je weet niet half welke werelden er zijn, als je het niet weet

Er sneuvelen mindsets waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden!

schreef ik.

En vandaag weer.

Ik ging shoppen met Xandra. Ik leerde op een totaal nieuwe manier naar kleren kijken. In plaats van ja-dat-durf-ik-wel-te-passen, duwde Xandra alles in mijn handen wat ik ook maar enigszins leuk vond.

Zelfs de ja-leuk-MAAR . . . eh  ! ! !

Zelfs dingen waarbij ik dat leuke nog niet 1-2-3 zag.

Ik liet al mijn oordelen los, en ging passen, kijken, voelen.

Ik heb een rode jurk gekocht met iets van roesjes, terwijl ik niks met roesjes heb.

Ik trok een mooie blauwe jurk aan die ik veel te elegant voor mezelf vond. Ik kijk in de spiegel en vind mezelf opeens elegant. Dat was wel één van de laatste woorden die ik op mezelf van toepassing vond. Ik vond me nog steeds elegant, zelfs nadat ik door het passen met een armzwaai een kristal van een plafondlamp aan duigen laat vallen, schaamte en vreugde naast elkaar.

Ik heb mateloos genoten, en dat is ook nieuw. Niks geen demi, maar die maxi Latte. Ja, ook die winkel lekker in. En ja ook die jas nog kopen. Alle preutse, zuinige voorzichtigheid ging overboord.

Ik voelde me extraverter dan ik mezelf ooit gekend heb.

En dit is nog maar het begin.

Er gaan letterlijk werelden voor me open.

Die glimlach in mijn lijf wordt een schaterlach.

En dan op de terugweg, na een paar vragen van Xandra, waardoor ik met natte ogen nog net zie dat het licht op rood gaat, besef ik:

Ik ervaar dit omdat ik het er kan laten zijn. Omdat ik ook de pijn en de schaamte toelaat. Omdat ik ja zeg tegen alles. Daarom kan ook de vreugde vol naar binnen.

Ik drink van de bron van het leven, het bitter en het zoet.

En ik ben zoooo dankbaar.

(de toetsen worden nat nu)

een vent in een jurk

Een maand geleden was ik er nog bang voor.

De ‘real-life’ fase van het transitie traject. Ik moet dan een jaar als full time vrouw leven. Ik kocht een jurk, trok hem aan en zag in de spiegel een ‘vent met jurk’. Bah. Dat ga ik niet trekken, dacht ik. Dat gaat het einde worden van mijn reis.

En vandaag liep ik met jurk door Utrecht. In en uit de trein op mijn eigen station Wijchen. Zelfs op hakken. Geen greintje gêne. Sterker nog, het voelde goed. Mens wat gaat dit snel, en wat vallen er een barrières.

Er is in korte tijd veel met me gebeurd.

  • Ik vind shoppen opeens leuk.
  • Iemand zei dat ik mooie benen had, en voor het eerst kon ik over mezelf denken in termen van mooi.
  • Ik wordt ‘girl’ genoemd in een bericht en reactie, en het komt heel erg binnen.
  • Ik huil.
  • Ik durf van me te laten houden. Poeh! En dat is een grote. Van mezelf houden dat durfde ik al. Maar dit . . . toestaan dat iemand lief voor me is. En dan tot de ontdekking komen dat het eigenlijk juist heel erg bij me past: gekoesterd worden. (help, dit hardop schrijven is rete-eng!!)

Er sneuvelen mindsets waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden!

Ik ben er niet meer bang voor, die passabiliteit (dat betekent: kun je zo voor vrouw door gaan). Ik zal waarschijnlijk nooit echt passabel worden, en het interesseert me niet. Ik ga namelijk wel helemaal ik worden. Dan zien ze maar de vent in mijn vrouw. Die is er ook.

Misschien kom ik ergens in het midden uit, maar nu eerst ruim baan voor die vrouw!  En het zit ook verrassend lekker, rokken en jurken. En ik ben dol op leggings.

 

Dank dat jullie er zijn

Nog maar een keer, het belang van bloggen.

Je zou op facebook en twitter moeten kijken naar de racties op mijn vorige blog.

Ontroerend en hartverwarmend.

