een ander soort elevator pitch

waar je goed in bent

 

Als je me vraagt naar de kinderen van de Vallei,
heb ik het over het meisje dat . . .
en de jongen die . . .

In eerste instantie ben ik geneigd om ze te beschrijven aan de hand van de dingen die ik bij ze bewonder.

Dat kan ik namelijk goed, bewonderen.

Maar dan doe ik ze tekort.

Want ze zijn zo veel meer.

Ze zijn hun dromen, ze zijn hun prachtige onhandigheid, ze zijn hun dappere pogingen in de dingen waar ze helemaal niet goed in zijn, ze zijn hun twijfel en hun aarzeling, ze zijn hun halsoverkop-oeps-sorry, ze zijn hun tomeloze energie en fantasie.

En ze zijn nog duizend dingen meer die ik niet eens kan zien.

Jij ook.

Jij bent zo veel meer dan de dingen waar je goed in bent.

Ga dáár nou eens een elevator pitch van maken. Het hoeft niet kort, ik zet die lift wel even op de noodrem.

 

Ik ben geen beelddenker

Ik ben geen beelddenker.

Tenminste dat dacht ik, toen ik er voor het eerst iets over hoorde. Want ik hield zo van taal en taalgrapjes.

Ik ging meer lezen over beelddenken. Ik las over het verschil met sequentieel denken,

heel kort door de bocht: het hele plaatje zien tegenover stap voor stap denken

en ik ontdekte dat ik dat sequentieel denken juist helemaal niet snap. Hoe kun je nu een volgende stap zetten als je geen overzicht hebt?

dat is waarom ik ooit dacht dat Prezi dé oplossing was. Dat geeft de mogelijkheid om vanuit een overzicht te werken. En vervolgens is dat domme prezi weer geheel lineair. Je kunt niet springen van de ene plek naar de andere. Je kun alleen vooruit en achteruit. Welke idioot heeft dat bedacht?

Vanaf die tijd weet ik dat ik beelddenk.

Voorbeeld.

Mijn zoon heeft scheikunde gestuurd en werk gevonden. Hij mag onderzoek doen, en knutselen in een lab. Dat vind hij leuk, zelf dingen maken en uitproberen. De eerste paar dagen was daar natuurlijk nog geen sprake van. Inlezen, kennismaken en dat soort gedoe. Deze week zei hij blij: “Morgen ga ik het lab in.”

Ik krijg dan meteen beelden. Je kent die films wel waarbij de hoofdpersoon zijn ‘ding’ voor het eerst doet. Strakke muziek en de beelden even strak door elkaar gesneden. Zo’n beetje als het knutselen van the A-team, of het “I got the power!” uit Bruce Almighty.

Zo zag ik Dion het lab in wandelen.

Dat soort beelden zijn er bij mij vrijwel altijd. Direct.

Ik denk dus beeld.

Maar ik ben géén beelddenker.

Ik ben Jacob Jan.

 

 

Voorbij de etiketten

Iemand heeft met een permanent marker op een whiteboard zitten schrijven.

En je hebt niet zo’n flesje met glassex-achtig spul. (Die flesjes werken trouwens helemaal niet zo goed).

De truuk: met een wihiteboardstift over de tekst schrijven en dan meteen vegen. Dat werkt, want in die whiteboardstift zit oplossmiddel.

Stift weghalen met een stift.

Soms heb je ook etiketten nodig om etiketten weg te halen.

‘Dyslectisch’  is een stuk beter dan ‘dom’.

‘ADHD’  is beter dan ‘druk’ en ‘irritant’.

‘Introvert’ is beter dan ‘verlegen’ of ’teruggetrokken’

Etiketten, diagnoses, typeringen kunnen bevrijdend werken.

Reframe

Met andere ogen kijken naar jezelf. Het etiket krijgt niet alleen een andere naam. Je kunt met die nieuwe naam op een heel andere, minder veroordelende manier naar jezelf kijken.

