het belang van eigenheid

Individualiteit én collectiviteit.

Best of both worlds.

Jezelf zijn in verbondenheid met elkaar.

Daar gaat het om.

Niet je egocentrische zelf.

Niet je puur-hedonische zelf.

Niet je en-nu-ben-ik-aan-de-beurt zelf.

Niet je ik-heb-overal-lak-aan zelf.

Niet je ik-zal-ze-een-poepje-laten-ruiken zelf.

Niet de ik-zal-ze-laten-zien-dat-ik-geen-kuddedier-ben zelf.

 

Dat is allemaal schreeuwerige buitenkant.

Daarbinnenin zit …

De verlegen zelf

De ik-snap-het-niet zelf

De eigenzinnige zelf

De stille-genieter-zelf

De en-toch-vind-ik-het-mooi zelf

De waarom-zegt-iedereen-dat-het-niet-kan? zelf

De dat-kan-toch-ook-anders? zelf

De ik-snap-je-niet-maar-ben-wel-nieuwsgierig-naar-je zelf

De ik-wil-je-leren-kennen-maar-ik-durf-niet zelf

 

Al die zelven vormen één geheel. Juist omdat we anders zijn, vullen we elkaar aan.

Heel veel van die zelven durven niet, of mogen niet.

Jammer, want niemand heeft de waarheid. We hebben met zijn allen de waarheid. Als we ook maar iemand uitsluiten, wordt die waarheid geschonden.

Laten we alle zelven de toestemming geven.

Anders mist er een kleur op het palet.

 

eigen én de ander

Aanpassen.

of  NIET aanpassen.

Jezelf zijn en toch rekening houden met anderen.

Niet vanzelfsprekend want:

Lekker onaangepast helemaal jezelf zijn,  zeggen wat je zeggen wil, doen wat je wil. Daarmee kun je bot over de grenzen van anderen heen banjeren.

Jouw vrijheid is er niet om anderen te kwetsen.

Eigen zijn, zeggen wat je op je hart ligt, doen wat je wil.

tegenover

Rekening houden met anderen.

De tegenstrijdigheid kun je oplossen als je beseft dat je op twee manieren rekening kunt houden met anderen.

Uit liefde. (vertrouwen, als je het woord liefde te klef vindt)

of

Uit angst. (om er niet bij te horen, bijvoorbeeld)

In eerste geval behoud je je eigenheid, en heb je respect voor de ander.

In het tweede geval, lijkt het misschien alsof je handelt uit respect voor de ander.  Maar het komt er op neer dat je zowel jezelf als de ander tekort doet.

liefde/vertrouwen

angst

En iedereen kent het verschil.

 

Nog maar een keer Paul McCartney , want ik kan het nooit beter zeggen.

 

We don’t need anybody else

to tell us what is real.

Inside each one of us is love

and we know how it feels.(Somedays, van Flaming Pie)

 

 

Hoe bloggen mij schatrijk heeft gemaakt

herkenning

Alle dingen die ik vroeger voor me hield (omdat ik dacht dat ik de enige was met die vreemde gedachten) kan ik kwijt. En ik ben niet de enige! Er zitten op dat internet mensen die het snappen! Die had ik anders nooit ontmoet.

 

erkenning

Sterker nog, er zijn zelfs mensen die het waarderen hoe ik naar zaken kijk. Niet gek, maar waardevol dus.

 

openbaring

Nog sterker: Zelfs ík kan waarderen hoe ik naar dingen kijk. Ik ben mezelf een stuk leuker gaan vinden door het bloggen.

 

creatief

Mijn rem is er af. Dat wat me tegen hield is weg. En ik wordt creatiever. Elke dag iets bloggen, betekent dieper graven dan ik ooit heb gedaan. En ik vind schatten, daar!

 

begrip

Door iedere dag te bloggen krijg ik meer begrip. Van mezelf, voor mezelf. Door dingen op te schrijven en na te lezen snap ik mezelf beter. “O dat bedoel ik!”, denk ik vaak nadat ik een blog van mezelf na lees.

