wie ben ik : aanvulling

Een aanvulling op mijn wiebenik.

Een groot verschil met 1995 ontdek ik nu.

Ik hoef niet te zoeken naar mijn privé zelf. Ik ben aardig tevreden met mezelf, en heb aardig vrede met mijn onaardige zelf.

Waar ik wel erg onzeker over ben is: wat zijn mijn talenten, en hoe en waar zet ik die zo goed mogelijk in?

Mijn huidige baan is de leukste die ik ooit gehad heb. Maar ook in deze baan loop ik tegen grenzen aan, kom ik onvoldoende uit de verf.

Dat moet beter kunnen, zegt een stem in mijn hoofd. Dat is waar mijn 40 dagen over gaan.

Trigger van deze, en de wiebenik blog:

http://socialgort.wordpress.com/2012/01/21/mijn-associaties-heb-jij-ook/

en deze las ik later, en heeft er mee te maken: (vrij schrijven)

http://carogeurtsenmyblog.wordpress.com/2012/01/21/vakvrouwen-om-van-te-houwen/

Geen blog vandaag

Goed voor me zelf zorgen.

Goed naar mezelf luisteren.

Dus vandaag blijft de laptop dicht (nou ja , heel even open dan)

en schrijf ik geen blog (nou ja, een hele korte dan)

Ik ga lezen:

Tom Holland – Persian fire.  Non-fictie die spannender is dan veel fictie. Over de Grieks-perzische oorlogen. Verjaardagscadeau van mijn broer (onze moeder was geschiedenislerares)

Ga ik misschien wel een keer een boekreview over schrijven.

 

Nieuw in mijn artikelen:
Ik merk dat ik zo beïnvloed wordt door mijn mede-bloggers, dat ik voortaan onderaan mijn blogs links plaats van de artikelen die mij getriggerd hebben:
 

Caro Geurtsen die zo kwetsbaar durft te schrijven dat ze voor zichzelf moet kiezen.

Henk Jan de Wit die over boeken schrijft, zodat je zin krijgt in lezen (en er over schrijven)

Disclaimer: deze links en mijn reageren op andere blogs is geen SEO truuk. Het is verbondenheid.

 

iets veranderd

Of dat nu anders was: 50 zijn, wilde mijn dochter weten.

Nee hoor! riep ik.

En toch.

Zomaar de tijd nemen om lekker met de kinderen te ontbijten. Wachten tot 9 uur, tot de Hema open is voor taart. Eerst nog even het Wijchens meer zien, want daar komt net de zon op. Intussen onrust in mijn buik, want ik had al zo’n lange vakantie gehad dat dit als spijbelen voelde. Kom op jong, je moet gewoon weer aan het werk, zij mijn calvinistische criticus.

En dan dat moment waarop ik die kriebels in mijn buik  wel voel, maar niet bepalend laat zijn. Ik ben 50 en ik doe wat ik doe. Die beslissing voelt wel anders. En die kriebels voelen dan ook anders.

Had dat niet op elke andere dag gekund? Ja dat had op elke andere dag gekund. Maar ik vind het wel mooi om dit te koppelen. Dus doe ik dat, want ik ben 50 en ik doe wat ik doe.

Zoals drie keer voluit schrijven dat ik doe wat ik doe.

Ik beslis dat vandaag mijn nieuwjaar begint. Betekenis is n.l. ook iets dat je zelf kunt geven.

Zo beslis ik dat die prachtige zonsopgang mijn cadeautje was.

laat de rode lijn los

In #blogpraat deed ik het nog:

Rode lijnen en kaders verdedigen. Creativiteit kan ook juist ontstaan door de beperking.

Dat laatste klopt nog steeds, en voor een aantal projecten houd ik die rode lijn aan:

Maar mijn meeste blogs gaan hier verschijnen. En hier laat ik de rode lijn helemaal los.

Wat een heerlijke vrijheid. Het mag overal over gaan.

De enige beperking is dat ik hier mezelf blijf. Helemaal en onvoorwaardelijk.

Ik ontdekte dat ik met die andere blogs (vooral mijn werkblog), mezelf opnieuw aan het uitvinden was. Ik knutselde iets moois, zag het eindresultaat al voor me. Schaven en schuren. Weglaten. Veel te veel bezig met wat anderen er van vinden.

Nu ga ik het andersom doen.

Geen eindresultaat voor ogen. Alleen het begin. Ik ga het blog niet gebruiken om mezelf (opnieuw) uit te vinden. Ik ga het gebruiken om mezelf weer te ontdekken.

De rode draad ga ik niet neerleggen. Ik ga hem vinden.

Eerst  opruiming. Wat oude stokpaardjes loslaten die te lang op stal hebben gestaan.

En dan mezelf verrassen met wat ik vind.

Personal branding, jezelf zijn. Maar hoe open kun je zijn?