(H)erkenning

Je bent niet de enige. Er zijn meer mensen zoals jij. Deelgenoten. Herkenning. En Erkenning. Eindelijk word je gezien. Alleen mensen die de ontroering gevoeld hebben bij deze ontdekking snappen waar ik het over heb.

Taal en handvatten

Het feit dat het een naam heeft, geeft je een taal om uit te leggen hoe je in elkaar zit. Anderen worstelen met dezelfde dingen, en kunnen je dus handvatten geven om er mee om te gaan.

Soms is er nog een andere reden voor een etiket, maar die vind ik het twijfelachtig: iemand een etiket te geven, alleen omdat er dan financiering is voor begeleiding.

 

Er zit wel een grens aan het nut van de etiketten. Omdat een mens meer is dan zijn etiket. Maar ook voor al die mensen die van alles een beetje hebben, nergens bij horen, en dus steeds opnieuw tegen onbegrip oplopen omdat ze geen woorden hebben om uit te leggen hoe ze zich voelen.

 

Wat zou het mooi zijn als we de volgende stap konden zetten.

Dat we ook zonder een etiket op een andere, mildere manier naar ons zelf kunnen kijken.

Dat we ook zonder etiket gezien worden, ons verbonden weten.

Dat we ook zonder een etiket een taal vinden waarmee we kunnen uitleggen wie we zijn.

Dat we altijd en overal iemand als uniek kunnen zien.

Dat we altijd en overal op zoek blijven naar wat goed voelt in de omgang met elkaar.

Dat we nooit meer uitgaan van een one size fits all.

 

Ik hoop dat we het whiteboard kunnen vervangen door een schilderdoek.

 

 

I am Groot!

Als trotse papa ga ik naar de open dag van de fysiotherapiepraktijk waar mijn dochter  PMT’er is.

Thema van die dag is NAH (niet aangeboren hersenletsel).

Eén van de lezingen wordt gegeven door een logopediste. Zij helpt mensen met afasie door middel van muziek. Mooi hoe de hersenen werken. Ik las het ooit al bij Oliver Sacks, die ontdekte dat muziek ook helpt om mensen met Parkinson vloeiender te laten bewegen.

De logopediste legt uit dat ze mensen die helemaal niet meer kunnen praten zo tóch een zinnetje kunnen zeggen. Een man wilde bijvoorbeeld zelf de telefoon kunnen opnemen, en oefende, met behulp van een deuntje: “Ik haal mijn vrouw even.”

Mijn fantasie gaat altijd aan de haal als ik luister naar verhalen.

Mijn gedachten dwalen af naar de film “Guardians of the Galaxy”. Een superhelden SF film. Een van de figuren is een levende boom (een soort Treabeard ja). Hij kan praten, maar zegt bij alles maar één zinnetje: “I am Groot!” Dat is bij kenners een hele Meme geworden. Er is zelfs een steracteur aangetrokken om dat ene zinnetje in te spreken.

gotg-groot-poster

Als ik ooit afasie krijg, wordt dát mijn zinnetje.

Ik zie het voor me, hoe ik mijn mantelzorgers (verplegenden zijn er dan niet meer) toespreek met “I am Groot!”

Mijn fantasie is erg levendig en ik kan mijn lachen amper in houden, daar bij die lezing.

Kan dat, vaag ik me meteen af, hier een grap over maken?

Ik hoop dat ik, als er iets met me gebeurt, het met humor tegemoet kan treden. Ik zou het écht doen, denk ik, dit zinnetje leren. Natuurlijk is “Ik hou van je” een belangrijkere boodschap, maar dat kan ook zonder woorden.

Liefde en Humor. Als veel weg valt, hoop ik dat te bewaren.

soms wil ik de zaal uit rennen

Ik ben zo vaak in gedachten dat de hele wereld mij ontgaat. Eén indruk is stof genoeg voor een halve dag. Dus al die andere indrukken mis ik dan.