 

Beter kijken

Ik ben bewuster gaan leven. Beter letten op mezelf. Beter letten op mijn omgeving. Intenser genieten van alles. Want ik wil dat uitleggen aan mijn lezers. Daardoor ga ik op zoek. En kom ik ‘behind the scenes’ van alles wat ik te vanzelfsprekend was gaan vinden.

 

Sneller uit de dip

Iedere dag bloggen is ook bloggen als je in een dip zit. En als die dip eenmaal op mijn blog staat, is er direct meer afstand. Ik hoef niet eens op die reacties te wachten. Die zijn vaak een prachtig extra. Een warm bad.

 

Mooie mensen

Ik heb heel erg veel mooie mensen ontmoet. Niet live¹. Wel in mijn hart.

 

 

¹ Inmiddels wel live! Ze zijn in het echt net zo leuk. Zo vreemd om mensen te ontmoeten die je nog nooit gezien hebt, en het is alsof je elkaar al jaren kent.

 

10 dingen die ik heb leren zeggen sinds ik slechthorend ben

1. Dat laatste heb ik niet goed gehoord, wil je dat nog een keer zeggen?

2. Even dit afmaken, dan kan ik naar je luisteren.

3. Ik ben niet goed in het verstaan van namen, zou je het op willen schrijven?

4. Ik heb het weer niet verstaan, misschien helpt het als je het in andere woorden zegt.

5. Zou je met mij naar een andere plek willen gaan waar ik je beter kan verstaan?

6. Zullen we ruilen van plek? Dan kan ik je beter zien.

7. Kun je even wachten tot de grasmaaier/straaljager/…  voorbij is?

8. Ik kan je nu/hier niet verstaan, als het belangrijk is, kun je er dan nog een keer op terugkomen?

9. Vind je het goed als ik het gesprek afbreek? Ik kan me niet goed genoeg meer concentreren om je goed te volgen.

10. Ik vind het heel erg om te zeggen, maar ik heb het hele laatste stuk van je verhaal gemist.

belangrijk máken

Mijn dochter ontdekte pas een grote waarheid. Ze was er een beetje van slag van.

“Ik kan inzoomen en uitzoomen”, zei ze:

“Als ik in zoom is álles belangrijk. Het kleinste puistje, te laat komen, huiswerk af. Als ik uit zoom wordt dat allemaal betrekkelijker. Er zijn belangrijker zaken in de wereld. Veel van mijn tijd op school wordt tijdverspilling. Als ik te ver uit zoom is niets meer belangrijk.”

Ze was haar houvast opeens kwijt. Ze moet zoeken naar het juiste zoom-niveau voor haar.

Op deze manier kies ik nu opnieuw mijn focus.

Niet” ‘wat is belangrijk’ (veel of weinig, afhankelijk van je zoom-niveau), maar: ‘wat máák ik belangrijk’.

Ik maak hierin keuzes. De dialoog zoeken met mensen waar ik het niet mee eens ben, is zo’n keuze.

Omdat ik vind dat het moet gebeuren. Er moet veel meer gebeuren, maar dit is waar ik mijn lens op richt. Op in zoom. Energie in steek.

Keuzes

Ik maak nóg een keuze. Ik blijf met mijn hoofd bezig. Dat kan ik goed. Ik doe het te veel. dat weet ik. Ik loop het risico contact met mijn lijf en gevoel te verliezen.

Maar dat wordt geen reden voor mij om helemaal uit mijn hoofd te stappen. Om helemaal een gevoelsmens te worden. Dat lijf en gevoel ga ik wel aandacht geven. Maar dat hoofd ga ik niet los laten. Daar ga ik mee werken.

Het zijn keuzes. Geen definitieve. Wel voor nu.

Hoofd én lijf. Relativeren én me druk maken.

Me druk maken omdat ik dat wil, niet omdat het me overkomt.

