Berichten uit de repetitie ruimte

Hoe kan ik beginnen te vertellen wat mij overkomen is . . .

. . .en nog steeds overkomt, in de repetitieruimte.

Ik werk in een klein zaaltje van de muziekvereniging van Huizen. Een bijzonder feit, want ik gebruik géén muziek bij mijn voorstelling.

Ik werk daar omdat mijn regisseur, Maarten Vonk daar connecties had, en omdat hij er om de hoek woont. Eén van de twee moest reizen. Dat doe ik, ik heb die reis naar huis wel nodig.

Mijn wereld staat op zijn kop. Precies wat ik wilde en toch volkomen onverwacht.

Ik ging met een hoofd vol ideeën, los zand die ruimte in.

Dat losse zand blijkt in elkaar te grijpen.

Maarten vertaalt tekst naar beeld. Er ontstaan verbindingen. Er sneuvelt tekst, er komt beeld bij. Dingen vallen op hun plek. Er ontstaan nieuwe betekenissen. Tekst die sneuvelt blijft zijn lading houden, maar dan compacter.

Ik loop tegen mezelf op. Waar ik dacht te kunnen improviseren op iets dat zo van me zelf is, dat er niets anders uit kan komen. . . daar ga ik dwalen.  Zinnen die ik ter plekke bouw, blijken veel minder krachtig dan de zinnen die ik schrijvend neer zet.

Dat wordt uit het hoofd leren. Weg vrijheid, welkom structuur.

Hele vreemde beweging dat.

Want ik betreur die vrijheid. Ik moet daar afscheid van nemen. Ik weet dat ik hem weer ga vinden. Maar ik kan dat niet voor me zien. ik moet daar blind op vertrouwen.

Ik ben blij met de structuur. Dat geeft houvast. Dat geeft zekerheid. Ik heb nu de zekerheid dat ik iets heel goeds heb.

Nu de zware klus om dat goeds de ruimte te geven die het verdient.

En dat is op dit moment vooral veel ploeteren.

Teksten uit het hoofd leren, en dus bij repeteren veel in mijn hoofd: “heb ik nu net een stuk overgeslagen?” 

Bewegingen en handelingen uit proberen. Mij lijf een plek geven. Mijn stem bewust gaan gebruiken. Allemaal nieuw. Allemaal niet spontaan. Nu niet. 

De vrijheid uitgezwaaid, eenzaam ploeterend, werkend aan de terugkeer.

 

De foto heeft Agnes Swart gemaakt, als onderdeel van een studieopdracht.

als het zwaar wordt

Schrijven valt me zwaar vandaag.

Opnieuw goed gewerkt.

Maarten is goed. Hij kijkt met de ogen van een publiek. Hij weet wat er aan drama nodig is.

Het doet mooie suggesties om te dramatiseren. Stelt de goede vragen, zodat ik uit elke scene de kern haal van wat er in zit. Ik ontdek zelfs nieuwe lagen. Wordt op een nieuwe manier geraakt door het verhaal dat ik zelf bedacht heb.

En dan huiswerk, want dat alles moet uitgeschreven.

Pas als alles staat, alles tot in de finesses is uitgedacht, niets aan het toeval is overgelaten, pas dan kan het toeval weer ruimte krijgen, besef ik nu.

Het is een mooi, maar ook zwaar proces.

En vandaag valt het uitschrijven me zwaar. Omdat ik mezelf heel erg tegen kom. Omdat het gaat over een stuk van mij dat ik ook niet snel deel. Hoe open ik ook ben, sommige dingen zijn te dichtbij. Zoals ik nu merk, bij het schrijven. (Zolang ik niet vertel waar de scene over gaat, komen jullie er ook niet achter)

Het is niet zo dramatisch als het hier klinkt hoor, gewoon een stukje privé dat privé blijft.

Sommige dingen moeten geheim blijven. Die geven straks lading aan het stuk. Net als alle dingen die nu op de vloer van de editors room blijven liggen. Alle stukken film die niet gebruikt worden, maar waar de energie wel in net stuk zit.

Ik ga weer verder met schrijven.

 

 

bijzondere ontmoetingen via internet, introducing mijn regisseur

@Stevengort schreef al een keer dat twitter niet vluchtig is.