Ik kan niet goed multitasken, zodat er koude koffie en andere half afgemaakte dingetjes in huis zwerven.

Weinig opmerkzaam vind ik mij, en ik koppelde dat tot voor kort aan ongevoelig.

Gisteren schreef ik al over dat anders-denken stukje (dat woord hoogbegaafd ligt me nog steeds niet lekker). Vandaag sta ik even stil bij de hooggevoeligheid.

Ik voel te veel, en kennelijk is het mij gelukt om dat uit te schakelen. Het laatste jaar laat ik meer toe, en dat is behoorlijk verwarrend.

Ik was laatst bij een lezing waar ziektes in voor kwamen, en ik voelde me opeens heel erg ongemakkelijk. Ik zat midden in het publiek, en kon niet weg, maar dat had ik graag gewild. Een bijzondere gewaarwording voor mij, dat ik fysiek voel dat ik een ruimte uit moet.

Ik voel steeds vaker tranen. Niet van verdriet, maar van ontroering.

Nou ja, ook van verdriet.

Heel langzaamaan begin ik het piekeren in te ruilen voor het voelen. Niet zonder strijd. Want ongemak voelen is niet iets wat me goed af gaat. Helemaal niet omdat het zo makkelijk weg te drukken is met een fijn potje piekeren.

Ik heb er wel eens les in gehad, in voelen. Dan werd ik vanuit mijn angst naar dat gevoel begeleid, en dan bleek dat best mee te vallen.

Maar soms valt het gewoon niet mee. Soms is het ongemak zo groot dat ik de zaal uit wil rennen. En wat doe je dan als de hele wereld de zaal is?

 

 

 

Dit gaat niet over hoogbegaafdheid

Je zit in een grote collegezaal.

De docent doceert, en stelt af en toe controlevragen, die de hele zaal door middel van hand-op-steken beantwoordt.

Iedereen geeft het verkeerde antwoord.

En de docent rekent het verkeerde antwoord nog goed ook.

Niet één keer, maar voortdurend.

 

Wat doe je?

Stem je mee met het kudde volk?

 

Het was een psychologie experiment dat ik ooit tijdens mijn studie zag. De testpersonen gingen stuk voor stuk mee stemmen met de verkeerde antwoorden.

Wat dom, dacht ik.

Ik had niet door dat ik precies hetzelfde aan het doen was.

Al jaren.

En ik zou het daarna nóg jaren doen.

 

Gisteren was ik op een open dag bij Feniks Talent, een organisatie die getalenteerde drop outs begeleidt.

Ik hoorde de verhalen,

en herkende meer dan me lief was.

De laatste twee jaar ben ik aan het ontdekken dat ik niet te weinig voel, maar te veel (als ik het toe laat).
Dat ik geen sukkel ben maar misschien juist te slim.

Hooggevoelig, en hoogbegaafd. Beladen woorden die ik liever niet gebruik, maar god, wat herken ik veel.

En wat heb ik me verstopt.

Ik heb zelfs in mijn eigen vermommingen geloofd.

 

Ik red me wel nu.

Ik leer opnieuw voelen (en merk dat ik veel meer grenzen over ga dan ik voor mogelijk hield.)

Ik leer opnieuw mijn eigen antwoorden geven.

 

Maar wat nu als het leven harder terug slaat?

Ze komen uit het hele land naar Feniks. Het ligt niet handig, daar onder Eindhoven, maar ze hebben er de reis voor over. Het is kennelijk hard nodig, die begeleiding.

En dat is dus nog maar het topje van de ijsberg.

Want aan mij heeft de omgeving nooit iets bijzonders gemerkt, anders dan dat ik in meerdere banen mislukte. Niet zo veel aan de hand dus, maar echt productief ben ik in mijn werkzame leven tot nu toe niet geweest.

 

Als je denkt dat passend onderwijs het antwoord is,

denk nog eens.

