat is nooit meer over gegaan.

Wow. Wat een bom energie was jij.

Ik zie nog voor me hoe jij als baby in de box stond. Je hele arm in het verband (je was net voor het eerst geopereerd aan je vingers), maar dat weerhield je er niet van om met die arm stevig op de rand van de box te timmeren. En met dat gewicht, waarmee je volslagen uit balans was, ging je zo maar los staan!

DSCN3455

Ik zie het fietsje, waar jij zelf helemaal alleen zonder zijwieltjes op leerde fietsen, omdat ik te druk was met Dion, die wat minder haast had om zonder zijwieltjes te fietsen.

DSCN3456

(Deze foto is iets vroeger. Die is van de tijd dat je nog amper op je fiets paste en toch de hele wijk door sjeesde, kijk dat vastberaden koppie eens!)

Wat houd ik nog steeds van de energie en de onbevangenheid waarmee jij overal op af duikt.

Weet je nog dat je binnen twee bochten volslagen de weg kwijt kon zijn? En dat je daar helemaal niet mee zat, omdat er altijd genoeg te beleven was, vlak voor je neus, en omdat je blind vertrouwde op mij, om je weer naar huis te leiden?

DSCN3457 DSCN3460

Mens, wat was je vermoeiend en leuk, met je ontdekkingsdrang, en je lef. Dion verzon de meest fantastische spelen, maar hij gebruikte jou als ijsbreker naar vreemden, want jij kon iedereen om je kleine pinkje winden.

Toen je van onze buren op de camping iets mocht proeven, kwam je bij ons terug, wees op de tent naast die van de buren en zei: “Morgen ga ik daar eten.”

Nu ben je 21,  je hebt die onbevangenheid god-zij-dank behouden. (ja ik weet wel dat je het af en toe spannend vind, maar je doet het allemaal toch maar!)

Je verspreidt nog steeds die heerlijke, aanstekelijke energie om je heen. Zelfs ik gebruik je soms als ijsbreker in situaties waar ik nog steeds sociaal onhandig ben (sorry!)

Mens wat leer ik nog steeds van jou. Wat sta jij bijzonder in het leven.

Wat ben je sterk.

Toen je beste vriendin op de basisschool verhuisde, en je je erg alleen voelde. Toen je op de middelbare school moeite had om aansluiting te vinden. Toen jij, die altijd overal op af durfde te gaan, voor het eerst onzekerheid voelde.

DSCN3463

(Nee, op deze foto ben je niet onzeker, alleen maar heel erg moe)

Toen ben je helemaal jezelf gebleven. Je hebt daarmee uiteindelijk prachtige mensen om je heen verzameld.

Wat leer ik van jou.

Je prestatiedrang, iets dat ik zelf ooit als slecht bestempeld had (had vast iets te maken met het feit dat ik heel slecht was in gym).

Van jou leerde ik hoe mooi dat kon zijn. Je absolute wil en kracht om bovenop dat erepodium te staan bij atletiek. Jouw stralende blik als dat lukte. (Dezelfde stralende blik toen je als kleuter, omdat je die dag jarig was, als enige prinses op de tafel mocht staan bij carnaval om je jurk te laten zien.)

Teskeclubkampioen

(Ook heel mooi is de trotse blik waarmee jij hierboven naar één van jouw pupillen kijkt. Al heel jong werd je trainer, je enthousiasme en je verbondenheid met mensen klopte daar helemaal.)

Die stralende blik die op heel veel foto’s staat van je stage-avontuur in Srilanka.

Wat leer ik van jou.

Je bent een echt familiemens. Ik zie mijn broers in het hoge noorden, en mijn andere familie te weinig, maar jij sleept me er soms naar toe. Dank je.

Je was bij me, op de allereerste try out van mijn theater, niet alleen omdat je nieuwsgierig was, maar ook omdat je voelde dat ik daar iemand bij nodig had. Je had gelijk, dank je.

Lieve Teske,

Je enthousiasme

Je onbevangenheid

Je kracht om jezelf te blijven

Je wil om te presteren, te winnen

Je verbondenheid met mensen

Ze waren er al in dat hoopje mens. Ze zijn er altijd. Je kunt ze nooit kwijt raken. Je kunt er eindeloos van uitdelen, en het wordt alleen maar meer.

