elitair uit angst?

Iets heel persoonlijks dat ik ontdek in mijn gevecht tegen de windmolens.

Ik ben niet ongevoelig voor het gescheld en de ruwe taal op Geenstijl en aanverwanten. Het voelt onveilig voor mij.

“Gaat ie huilie hulie doen!”

Het brengt me terug. Want dat werd ooit al eerder geroepen.

Terug naar een onveilige kindertijd. Gepest worden. Niet overdreven erg, maar toch.

Mijn kleuterschool had een houten poort, tussen twee stenen pilaren. Op die pilaren zaten oudere kinderen. Die je door lieten, of niet. Mij was onduidelijk wat je moest doen om doorgelaten te worden. Ik heb het niet uitgeprobeerd. Ik wachtte tot er een groep door ging, en slipte dan ongemerkt mee.

Eerste jaren lagere school. Uitgescholden worden voor Voerbak. De minachting droop er van af. En die grotere jongens waren erg trots op hun vondst. Ik vond het nogal armzalig. Maar dat maakte me niet minder kwetsbaar.

Waarom? Vroeg ik me af. Een vraag die ik nog steeds niet beantwoord heb.

Hoe redde ik me?

Gedeist houden.  Mijn best doen. En dat maakte me een lievelingetje van de leraren, hoewel die op één uitzondering na, alleen maar mijn buitenkant zagen.

Ik voelde dat mijn goede cijfers, het braverik zijn, mij tot pispaal maakten. Ik behoorde tot het etablissement. Reden genoeg om mij te wantrouwen.

Eenzelfde soort afstand voel ik nu bij de Geenstijl roepers. Ik ben voor hen een moralfag. De braverik die bij het etablissement hoort. Bij voorbaat te wantrouwen.

Wat doe ik zelf om die afstand te scheppen? Wat is mijn hedendaagse equivalent van goede cijfers halen en braaf zijn?

Ik denk dat ik daar niet eens wat voor hoef te doen. Het is misschien wie ik ben.

Onze cultuur trekt de braverikken voor. Dat begint al op school. En we houden het in stand. Als je niet met die beschaafde cultuur mee wil, tel je niet mee. Zou dat het zijn? Heb ik stiekum toch minachting voor ‘dat klootjesvolk, dat maar wat roept’? En is het mijn oerangst die me dat ingeeft?

Een soort Morlocks tegen de Eloi?

Ben ik een elitaire Eloi?

Is de hele politieke bovenlaag een soort Eloi? En voeden wij daarmee de Morlocks niet zelf?

interview met Geenstijl

Ik: U bent schrijver en moderator van Geenstijl?

GS: Ja, hoezo?

Ik: Mag ik u een paar vragen stellen?

GS: Dat hangt er van af.

Ik: Het gaat over mijn reactie en jullie ban. Ik ben daar heel nieuwsgierig naar.

GS: Oh, ben jij dat. Nee dus. Geen zin in.

Ik: Alsjeblieft?

GS: Nou vooruit dan, maar alleen omdat je mij verzonnen hebt en dit een fictief interview is. Ik heb je niet weggejorist omdat ik zo graag met je wilde praten.

Ik: Bedankt. Ik ben nieuwsgierig naar de reden waarom ik weggejorist ben en opgerot, dat zijn toch jullie termen voor verwijderen en bannen?    Meer lezen over interview met Geenstijl

#Wot 13: Opzet

Mooi! Was ik net van plan om over te schrijven.

Mijn titel was: Pretenties.

Het gaat over mijn opzet om wat te doen aan het discussie klimaat in Nederland. Heb ik veel over geschreven. Ik heb er een categorie van gemaakt: dialoog.

Tot nu toe lukt dat nog niet erg.

Dan kan ik kiezen: stoppen of doorgaan. Twee Oud-Nederlandse gezegdes spelen door mijn hoofd, en vechten met elkaar.

De volhouder wint.

Hoogmoed komt voor den val.    Meer lezen over #Wot 13: Opzet

geband door geenstijl

DISCLAIMER: dit stukje is geen beklag  doen over hoe gemeen geenstijl wel niet is (of dom of ..) Het is een verslag van mijn pogingen om dialoog in te voeren.