 

PS UPDATE januari 2014:

Nieuwe focus: Verhalen maken. Verhalen die raken. Theater maken. Niet mensen overtuigen, maar ze een verhaal geven waarvan ze zelf mogen weten wat ze er mee doen. Geen eenduidige boodschap dus, in die verhalen.

de waarheid

Ik tweette : “De waarheid ligt niet in het midden maar aan beide kanten tegelijk”

Ik kreeg van Robert Kroesbergen (@rkroesbergen) een antwoord: “Maar de beste waarheid ligt aan één kant”.

Ik antwoordde dat de beste waarheid niet bestond. Even vermoedde ik nog een grap, maar Robert verzekerde dat we een meningsverschil hadden.

Dat is mooi, want dan kan ik iets leren. Ik hoop dat Robert wil delen. Ik begin hier vast, want 140 tekens is wat kort voor nuances.

Mijn uitspraak komt voort uit plagiaat en ervaring.

Plagiaat, want ooit las ik ergens:

“Het tegenovergestelde van een kleine waarheid is een leugen,
het tegenovergestelde van een grote waarheid is een andere waarheid.”

En in een lezing van Marinus Knoope hoorde ik:

“De waarheid ligt nooit in het midden, het midden is voor de veiligheidszoekers”

 

Ervaring, want ik heb deze uitspraken in mijn hart bewaard. En gezien dat ze waar zijn. Altijd leer ik van een overtuiging die haaks op die van mij staat.

Misschien is er een beter onderscheid te maken dan klein en groot.

Misschien moeten we het hebben over:

korte en lange termijn,praktische toepasbare 

versus

levensbeschouwelijke, waarheden.

 

In het geval van praktisch toepasbare, korte termijn waarheden geef ik Robert gelijk. Dan is het verstandig om één waarheid te kiezen. Er je kunt er vast een vinden die op dat moment de beste is.

In het geval van

  • waarheden die wat langer mee moeten,
  • waarheden waarop je je levensovertuigingen bouwt,
  • waarheden op basis waarvan je mensen benadert,

 

blijf ik vast houden aan mijn: “Er bestaat geen beste waarheid”.
Ieder van ons heeft een stukje van de “grote” waarheid.

Laten we niet kiezen maar ze naast elkaar leggen. Als we tegen over elkaar blijken te staan: laten we dan respect hebben voor elkaars waarheid.

“Ja maar er moeten toch een keer knopen worden doorgehakt, beslissingen worden genomen ! “, zeg je.

Dat is waar. Gelukkig gaan die beslissingen weer over praktische zaken. En daar kunnen we via een goede dialoog heel goed samen een beste waarheid voor kiezen.

Ook al blijven onze “grote” waarheden verschillend.

.
Ik hoop dat dit een begin is. Ik ben benieuwd naar wat Robert te zeggen heeft. Ik heb hem als zowel verstandig als aardig mens leren kennen. Ik heb al van hem geleerd. (Hij hoste een blogpraat over SWOT).
Ik wil graag nog meer leren van hem.

Robert heeft inmiddels zijn antwoord gegeven. Dat staat hier.

Bloggen. er staat meer op het spel dan je denkt!

We staan op de rand van een cultuurverschuiving.

Maar we aarzelen.

En dat is gevaarlijk.

Want een halve stap is erger dan geen stap.

Een halve stap betekent . .

. . dat we het anker alleen maar verder de bodem in drukken,

. . dat we we niet eens door hebben dat we nog steeds vastegroest zitten

. . dat we onze vrijheid gebruiken om ons zelf vast te zetten.

Hoe zit dat dan? en wat is die volgende stap dan?

even wat cultuurfilosofie, nee niet schrikken, je bent er zo doorheen…

Onze vorige drie stappen waren ..

De mytische fase  (vanaf pre-historie)
De wereld wordt verklaard met behup van mythes. Mensen probeerden in deze fase het onzekere te vangen in verklarende verhalen.
Het kernwoord van deze fase is: DAT.
belangrijk is het overdragen van waarden.

De ontologische fase (vanaf Renaissance)
De wereld wordt verklaard met behulp van kennis. Mensen probeerden in deze fase het onzekere te vangen door het te leren kennen. Transcedente zaken worden tot immanente zaken getemd.*
Het kernwoord van deze fase is: WAT.
Belangrijk is het overdragen van kennis.