Mocht je ooit denken dat het niet zo is (en geloof me, zo’n moment zal een keer langs komen), lees dan dit blog, en weet dan weer dat je het nooit kwijt bent geraakt. Je kon het alleen even niet zien.

Weet dat ik er altijd ben om je weer naar ‘huis’ te leiden, als het leven moeilijk wordt. En als ik er ooit niet meer ben? Maakt niet uit, je hebt al lang mensen om je heen verzameld die dat ook kunnen, en daar komen alleen nog maar meer van bij.

Teske, ik houd van je, wat ben ik trots dat jij mijn dochter bent.

 

 

verhuizen

Dion gaat naar Spanje.

Mijn oudste zoon (23), laatste stage van zijn studie Scheikunde.

En dat was dus kamer leeghalen. Dubbele huur is niet handig, en onderhuren ook niet, want als hij terug is uit Spanje, is hij toch klaar met zijn studie. En hij weet nog helemaal niet waar de volgende stap hem gaat brengen.

Het liefst een promotie-onderzoek, want Dion is onderzoeker in hart en nieren. Niet het nut, maar de nieuwsgierigheid drijft hem.

Dus ben ik twee dagen bezig geweest om samen met hem zijn kamer uit te mesten. Ik schrik niet zo van de rotzooi. Mijn studentenkamer was ook zo.

Het was vooral erg gezellig.

Daarvoor geef ik mezelf een klopje op mijn schouder. Niet dat het mijn prestatie was. Niet dat het überhaupt een prestatie was.

Ja, toch wel. Omdat het een prestatie is dat ik niet in een valkuil gestapt ben. 

Ik had het namelijk ook als rotklus kunnen beschouwen. Kunnen mopperen dat hij niet wat meer voorwerk gedaan heeft. (Kon hij niet trouwens, hij was heel erg druk met afronden van de vorige stage. Hij moet woensdag nog een presentatie geven, en donderdag vliegt hij al)

Ik kan dat zo maar, ergens met het verkeerde been in stappen. Achteraf altijd spijt. Daarom ben ik zo blij dat ik het niet gedaan heb.

Dat ik op tijd bewust was van het feit dat ik op twee manieren een leuke vader kan zijn. Niet allen maar door hem te helpen, maar vooral door de manier waarop ik dat doe.

Met dat leuke vader zijn, bedoel ik niet dat ik graag als leuke vader gezien wil worden. Ik bedoel dat ik er voor Dion op een leuke manier wil zijn.

En het was leuk. Een fijn vader en zoon momentje.

Van zoiets simpels kan ik erg blij worden.

Ik ga hem missen, maar Teskes halve jaar in Srilanka heb ik ook overleefd.

En ik kan erg goed plaatsvervangend genieten. Ik ben écht blij voor hem, met wat hij daar gaat beleven.

Verhalen vertellen, en waar het écht om gaat: draden trekken

Ik wilde oprakelen.

Ik wilde warme gloed.

Ik wilde vonken die oversloegen.

Ik brandde zaterdag een vuur in de vuurkorf en kreeg het allemaal.

Dankzij mijn vier kinderen.

Brooddeeg en marshmellows waren genoeg om van vier jonge mensen, weer vier kinderen te maken, rond een kampvuur.

Daar zaten we met zijn zessen, en we rakelden op.

Herinneringen van vroeger.

We deelden verhalen over de verhalen die ze elkaar vertelden. De werelden die ze verzonnen. De spelen die zich ter plekke ontsponnen, met de meest bizarre regels.

De ‘boeken’ die ze schreven, de musicals en toneelstukjes die ze maakten, de verhalen die de oudste aan de jongsten vertelde voor het slapen gaan.

De struik of tafel die een hut was, de magie die over alles lag, de eigen rituelen die daar bij hoorden. De namen en geheime woorden vlogen als vonken de nacht in.

De wereld die ze deelden zweefde in de trillende lucht boven het vuur.

Het werd donker, en dus hoorde ik niet meer alles. In plaats van naar de verhalen te luisteren, keek ik naar de onzichtbare draden van verbondenheid die tussen ons getrokken werden.

Twee studenten, twee grote pubers, twee ouders, met allemaal een eigen leven, waren één geheel.

Sacha en ik genoten.

Mooier kon het niet meer worden.

En de hele zondag bleef het hangen.

Nee, langer nog, het blijft een leven lang hangen,

langer dan een leven.