Ik maak het al twee jaar mee. Mooie contacten via twitter. En de blogs. Niks oppervlakkigs aan. 

Alle ‘echte’ ontmoetingen met deze mensen klopten. Alsof je elkaar al jaren kent.

En nu heb ik op deze manier ook een vertrouwensband met mijn regisseur. @Maartenvonk.  Hem ken ik alleen van twitter en van de mail. En ik heb zijn website bekeken.

Meer niet. 

En toch voelde het meteen goed. We hebben elkaar nog niet ontmoet. Hij zit nu nog in Sofia, omdat hij daar bezig is met een productie. Hij komt 17 juni naar Nederland. En dan gaan we aan de slag.

We hebben beiden vertrouwen in elkaar.

Bijzonder vind ik dat.

Misschien minder vreemd, als je bedenkt dat vertrouwen een self-selffulfilling prophecy is.

En dan nog vind ik het bijzonder.

Van het soort bijzonderheid waar ik graag mijn leven mee vul, en waarvan ik graag uit deel.

 

 

 

 

 

gonzende gedachten

Soms zijn mijn gedachten een knikker, en is mijn schedel een ijzeren schaal.

 

 
en de rechtsreekse link

Het duurt lang voor de knikker stil ligt. En dan nog draait hij zelf nog een tijd om zijn as.

Het geluid klopt bij het gevoel.

Lastig als het vervelende gedachten zijn. Moeilijk stop te zetten.

De laatste keer kreeg ik er dit beeld bij. Dat wilde ik graag even laten zien.

Vandaar.

Nu geen last namelijk. Diezelfde gedachten zijn nu bezig met iets moois. Dat gaat net zo hard, maar dat klinkt wat beter.

 

 

Kunstenaar

Ik houd niet zo van moderne kunst.

Vorig jaar van Abbe museum, allemaal ‘installaties’ . Daar vind ik helemaal niets aan.

Maar Cobra tot Dumas in het Singer Laren  is een mooie tentoonstelling.

Uniek, want het is een prive collectie. 

Die schilderijen in het echt zien is bijzonder. Veel hele grote schilderijen. De structuur van de verf bijna voelbaar.

Vervreemdend.

Nu ik thuis de catalogus doorkijk en lees, wil ik terug. Zien wat ik nog niet gezien heb.

Ik voel me thuis bij kunstenaars. Ook al snap ik geen moer van ze  en vind ik lang niet alles mooi.

Volgens mij is kunstenaar zijn, de rand van de waanzin op zoeken. En dan mooie dingen mee terug nemen van wat je daar gevonden hebt.

Ik durf die rand wel aan. Ik kieper er niet overheen. Maar een paar stappen. Ja, dat durf ik wel aan. Dat is mijn gave, dat is mijn talent. Dat is wat ik de wereld wil bieden. Voor hen die uit de buurt van die rand willen blijven.

en de rechtstreekse link

Fuck de romantische komedies. Zo simpel ligt dat niet !

Alweer gebeurt het dat ik tijdens het schrijven van een blogpost een vraag oproep bij mezelf.

Gisteren schreef ik dat mijn kinderen me hebben geholpen bij het houden van mezelf.

En hoe zit het dan met mijn vrouw? Daar was ik toch verliefd op? Die houdt toch van mij? Waarom heb ik haar liefde niet gebruikt om van mezelf te houden?

De waarheid is dat ik mijn vrouw heb gevonden in een periode dat ik niet zo vreselijk van mezelf hield. Niet zo’n goede basis om van de ander te houden zoals die is. Mijn energie ging denk ik meer uit naar het idee van haar, en naar het idee dat ik had van het idee dat zij van mij had. In plaats van tevreden zijn met wie ik was, ging ik mijn best doen te zijn wie zij wilde dat ik was. En ik vermoed andersom. 

En dan zijn daar de kinderen. Genoeg afleiding om niet meer stil te staan bij dat soort dingen. 

En nee. Niks neprelatie. Niks valse, schone schijn. Zo simpel ligt dat niet. Fuck de romantische komedies! S. en ik waren in die tijd verbonden in onze gezamenlijke liefde voor de kinderen.  Een sterke band. Een liefdesband.

Maar ja. Intussen wel angels in elkaar steken. De ander verantwoordelijk maken voor je zelfwaardering. Onuitgesproken afdwingen naar elkaar. Patronen die zo strak geweven zijn, dat ze moeilijk te ontwarren zijn.