Hoe kan onderwijs passend zijn als alle verschillen die we aan de toegangspoort toestaan, bij de uitgangspoort weggewerkt moeten zijn?

 

Hoe lang gooien we nog geld levens weg?

open brief aan horenden

Beste horende

vriend, collega, familielid, clubgenoot of kennis,

Ik ben slechthorend. En dat betekent nog al wat. Ik neem graag wat van jouw tijd om dat uit te leggen. Die tijd halen we later dan weer in. Dat beloof ik. Want met deze uitleg ga ik een hoop misverstanden, irritaties en pijnlijke situaties voorkomen.

Je het vast al ergens gelezen of gehoord. Ik herhaal het hier omdat het zo belangrijk is:

een hoortoestel werkt niet op dezelfde manier als een bril

Met mijn hoortoestel (of CI) hoor ik nog lang niet alles. Ik mis veel. Vooral in de volgende situaties:

  • achtergrondgeluid (ja, ze zijn steeds beter die toestellen, maar toch)
  • meerdere stemmen (voor mijn hoortoestel is dat geen achtergrondgeluid, dus die stemmen op de achtergrond worden even hard versterkt als jouw stem)
  • slechte akoestiek
  • als ik moe ben (horen kost mij extra energie)

Ik compenseer wat ik niet hoor, zodat het vaak lijkt alsof ik veel meer versta dan ik eigenlijk doe.

  • door spraakafzien (Ik wil graag je gezicht zien, zelfs als ik niet goed ben in liplezen helpt dat enorm)
  • door te raden, in te vullen (Ik raad me suf, als ik de context weet lukt dat ook. Help me dus door bij het onderwerp te blijven, of aan te geven als het verandert.)
  • door het gesprek over te nemen (Sorry, maar dat is soms mijn manier om mee te kunnen doen)
  • door net te doen alsof ik het verstaan heb (Ik wordt steeds assertiever, maar 1000 x per dag zeggen “dat heb ik niet verstaan” wordt soms echt te veel. dan lach ik, knik ik, en dan hoop ik dat ik niks ergs gemist heb)
  • door af te haken: nee zeggen tegen die borrel, terwijl ik dat best gezellig zou vinden, niet mee doen met groepsgesprekken in de pauzes enz.

Nog even over dat afhaken: Het gekke is dat dat afhaken soms goed is voor mij. Ik moet dan opladen. Maar andere keren haak ik af terwijl ik eigenlijk graag juist wél mee wil doen. En vaak weet ik zelf het verschil niet.

Dus, help me.

Situaties kunnen ook gewoon TE moeilijk zijn. En toch wil ik contact met jou. En daar is net even wat meer voor nodig: jouw hulp.

Samen komen we er uit. Als we goede afspraken maken. De situatie naar onze hand zetten. Ik vraag je dus die extra aandacht. Ons contact is dat waard.

Ik heb nog lang niet alles verteld in deze brief. Ik kom er met jou graag persoonlijk op terug. Dan kan ik je ook vertellen hoe dat precies voor mij werkt.

Beste horende vriend, collega, familielid, clubgenoot of kennis,

bedankt voor je aandacht.

 

Deze brief is als download hier te vinden

Hoe kom je van je interne criticus af?

Daar moet je helemaal niet van af.

Die houdt je scherp. Je moet hem te vriend houden. Dan doet ie ook niet zo lelijk.

Maar misschien lees je dit omdat je last van hem hebt, en die last kan wel een stuk minder.

Hoe?

Nou gewoon door wat vaker te luisteren naar je interne fan.

Want die heb je ook.

Natuurlijk heb je die. Als jij de fantasie hebt om een interne criticus van alles en nog wat in je oor te laten fluisteren, dan heb je die interne fan ook. Hij of zij doet niet anders dan jou aanmoedigen, en ondersteunen.

Maar jij luistert niet.

Omdat je geleerd hebt dat je jezelf niet goed mag vinden. Niet over het paard tillen en zo. Niet opblazen.