De Functionele fase (Vanaf Industriële Revolutie)
Daar zitten we nu in. De wereld staat niet meer als onderzoeksobject buiten ons. We gaan de relatie aan. Met de kennis over  de wereld zijn we nu in staat hem naar onze hand te zetten.
Het kernwoord van deze fase in HOE.
Belangrijk is het overdragen van vaardigheden.

 

En nu zijn we toe aan de volgende fase.

De Nieuw-mytische fase.

We zijn zo druk bezig geweest met het vergaren van kennis en vaardigheden om de wereld naar onze hand te zetten, dat we zijn vergeten om ons het belangrijkste af te vragen:

Nu we het stuur in handen hebben? Waar gaan we naar toe?

Met die vraag zijn veel mensen bezig als ik mijn timeline bekijk en blogs lees.

Mooi. Dat is namelijk de kernvraag van deze nieuwe fase: WAARTOE?

Maar ik zie veel te veel HOW-TO’s.

Blogs met lijstjes. Succesrecepten. Stappenplannen om alles 1-2-3 in kannen en kruiken te hebben.

En de favoriet: “Omdat het werkt”

Fuck “omdat het werkt” !

Dat is wel de meest onnozele reden om iets te doen!

Terwijl we ons blijmoedig op de HOE vraag blijven storten slaan we iets over . . . 

. . .de vraag WAARTOE?

Laten we stoppen met blij zijn als een kind over wat we allemaal kunnen.

Laten we beseffen dat we tovenaarsleerlingen zijn, die dingen aan het ontdekken waar we nog niet klaar voor zijn.

En we zullen nooit klaar zijn zolang we de vraag WAARTOE? niet stellen.

 

De hele stap.

De volgende fase in. De nieuw-mytische fase, omdat we terug kunnen grijpen naar een fantastisch instrument: verhalen.

Met verhalen kunnen we van elkaar leren wat echt belangrijk is: verhalen.

Verhalen van mens tot mens. Die verhalen geven zin aan ons handelen.

Laten we de sociale media vooral daarvoor gebruiken.

Blog je verhaal de wereld in.

Reageer, en word onderdeel van het verhaal van de ander.

En zo ontdekken we samen het WAARTOE?

*voetnoot:

De filosoof Van Peursen beschreef in zijn boek “Cultuur in stroomversnelling” drie fasen waarin de mensenlijke cultuur zich ontwikkeld heeft.

De fasen kernmerken de manier waarop de mensheid om gaat met de spanning tussen het het immanente (het aardse, alledaagse, gewone, dat wat we kennen), en het transcedente  (de zaken die dit aardse te boven gaan).

Elke culturele fase heeft zijn eigen oplossing om mate dit spanningveld om te gaan.

 

Stop een dove in je meterkast

Wat doe je als een stop doorbrandt?

Je vervangt hem. Of als het een automatische schakelaar is zet je de knop om.

Maar eerst ga je kijken wat het probleem is, want anders brandt hij direct weer door.

Wat doen bedrijven als medewerkers ziek worden, uitvallen, niet meer goed functioneren?

Ze worden vervangen, of er wordt geprobeerd om de “knop om te zetten”.

Slechts zelden wordt er in de organisatie gekeken naar wat daar mis gaat.

Jammer want de medewerker die uitvalt is als een stop. Iets in zijn functioneren maakt hem kwetsbaarder voor wat er op de werkvloer gebeurt. Goed om daar aandacht aan te besteden. (De knop weer omzetten, het doorgebrande draadje weer herstellen).

Maar mis als werkgever het signaal niet. Kijk wat er in de organisatie, op de werkvloer beter kan.

Een dove of slechthorende is kwetsbaarder op het gebied van communicatie. Als er iets mis gaat, prima om daar aandacht aan te besteden. Soms kan iemand met gehoorverlies beter leren om gaan met zijn beperkingen. Assertiever worden, hulpmiddelen gebruiken.