Gisteren op #blogpraat kwam het voorbij: Hoe open kun je zijn op een Blog, (of op twitter, en andere sociale media).

Langzamerhand worden steeds meer mensen zich bewust van het fenomeen “personal branding”. Alles wat je doet op internet draagt bij aan het beeld dat er van jou ontstaat. Alsof iedere burger opeens een politicus is staan de “mannetjesmakers” in de rij om adviezen te geven over hoe je de “social media tools” in kunt zetten voor je carrière.

Ik doe er zelf aan mee. Mijn klanten zoeken werk, en dan kun je geen kans onbenut laten.

En toch bekruipt de twijfel mij een beetje. . .

“Wees jezelf”

“Wees authentiek!”

Zonder dat we het merken knutselen we aan ons “authentieke imago”.

Want reken maar dat we goed nadenken over welk stukje authentieke zelf we twitteren, bloggen en inlinken en facebooken.

Ja hoor, we durven best open te zijn. Onze persoonlijke verhalen te vertellen.

Toch ontdek ik dat daar een grens zit.

Die grens heeft te maken met het verschil tussen “daar en toen” en “hier en nu”.

Ik kan heel open zijn over blunders die ik gemaakt heb. Gemoedstoestanden kan ik in mooie bewoordingen op mijn blog kwijt.

Maar dat zijn allemaal afgeronde zaken. Ik ben er klaar mee. De wond is dicht. Dekseltje gesloten en op een plank gezet. Je mag kijken, maar alleen door het plastic raampje dat aan de voorkant in het doosje zit. De deksel blijft dicht.

De boodschap “ik ben kwetsbaar” wordt direct aangevuld met “ik ben sterk, want ik heb het overwonnen”.

Zo kom je dus vooral sterke mensen tegen. Je zou bijna gaan denken dat er alleen maar sterke mensen bestaan.

En wat dan als je midden in je ellende zit? Als de wond nog open en rouw is? Hoe lezen de verhalen van al die sterke mensen dan?In zo’n geval lees je liever berichten van anderen, die in eenzelfde positie zitten. Daar voel je tenminste herkenning. Al is de kans groot dat je met elkaar gaat klagen.

Het lijkt wel of er zo twee werelden bestaan. Een nieuwe verdeling tussen de “haves” en de “have-nots”. De successers en de ploeteraars.

Ik ken beide werelden. Sterker nog ik, slinger nog steeds tussen die twee heen en weer. Ik ken periodes waarin ik me geweldig voel. En soms wordt het me allemaal even te veel. In die periodes kan ik heel goed voelen wat sommige van mijn klanten voelen. De verlammende werking van onmacht.

Mijn wens is dat die twee werelden, die van de successers en die van de ploeteraars elkaar ontmoeten.

Dat de successers niet meteen hun neus ophalen.

En dat de ploeteraars niet meteen zich afkeren in jalouzie.

Ze hebben elkaar veel te leren.

Hoeveel successers komen niet in een burn-out terecht omdat ze niet kunnen loslaten? Dat kunnen die ploeteraars vaak wel. Als het moeilijk wordt: alles uit je handen laten donderen.

En die ploeteraars kunnen van de successers leren om zo veel van zichzelf te houden dat het de moeite gaat lonen om die boel eens wat langer vast te houden. Dat je wel degelijk zelf iets aan je succes kunt doen.

Om dat te bereiken is wat meer openheid nodig.

Openheid om te durven zeggen: “Ik kan het nu even niet alleen”, zonder dat je daarmee je geloofwaardigheid verliest in je personal brand. En dan bedoel ik niet de stoere “ik ga hulp vragen”, want dan ben je er al. Nee ik bedoel de hulpeloze “Ik zie het even niet meer zitten”.

Openheid van de successers die ook hun momenten van twijfel kennen. Durf je die te laten zien, hier en nu? Dus niet straks, als je twijfel al weer is omgezet in een succes? Die twijfel moeten ze laten zien, want een boodschap van louter kracht komt niet aan bij een ploeteraar. (Ja, jij wel!)

Of ben ik te naïef?Horen deze zaken niet op het net? Zijn dit dingen die binnenskamers moeten blijven?

Ik weet het niet.

Ik twijfel.

Aan de ene kant zet ik dit op internet onder mijn eigen naam. Dat ik ook soms een ploeteraar ben, die als het te moeilijk wordt dingen uit zijn handen laat vallen. Die ook af en toe (vol jalouzie) denkt bij de zoveelste jubeltweet: “Ja, jij wel”.

Aan de andere kant: Ik zet het niet op mijn loopbaanblog. Daarvoor is het te persoonlijk. Ik zet dit op mijn meningenblog, een beetje in de schaduw. En ik hecht er aan te zeggen dat ik, als ik mensen succes wens op twitter, ik dat te volle meen. Ik ben dus niet helemaal een loser, ja?

Ik ga dit plaatsen zonder er een nachtje over te slapen.