Met dat ontwarren zijn we nu bezig. Dat kost tijd. Prima. Die tijd hebben we. We kiezen voor elkaar.

(We hebben inmiddels een ontroerende sorry naar elkaar toe uitgesproken. Eentje die mij in mijn hart raakte.)

En S. springt mee met mijn sprong. Hoe mooi is dat? (Nee ze vind het niet fantastisch. Ze vind het vooral eng. Maar ze springt.)

De werkelijkheid is minder simpel dan de zelfhulpboekjes. Maar de werkelijkheid is wel veel waardevoller.

 

 

van jezelf houden, hoe doe je dat?

Al die boeken die zeggen dat je niet afhankelijk bent van de waardering van anderen, kunnen wel gelijk hebben. Maar het is een droog en koud gelijk. Je hebt er niks aan.

De eerste keer dat ik die boeken las, maakten ze het alleen maar erger. Het lijkt zo simpel, zoals het daar staat. Waarom lukt mij het dan niet? Weer iets wat ik niet kan.

Ik denk dat die boeken iets vergeten.

Ik denk dat ze een halve waarheid vertellen. En daarmee een hele leugen.

Het is niet waar dat je onafhankelijk bent van anderen. Als dat zo zou zijn, waarom zijn al die anderen er dan?

Even voor de duidelijkheid. Het is waar dat anderen jou alleen maar kunnen zien door hun eigen bril. Het is waar dat jij je niet moet laten bepalen door wat anderen van je vinden. Het is waar dat je niet moet wegkruipen in een hoekje als iemand, die met zijn verkeerde been uit bed gestapt is, een rotopmerking tegen je maakt.

Het is niet waar dat het onbelangrijk is wat anderen van je vinden. Dat heeft waarde. Veel waarde.

De truuk is, dat jij die waarde bepaalt. Geef anderen de macht om jou lief te vinden, jou geweldig te vinden.

Laat van je houden.

Dat is een hele goede manier om van jezelf te leren houden. Het is ook een hele goede onderhoudsdosis voor je eigenliefde. Maak jezelf er niet afhankelijk van, maar gebruik het.

En geef het terug. Geef het aan zo veel mogelijk mensen terug.

Ik denk dat ik de vonk meekreeg van mijn ouders. En toen dat kleine vonkje in die boze, koude wereld bijna uit ging, waren het mijn kinderen die er weer leven in bliezen.

Laat van je houden.

En kijk dan de kunst af. Geloof ze, die mensen die van je houden. Doe ze na. Hou van jezelf. En geef het door. Houd van anderen. Zodat zij weer van zichzelf kunnen houden.

Ja, we hebben elkaar wel nodig.

Wat voor wereld zou het zijn, als dat niet zo was.

 

 

 

 

 

Toen ik nog onzeker was

Toen ik nog onzeker was

was ik vooral onzeker over mijn onzekerheid.

Ik dacht dat zekerheid hoorde, want iedereen deed alsof.

Ik probeerde ook heel hard alsof te doen, maar ja dat heb je met doordenkers. Die hebben door dat ‘alsof’ natuurlijk helemaal niet zeker is. Doordenkers kunnen niet alsof. 

Pas veel later kreeg ik door dat zekerheid helemaal niet bestaat. Dat iedereen dus een beetje in de nieuwe kleren van de keizer loopt. En dat er een soort gentlemen’s agreement is om het daar niet over te hebben. Omdat die onzekeren dat dan ook door krijgen. En zonder onzekeren heb je niks aan je ‘alsof’.

De truuk is dus niet af te rekenen met je onzekerheid, maar te genieten van je onzekerheid. Ik kan dat. Af en toe, dan. Steeds meer toe dan af. 

Ik doe dat door te kiezen voor de enige zekerheid die er is. Ikzelf. Ik ben mijn constante. Ik heb een deal met mezelf. Ik sta altijd achter mij, of naast mij. Ik zit zelfs in mij.

Ik heb heel veel lol met mij. Dat scheelt ook. 

Ik kan het je aanraden. 

 

konijn in de koplamp

Ik wilde heel mooi poëtisch schrijven over het konijn in de koplampen. Maar laat ik gewoon dicht bij huis blijven.