Maar als die “knop” omgezet wordt, zonder dat er in de rest van de organisatie gekeken wordt naar de manier waarop gecommuniceerd wordt, heb je kans dat hij weer door brandt.

Aardlekschakelaar

Een aardlekschakelaar is gevoelig voor verkeerde spanning. Hij sluit direct af als dat gebeurt, en geeft daarmee een signaal af. Het geeft je de kans om te kijken wat nog beter kan.

Een assertieve slechthorende of dove is als een aardlekschakelaar.  Zij hebben geleerd om op een goede manier aandacht te vragen voor de communicatie. Ze voelen haarfijn aan waar het niet loopt. En geven dat op een zorgvuldige manier aan. De communicatie verbetert daardoor.

Wees zuinig op de je meterkast. Koester hem. Gebruik het voor je proces van continue verbetering.

 

misbruik van feedback

Met de regels van feedback krijgen mensen een machtig wapen in handen. Volgens die regels is elke verdediging uitgesloten. Als je op uitermate zorgvuldige (en dus uitvoerige) wijze te horen hebt gekregen wat er niet aan je deugt, mag je als feedbackontvanger alleen nog maar dankbaar zijn voor het cadeautje dat je zojuist hebt gekregen.  De feedbackgever omhult zich met een aura van onaantastbaarheid en stelt zichzelf en passant als norm.

Met ongevraagd feedback geven kun je mensen net zo vast zetten als met de opdracht: “Voer deze opdracht niet uit!”

Is dat overdreven? Ja.

Toch bevatten de feedbackregels een dubbelzinnigheid, en die wil ik graag blootleggen.

Even vooraf:  Als iemand zelf vraagt om feedback,  zijn de regels heel zinnig. Dan is feedback een mooi instrument. Maar dan ook echt alleen als iemand er zelf expliciet om vraagt.

In alle andere gevallen bijten twee verschillende elementen in de feedback elkaar:

1.  Ik geef jou informatie over mij.

“Beschrijf het effect dat het op jou (feedbackgever) heeft en gebruik de ik vorm”.

Prima! Dit is volgens mij het wezenlijke van feedback: informatie. De feedbackgever vertelt hoe het gedrag/de boodschap is overgekomen. De feedbackgever vertelt dus iets over zichzelf! Dat is inderdaad een cadeautje.

2. Ik geef jou informatie over jou.

In de regels staat ook ergens: “Beschrijf veranderbaar gedrag.”

Hé, wacht eens even. Wordt ik als ontvanger geacht te veranderen? Hoe is dat er ingeslopen? Als ik een cadeautje krijg mag ik toch zelf weten wat ik er mee doe? Anders is het alsof iemand mij een groot schilderij geeft,  er meteen bij zegt op welke muur dat mooi zou staan, en een passant mijn huis opnieuw inricht.

1. klopt  en 2. is fout.

Nogmaals:  feedback gaat over de gever, niet over de ontvanger. Wees daar alsjeblieft duidelijk over! Die informatie koppelen aan veranderbaar gedrag van de ontvanger wekt de indruk dat het toch over de ontvanger gaat.

Geen feedback maar kritiek.

Als het je te doen is om het gedrag van de ander te beïnvloeden om dat jij je ergens aan stoort, prima. Zeg wat je niet bevalt aan het gedrag van de ander.

Ook als mensen schadelijk gedrag naar anderen vertonen moet je ingrijpen. In dat geval is je interventie er in eerste instantie op gericht anderen te beschermen. Zorgvuldig en respectvol wijs je iemand terecht. (en de regels van feedback zijn ook in dat geval een goede richtlijn).

Ik wil dat echter geen feedback noemen, maar kritiek. Niet het belang van de kritiekontvanger staat hier centraal, maar het belang van jou of degene die je in bescherming neemt. De ontvanger hoeft niet blij te zijn met het cadeautje. Jij bent de muur waar de ander met zijn neus tegen aan loopt. Ik vind die rol wezenlijk anders dan die van feedbackgever.