Ik schreef een reactie op dit stukje:

Cartoonmagnieten gaat DOORR

Resultaat: stukje weggehaald, en direct geband zodat ik ook niet meer kon reageren op het weghalen.

Stom dat ik niet eerst zelf een versie heb gemaakt. Ik heb het opnieuw moeten schrijven. Wat hier onder staat heeft dezelfde strekking. Ik gebruik nu iets meer woorden en leg denk ik ook iets beter uit wat ik bedoel. Maar dat had ik in vervolgreacties ook graag op Geenstijl zelf gedaan, dat beter uitleggen. Bedoeling was de dialoog.

Misschien wat naïef, dat ik daar de discussie kon openen. maar ik ben liever naïef dan berustend. Ik ga door met pogingen om dialoog in te voeren, daar waar nu alleen gediscussieerd wordt (of erger: alleen maar naar elkaar roepen)

Nu allemaal niet Geenstijl gaan bashen svp. In de trant van: Ja, dat kun je verwachten bij zo’n kutsite. Dat is niet mijn bedoeling. Dan gaan we hier n.l. precies hetzelfde doen. Een tegengeluid is goed. Geenstijl mag van mij tegendraadse dingen roepen, maar ze gaan nu volledig aan hun nut voorbij.  En ‘linkse’ forums doen het ook: voor eigen parochie preken, dingen roepen waarvan je op voorhand weet dat je applaus krijgt van eigen publiek.

Mijn reactie kwam hier op neer:

Leuk stukje.

En dat is nu net het probleem. Het is niks meer dan een leuk stukje. Het is nergens voor nodig. Het enige dat de schrijver bereikt is dat hij scoort voor eigen publiek. Hij weet precies wat zijn publiek graag wil horen en dat geeft hij. Niks mis mee, maar het is niets meer dan amusement. Makkelijk.

Want alles over vrijheid van meningsuiting is al gezegd. Tenminste ik zie in dit stukje geen nieuwe dingen staan.

Geenstijl is zo 2011. Dit hebben we allemaal al lang een keer gehad. Het is herkauwen.

Het is niet dat ik het oneens ben met de inhoud.

Vrijheid van meningsuiting betekent pas echt wat als je het zorgvuldig gebruikt. Het feit dat je alles mág zeggen betekent niet je dan ook maar alles móet zeggen. Zeg het alleen als het  zinvol is. Roep gerust dingen waar ik het heel erg mee oneens ben. Schudt me wakker als ik ingeslapen ben. Wees niet bang om me te kwetsen. Maar dat gebeurt hier dus allemaal niet.

Onnodig kwetsend noemen jullie jezelf. Groot gelijk. En wat me het meest daarin het meest stoort is het onnodige. Dat kwetsen is niet altijd te vermijden. Heeft ook te maken met de lange tenen van de ander. Je moet je niet door moralistische mensen voor laten schrijven wat je wel en niet mag zeggen. Eens. Maar dat weet ik nu wel.

Tijd om het eens over een andere boeg te gooien. Dit is makkelijk volksvermaak en weinig meer.

Prima, maar doe dan niet heel stoer of je taboes aan het aanpakken bent.

 

Lees hier het vervolg

niks mag vanzelf spreken

Scherpe woorden.

Tussen twee vrienden. Over scherpe woorden op twitter.

Als je het hoe en wat wil weten.  klik dan hier: HOE  WAT  (of andersom)

Ik riep een tijdje terug dat roepen niet meer mag op internet.

In mijn reactie ben ik mild over die scherpe woorden. Dat roept de vraag op wanneer roepen dan wel mag. Alleen als het mijn mening is? Nee, zo simpel is het niet.

Roepen mag van mij, onder twee voorwaarden:    Meer lezen over niks mag vanzelf spreken

Voerman sr.

Ik mocht de opening doen van “Voermans Paradijs”.  Dat was een overzichtstentoonstelling van ter gelegenheid van zijn 150e geboortejaar, in het Voerman museum in Hattem.

Ik heb de volgende toespraak gehouden:

Voermans Paradijs.

