Zijn opluchting dat de gymles voorbij was, maakt altijd heel snel plaats voor de kleedkamerangst.
Die galmende voorgeborchtes, die je door moest, voordat je weer in de gangen en lokalen kon zwerven. Die gangen en lokalen waren nou ook niet echt de hemel, maar daar kon je je tenminste weer terugtrekken in je hoofd.
Douchen was verplicht. En nu pas, in de brugklas ontdekte hij dat je kennelijk een grote of een kleine kon hebben.
Als hij schichtig rondkeek – hij durfde nooit lang zijn blik te laten hangen, kijken is bekeken worden, verbazingwekkend hoe snel je de wetten van de jungle leerde – vermoedde hij dat de zijne klein was. Hoe klein? Hij had geen idee. Hoe moest je zoiets meten? Dikte, diameter, lengte? En in slappe staat, of in rechte?
Niet de allerkleinste, gelukkig. Die pech was voor Egbert. Dat was ook het moment geweest dat hij ontdekte dat de grootte er toe deed. Verlamd van schrik bleef hij heel stil toen Egbert door de wolven verscheurd werd. Egbert was een mooie bliksemafleider, die had zijn naam toch al niet mee. “Waarom doe je toch zo vreselijk je best om er bij te horen?”, vroeg hij zich in stilte wel eens af, “je vraagt er om, op die manier.”
Maar Egbert had hem daarmee wel behoed voor een grote afgang.
Want heel even had hij gespeeld met het idee een erectie op te wekken, vlak voor het douchen. Het maatverschil tussen een slappe en een stijve was groot. Dan had je tenminste iets om mee voor de dag te komen.
Hij wist niet of Egbert hetzelfde had gedacht. Hij hoorde van af de kleedkamerbank wel het gejoel vanuit de douches: “Egbert heeft een stijve! Vind je jongens zo lekker, Egbert?”
Snel gaf hij een klap op zijn onderbroek. Zijn opkomende erectie werd snel slap.
Net zoals hij zelf.
Want de schaamte over zijn eigen lafheid maakte alles nog bitterder.
Achteraf vroeg hij zich nog dikwijls af óf hij zich wel van een afgang had behoed.
2 thoughts on “de pikorde”