Feedback geven doe je toch om de ander vooruit te helpen.

Maar als de ander daar zelf niet om gevraagd heeft, moet je jezelf afvragen of je hem wel helpt. Hij zal waarschijnlijk niet open staan voor feedback. Wat je bereikt is misschien zelfs het tegenovergestelde van wat je wil. Je geeft namelijk de boodschap dat de ander niet goed is zoals hij is.

En wat nu als je bij iemand een blinde vlek ziet? Toch mooi om hem daar met feedback op te wijzen?

Nee.

Mensen gaan gedrag pas veranderen als ze zelf last gaan krijgen van dat gedrag. Gewoon laten gaan dus. Kennelijk heeft iemand het nodig om nog wat vaker met zijn neus tegen de muur te lopen. Als de ander jou niet heeft aangewezen als zijn opleider moet je je ook niet gedragen als een opleider.

Wat je wél kunt doen is mensen onvoorwaardelijk steunen. Dat hebben ze nodig als ze zich weer eens stoten. Als ze zich gesteund voelen zullen ze zich eerder open stellen voor feedback. Ze gaan er misschien wel zelf om vragen. Wacht tot dat moment met het geven van feedback, en doe het dán volgens de regels.

Niet mee bemoeien.

Ik ben dit nu als opvoeder aan het leren, en het is moeilijk. Hoe laat ik mijn kinderen hun eigen lessen leren? Hoe houd ik mijn mond als ik zie dat ze met ogen open ergens in trappen?  Soms houd ik mijn mond niet. Wat ik wel kan doen is op dat moment het “voor je eigen bestwil” verhaal achterwege te laten. Daar zitten ze niet op te wachten. Gewoon lekker ouderwets “omdat ik het zeg!” dus. Nu ben ik de muur, een andere keer weer het kussen.

En in de tussentijd?

Onvoorwaardelijk steunen dus. Een mooie manier waarop je dat kunt doen is een compliment geven voor de dingen die de ander wél goed doet. Dat is een echt cadeautje.

Zónder verbeterpunten, zónder sandwichformule.  #Durftewaarderen

dialoog! geen debat!

Mijn kinderen krijgen op de middelbare school les in debatteren. Scholen kunnen zelfs meedoen aan wedstrijden, tot op landelijk niveau. Prachtig natuurlijk, maar een gemiste kans. Want waar we in Nederland en voor in onze politiek behoefte aan hebben is niet nog meer debat maar vooral dialoog.Hoe feller je debatteert, hoe minder aandacht er is voor dialoog.

Dit ontdekte mijn zoon deze week. Hij studeert scheikunde en kreeg les in het voeren van een dialoog. In de exacte wetenschappen hebben ze door dat je daarmee dichter bij de oplossing komt.

De studenten werd eerst gevraagd om over een controversieel onderwerp te debatteren. Daarna moesten ze over datzelfde onderwerp de dialoog zoeken. Mijn zoon ontdekte dat hij, met het heftige debat nog in zijn achterhoofd, heel veel moeite had om met open vizier naar de argumenten van zijn gesprekspartner te luisteren. Hij voelde steeds de neiging om met een heftige “maar…!”  te komen.

Debatteren maakt dus het voeren van een dialoog erg lastig. Willen we onze kinderen dat leren?

In een dialoog maak je de voor en nadelen van beide standpunten bespreekbaar. Vervolgens ga je creatief op zoek naar een manier die van beide standpunten de voordelen uitbuit en die de nadelen zoveel mogelijk beperkt.

In een debat is de winnaar degene die de zwakke plekken van zijn tegenstander het best weet uit te buiten, en de mooiste one-liners gebruikt. Maar wat is er dan gewonnen?

Trek dit eens door naar de tweede kamer. Je zou toch willen dat daar mensen met elkaar oplossingen zoeken voor de problemen in de maatschappij. De manier waarop ze daar nu debatteren is niet de meest effectieve manier om dat te bereiken.

Dus, naast debatles, ook dialoogles op de middelbare school graag.