Lieverds, door jullie heeft dit er mogen zijn. Ik heb via mijn blog zulke fantastische mensen om me heen verzameld dat ik steeds meer mezelf kon zijn.

Ik zit intussen op een werkplek, waar het mijn werk is om mezelf te zijn.

Lieve vrienden, lieve collega’s (dat is dubbelop).

Dankzij jullie kon ik dit voelen. Dankzij jullie durf ik het aan.

Ik hou van jullie.

Weet ik weer, ik moet soms springen

Vijfenvijftig jaar worden en nooit van je lichaam houden. Ik was het één na laatst gekozen jongetje bij gym. Het laatst gekozen jongetje had tenminste nog zelf geaccepteerd dat hij niet van zijn lichaam hield. Ik hield zelfs dat krampachtig verborgen.

Te ielig als kind, te blubberig als volwassene. En toen ging ik fietsen naar mijn werk, vaak en ver. Ik viel af, en kwam in de wereld van gezond doen. Ik ging koud douchen. Toen ik de douche uit stapte en mijn koude lijf voelde, was het alsof ik een vreemd lijf streelde, en het voelde goed.

Ik viel ruim 10 kilo af, maar mijn mannenborstjes verdwenen niet. Ik pakte ze in mijn hand, en het voelde goed, en dat mocht niet. Schaamte schoot omhoog. Maar op een of andere manier kon ik die weer laten zakken. Wat nu als dit niks is om me voor te schamen. Wat betekent dat? Een groot welkom stroomde door mijn lijf. Ik voelde me gelukkig en ook hevig verward.

Ik bezocht een transgenderforum en las. En huilde. En las. En huilde.

De eerste dominosteen was aangetikt. Alle momenten uit mijn verleden schoten voorbij. Ik had wél al vaker vrouw willen zijn. Heel jong al. Ik had kennelijk besloten dat het niet kon zijn. Voor anderen ja. Voor mij verboden toegang. En steeds weer heb ik die gedachten met de snelheid van het licht van me af geduwd. Nu stroomden ze één voor één binnen, en ik mocht ze verwelkomen.

(Ik schreef ooit al eens over een vervelende ervaring als jongen)

(uit mijn gedichtenschriftje, toen ik ongeveer 12 was)

De vraag: “Mag dit er zijn?” werd met zo’n groot JA beantwoord dat ik me overweldigd voelde. Contact met mijn innerlijke fan voelt ook zo. Maar nooit voelde ik het zo compleet, met mijn hele lijf. Ik voel me heel.

Er volgde een fantastische week. Een week waar ik gesprekken had op het transgender forum. Een week waarin ik dierbaren apte, dm’de en mailde. Een week waar ik het mijn collega’s vertelde. En allemaal reageerden ze zoals ik verwacht had: ze deelden mijn vreugde. Ik heb de afgelopen jaren heel erg mooie mensen om me heen verzameld. Een collega zei: “dat is ook waarom het er nu kan zijn.”

Ik vertelde het Sacha, en die bleef overeind. Wat een krachtige vrouw is dat. Zaterdag 14 januari vierde ik mijn verjaardag, en waren alle kinderen thuis. Ook zij reagereerden fantastisch.  Maandag 16 januari ging ik naar de huisarts voor een verwijzing naar het transgenderteam van het VUMC.

Ik ga het traject aan omwille van het proces. Niet omwille van de uitkomst. Dat laat ik los. Ik heb de winst al binnen. Ik voel me heel, en ik houd zelfs van mijn lichaam.  Toch is er een verlangen om een vrouwenlichaam te hebben, tamelijk hevig zelfs. En ook dat mag er zijn. Maar het is een verlangen dat misschien niet per se uit hoeft te komen. En ook dat weet ik niet zeker. Transgenders op het forum hebben me verteld dat daar nog verandering in kan komen. Ik zie het wel. Ik heb vertrouwen in het proces.

Toch even zoeken naar foto’s van vroeger:

 

(beetje lelijk geretoucheerd)

Hmm. Toen was ik misschien nog wel “passable” geweest.