Ik heb me ziek gemeld. De spanning werd te groot. Tussen wie ik ben, en wat mijn werk is.

En nu ik afstand neem zie ik pas hoeveel ik mij geforceerd heb.

Als een konijn in  de koplampen heb ik het afgelopen jaar geprobeerd mijn werk zo goed mogelijk te doen. Kleine aanpassingen te maken. Een beetje nieuwe dingen leren, en een beetje bevechten dat ik andere dingen op mijn manier mag doen. Maar dat was allemaal gefrommel in de marge.

Pas als je uit die koplampen bent, zie je dat het donker helemaal niet donker is. Pas als je uit de koplampen bent zie je dat het koplampen zijn. En dat ze verblinden.

Nu zie ik bijvoorbeeld dat ik als beeldhouwer met een nagelvijltje een groot blok marmer bewerkte. Eindelijk pak ik de grote bijtel om de ik er uit te halen die er in verborgen zit.

Waar het om gaat is jezelf kunnen zijn in je werk. Ik wilde dat voor mijn klanten voor elkaar krijgen. Nu zie ik dat het mijn taak is om dat voor me zelf te doen. Helemaal. Geen half werk meer.

Ik heb even tijd nodig om bij te komen. Ik heb wat typisch slechthorende waarschuwingssignalen. Tinnitus is luider, en ik voel sneller duizeligheid. Ik heb meer energie verspild dan ik door had.

Vreemd want ik ben al vaker uit de koplampen gesprongen. Dat is kennelijk geen garantie dat je ze de volgende keer makkelijk herkent. (Hoewel ik nu een stuk eerder spring dan toen)

En dan. Doorgaan met het werk creeëren dat al heel lang op me wacht. Het podium. Theater. Alles op een rij aan het zetten. Begroting maken. En financiering binnen halen. Daar ga ik jullie hulp bij vragen. Want ik wil niet langer in de ziektewet dan nodig is. Het geld moet binnen komen omdat ik het waard ben, niet omdat ik zielig en uitgeteld ben.

 

 

Op naar het podium

Mijn jaar begon mooi.

Marcel van Driel deed een oproep.

hier

Hij schrijft een boek “Waanzinnige plannen”, dat dit jaar uit komt. Trouwens een erg mooie manier om je waanzinnige plannen te laten uit komen 😉

Ik reageerde met mijn plan om een toneelvoorstelling te maken. Ik had dat vorig jaar al hardop gezegd, maar nu koppelde ik er meteen een deadline aan. Dit jaar nog een try out.

Meteen een reactie. In Ede is een klein theatertje met 24 stoelen. Dat mag ik gebruiken. Ik wil de eigenaar ook gebruiken als regisseur.

Nu schrijven. Materiaal verzamelen. Rode draad maken. 

Er is erg veel dat ik niet weet over theater. Heel erg veel. Mijn “levenslessen serie” maak ik zonder publiek. Ik heb geen idee wat er precies wel werkt en wat niet. Hoewel ik moed put uit de mooie reacties die ik er op krijg. 

En ik zit een beetje vast in mijn jeugdliefde. De eerste shows van Freek de Jonge. Ik merk dat ik in dat stramien blijf hangen als ik iets wil bedenken. Maar daar kom ik wel uit, in beide betekenissen.

Misschien ga ik hier wat minder schrijven. Omdat ik met die andere teksten bezig ben. Ik moet nog ontdekken of dat samen gaat met iedere dag bloggen.

Ik ben wel van plan om hier te schrijven over  de voortgang, mijn geworstel. Want dat gaat natuurlijk onherroepelijk komen. Ik heb er zin in. Zelfs in dat geworstel. Mooi dat het hier staat. Kan ik het straks terug lezen, als ik er midden in zit. Kijk! Je had er zin in. Dus niet zeuren!

Ik ga niet in de kramp schieten om hier niks meer weg te willen geven uit angst om niks over te houden. (hoop ik) Omdat ik geloof dat de bron alleen onuitputtelijk is als ik hem laat stromen. 

Ik ga een vervolg schrijven op het verhaal van de engel. Om houvast te hebben. Maar misschien laat ik dat ook wel weer los. Ik zie wel. Ik heb een plan dit jaar. En dat voelt goed.