En dat is gek. Want het laatste wat jouw interne fan wil, is je opblazen.

Jouw fan vindt jou mooi, precies zoals je bent. Die wil helemaal geen toeters of bellen. Die is niet eens zo geïnteresseerd in jouw successen. Natuurlijk, je fan gunt ze je van harte, is blij voor jou. Maar zonder die successen weet jouw fan ook wel wat jij waard bent.

Die stem, die er altijd voor je is, waarbij je mag uithuilen, die altijd zal zeggen: “ik weet het, het geeft niet, kom maar hier”
Die stem die zegt dat jij goed bent.
Die stem die de kracht heeft om jou dat allemaal direct te laten voelen.
Die stem kan je helpen om wat milder te luisteren naar je interne criticus.

Die stem heeft mij deze week duidelijk gemaakt, dat er geen man overboord is dat ik mijn theater nog niet goed genoeg vind. Dat ik blij mag zijn met mijn eigen beoordelingsvermogen, dat ik dat kan gebruiken om beter te worden. Die stem wast alle vieze kleverigheid van het oordeel dat ik over mezelf heb schoon, in liefde.
Die stem koestert mij.

Jouw eigen interne fan zit nu mee te luisteren, terwijl jij dit leest, en moedigt je aan:
“Jaa, luister naar Jacob Jan, ik ben er! Hier! In jou.”

“Luister naar me. Ik ben er altijd, ready when you are!”

Let maar eens op, nu je weet dat ie er is, ga je die stem vaker horen.

Geniet er van.

 

Lees hier mijn andere blogs over mij interne fan.

Ik ben er altijd

waar je je interne fan kunt vinden

 

De echte kracht van social media

Als je denkt dat social media tegenwoordig schering en inslag is, heb je het mis.

Social media is de inslag.

De schering, die was er al.

DSCN4131

Die schering is de buurt waarin we wonen, werken, naar school gaan, boodschappen doen.

Die schering had ooit een andere inslag, maar die is versleten. Verzuiling, noemden we die inslag. Vaste waarden en normen bepaalden waar je bij hoorde.

Verbondenheid was iets dat ingebakken zat. De prijs die we betaalden was de individuele vrijheid.

Resolute uitsluiting als je niet mee wilde doen.

Toen we die vrijheid bevochten, gooiden we wel een kind met het badwater weg. Vrije individuen, werden we, maar niet zo goed meer in verbondenheid.

Resolute uitsluiting als je niet mee kunt doen.

Daar kan ik heel maatschappijkritisch over doen, over hoe we elkaar voorbij lopen, maar ik kan het ook gewoon bij mezelf houden.

En als ik dan heel eerlijk ben, heeft die vrijheid nogal wat beperkingen.

Wat ik écht dacht en wat ik écht voelde hield ik mooi binnen. Uit angst om niet begrepen te worden. Heel af en toe had ik het geluk iemand tegen te komen die me zag, herkende, begreep.

Wow, wat een bevrijding. Ik was niet de enige.

Maar ja. Wé waren dan wel weer de enigen. Een mini klein minderheidje.

En toen kwam social media.

Dat was een positieve inslag op mijn leven.

Toen ontdekte ik niet één, niet twee, maar hopen mensen die me snapten, aanvoelden, begrepen , waardeerden. Ik durfde steeds meer te laten zien, en de kring werd steeds groter.

Social media heeft mij geholpen om mezelf te durven zijn. Omdat ik de steun voelde van de mensen die ik daar tegen kwam.

(NOTE van vijf jaar later: wat ik nog niet wist toen ik dit schreef, was dat dit uiteindelijk zelfs tot mijn transitie zou leiden)

Nu is het tijd om die verbondenheid die ik daar voel, die inslag, in te weven in de schering.

Want online is mooi.

Maar offline, dáár moet het gebeuren.

En niet in steats2meat zaaltjes samen met met online maatjes (ook leuk!), maar met mijn buren, met de mensen waarmee ik dezelfde openbare ruimte deel.