 

Ik huil voor iemand

alsof ik haar nooit heb gekend

Toch keek ze door mijn ogen

voelde wat ik niet kon voelen

En ik deed voor haar

en tegen haar

de dingen die nu pas van ons samen zijn

Ik huil voor haar

voor alles wat ze miste

en voor mij die haar zo nodig had

 

 

April/mei  verwacht ik de intake bij het transgenderteam in het VUMC

 

ik had geen lijf

ik had geen lijf
mijn hoofd zweefde in de lucht
mijn hart lag in mijn handen
samengevouwen
soms open
de palmen omhoog
dan wapperden mijn zenuwen
in de koude wind
ik zette stappen
mijn voeten bleven staan
en andersom
ik trok me van alles aan
maar het bleef koud
het is verbazingwekkend hoeveel je kunt
zonder lijf
pas nu ontdek ik
wat ik niet kon

lefspieren

Ik ben mijn lefspieren aan het trainen.

Ik doe dingen die ik een maand geleden nog niet voor mogelijk had gehouden. Ik vertel later nog wel een keer welke dingen.

Weet je, die drempels lijken altijd klein als je achterom kijkt. Het voelt zo goed als je ze over bent. Waarom blijf ik er dan zo lang tegen aan hikken?

Daarom deze post. Die kan ik straks lezen als ik weer zo’n drempel tegen kom.

“Kom op”, zeg ik dan tegen mezelf: “You’ll live! And more!”

Ik ben zo’n sommige

Ken je dat?

Je zo geweldig voelen dat je door niets meer uit het veld geslagen kan worden?

Nou, zo voelde ik me dus.

En toen werd ik uit het veld geslagen.

Ik ben er achter aan het komen dat sommigen van ons hun onzekerheid met zich mee blijven dragen, zoals een alcoholist altijd een alcoholist blijft, ook al staat hij twintig jaar droog.

Ik ben zo’n sommige.

Er blijft in mij het kwetsbaar kind dat soms heel hard schrikt. Gelukkig heb ik mezelf om het te troosten. Maar ik gebruik daarbij ook heel graag hulp van anderen. Want mezelf is niet altijd genoeg.

Wacht even. Maak dat eens expliciet: Heb je dan van anderen bevestiging nodig?

Ja, ik heb van anderen bevestiging nodig!

En dat is oké.

Dit wetende voel ik me nog steeds geweldig.

 

Jij bent zó welkom!

Ik huil veel de laatste weken.

En alles heeft te maken met er mogen zijn.

Dit filmpje bijvoorbeeld waarbij een burgemeester pal achter, naast en voor zijn burgers gaat staan. Ze mogen er zijn, ze horen er bij.

En dan huil ik dus.

Het mag.

Jij mag.

Ik mag.

Niet omdat je iets moois hebt gedaan. Niet omdat je iets goed kunt. Niet omdat je aardig doet.

Gewoon om jou, om mij.

Zoals je bent, zoals ik ben.

We mogen er zijn. We zijn hartstikke welkom. Precies zoals we zijn.

Dat ontroert me. Het lijkt wel of ik steeds dieper in dat gevoel kan afdalen. Het stroomt door mijn lijf. Een groot dankjewel, innig omarmd door een groot welkom.

Ik voel het plaatsvervangend als ik er glimpen van zie, en het laat me nooit onberoerd.  Het roert steeds heviger.

Ik loop elke ochtend als eerste ons schoolgebouw binnen, en sinds deze week heb ik een nieuw ritueel. Ik ga staan, zeg in gedachten een warm welkom aan mezelf, en vervolgens aan allen die hier straks zullen zijn. Ik probeer dat gevoel tot in de uiterste hoekjes van het gebouw te sturen.

En elke ochtend moet ik huilen.

Ik stuur het naar jou, als je dit leest.

Welkom.

Je mag er zijn.

Dank dat je er bent.

ik ben het aan het zeggen

Ik ben het aan het zeggen
tegen al mijn vroegere zelven
hoe mooi ze zijn

tijd bestaat niet meer
ik omhels de eenzaam fietsende puber
de bange jongeman op weg naar een sollicitatiegesprek
de verslagen man na zijn zoveelste mislukte baan
de vertwijfelde bij zijn nieuwe start
ik geef mezelf de tranen die ik toen niet vinden kon

ik ben me aan het zegenen
tijd bestaat niet meer
ik zegen ook mijn nu

weet jij het al
hoe mooi je bent?