Online en offline communities kunnen elkaar zo ongelofelijk versterken.

Weet je wat het mooie is?

Ze hoeven me in mijn eigen buurt niet meteen te snappen, want ik voel me door mijn online achterban al gesnapt.

Mijn online community geeft mij de kracht om mijn offline community open en kwetsbaar tegemoet te treden.

Aansluiten 

En dan nog even iets:

Ken je dat? Die neiging om met mooie initiatieven de wereld te verbeteren? Ik kom ze overal tegen. Dan zie ik weer een ontroerend viral filmpje van een prachtig inititatief, en dan denk ik, dat moet ik ook.

Goed, en mooi.

Maar  . . .

Er bestaat ook al heel veel.

Waarom sluiten we niet aan bij wat er al is?

Dat is in ieder geval de beslissing die ik zelf neem.

Ik hoef in mijn eigen buurt niet zo nodig mijn ei kwijt. Dat ei kan ik kwijt in mijn blog, en in mijn theater.

In mijn eigen buurt ga ik gewoon aansluiten bij wat er is. Helpen de wereld wat mooier te maken, gewoon anoniem, samen met die vele geweldige mensen die dat al heel lang doen, zonder dat ze daarvoor beloond worden met een viral filmpje op het net.

Dát is de echte kracht van social media.

Niet twitteren facebooken en bloggen dat het een schande is dat wat we bejaarden en zieken aandoen, maar online de kracht vinden om die bejaarde en die zieke te helpen die één straat verderop woont.

leven vanuit je passie, dat hebben we nu toch wel gehad hè?

Hebben we het daar nou niet een beetje mee gehad?

Authenticiteit.

Leven vanuit je hart.

Je passie achterna.

Dromen, durven doen.

Tijd om het stof te laten dalen en te zien wat daar nu helemaal van over blijft.

Het gaat een beetje rondzingen, en dan krijg je zo’n hele harde piep. Dat komt er van als je de microfoon te dicht bij de boxen houdt. Als alle quotes, adviezen rechtstreeks overgenomen worden, doorgestuurd, geretweet, geliked.

En daar komt weer het zoveelste feel good filmpje.

Onzin?

Welnee, alleen een beetje veel stof.

En als dat gezakt is kun je zien wat daar nog van overeind blijft.

Geen roze wolk en eeuwigdurend geluk.

Maar wel het besef dat we niet alles kunnen regelen via systemen, hoe slim we die ook maken.

Wel beseffen dat we niet allemaal in de mal passen.

Dat hebben we gezien in die filmpjes. Daar werden we toch zo warm van, daar kregen we toch tranen van in de ogen?

Maar hoe zit het met je buurman? Je collega? Met jezelf?

Kun jij met andere ogen kijken naar de mensen aan wie jij je ergert? Durf je het contact aan met mensen die je uit de weg gaat? Durf jij jezelf te laten zien in plaats van je te verschuilen achter een mening die lekker in de markt ligt? Durf jij de confrontatie aan?

De wrijving die dat op levert, kost misschien wel energie, maar levert ook energie op.

Ik hoop dat je het lef hebt om waar te maken waar we ons zo good bij feelen.

Waakzaam zijn op je oordelen over anderen.

(en niet net doen alsof je die niet hebt)

Ruimte maken om het verhaal van de ander te horen

ook als het niet via een ontroerend youtube filmpje tot je komt, maar in een vorm die minder goed bevalt.

Vertrouwen geven, zonder je in te dekken met de valse meten-is-weten zekerheden.

Het mogen kleine stapjes zijn, als het maar stapjes zijn.

En een like of RT is leuk, maar telt nog niet als eerste stapje.

Ja, ik heb het vooral tegen mezelf, maar je mag je best aangesproken voelen.

RT of like pas als jij de echte stap ook zet, liefst vandaag nog. 

Een buiging  voor jou als je dat al deed.