Voordat ik mijn verhaal begin wil ik u graag een schilderij laten zien dat bij mij thuis boven de bank hangt. Een schilderij waar ik veel plezier van heb.
Als deze tentoonstelling Voermans paradijs is, dan laat dit schilderij “THE MAKING OF.. “ zien:
bootjesindelucht (1)

Dit schilderij is een studie .
Het is in het veld gemaakt. De studie werd in het atelier gebruikt om het schilderij te maken.
Voerman had de horizon al geschilderd toen hij twee bootjes zag die hij wilde vastleggen. Dat kon best in de luchtpartij omdat hij de wolken in zijn schilderijen toch uit zijn hoofd schilderde.

“Die wolken zijn in werkelijkheid nooit zo, zo ben ik van binnen.”

bloeiendestad (1)

“Bloeiende stad”

Wereldvreemd

Jan Voerman liep waarschijnlijk als jongen al met zijn hoofd in de wolken. Met zijn gedachten ergens anders. In een wereld die mooier is dan de werkelijkheid. Zo opgaand in zijn belevingswereld dat hij, letterlijk in het vuur van zijn spel,  één van de antieke scheepsmodellen van de familie Tholen in de brand had stak. Hij mocht voor staf niet meer bij de Tholens thuiskomen. Hij heeft ook eens per ongeluk een aantal antieke borden van de schoorsteenmantel gestoten. Zijn oom Aalt heeft toen direct nieuwe borden bij een antiquair gehaald en alles in orde gebracht zodat er niets aan de hand leek.

Jan is ook tot drie keer toe de sloot in gegooid door jongens uit zijn klas. Een buitenbeentje, zo één waarvan de leraar gezegd zou kunnen hebben: “Ik weet niet wat ik aan hem heb: De ene keer maakt hij een zeer scherpzinnige opmerking, de andere keer weet hij niet eens waar het over gaat.” Tegenwoordig zou hij misschien getest zijn op ADHD, ADD , hoogbegaafdheid, NLD of PPDNOS of welke categorieën we nu hebben om kinderen te beschrijven die niet helemaal in de pas kunnen lopen.

Als hij geen reddende engelen had, zoals oom Aalt (en natuurlijk de ouders van Jan Voerman, die zo verstandig waren hun zoon het kunstenaarspad te laten bewandelen) zou hij misschien een zonderlinge boer zijn geworden die zo aardig kon tekenen.

Inspirators

Een andere reddende engel is de leraar Belmer geweest, die “leven blies in de muffe boel” (de school van de jongens), zoals vriend Willem Bastiaan Tholen later zou schrijven. Voerman heeft het mede dankzij deze mensen voor elkaar gekregen om het paradijs in zijn hoofd gestalte te geven.

Ik geloof dat Anna Verkade ook een engel is geweest voor Jan Voerman. De schilder die steeds met zijn schilderijen in zijn hoofd liep en niet zo’n gezellige echtgenoot geweest moet zijn. Anna heeft ook in hem geloofd en heeft zijn sociale kant voor haar rekening genomen. Dat het huis van Voerman zo’n fijne plek was waar velen graag over de vloer kwamen is denk ik vooral aan haar te danken.

Over dat geloof, dat vertrouwen wil ik wat dieper ingaan. Want aan dat geloof hebben we dus dit stukje paradijs te danken.

Vertrouwen schenken

Dat vertrouwen, dat geloof, is niet zo voor de hand liggend. Iemand gaat een andere kant op dan wat iedereen tot dan toe gedaan heeft en de eerste neiging is om te zeggen: “Hé, je gaat verkeerd. Deze kant op!”

Het paradijs dat we nu mee kunnen beleven in deze tentoonstelling is mogelijk doordat er mensen waren die in Voerman geloofden, nog voordat Voerman daar zelf in geloofde. Oom Aalt liet met kaartspelen de kleine Voerman in de kaart kijken en vroeg hem om raad. Vervolgens speelde hij ook echt volgens de aanwijzingen van Jan. En uiteindelijk heeft oom Aalt het financieel mogelijk gemaakt dat Jan Voerman naar de kunstacademie kon gaan.

Geloven in iemand is ook: zien wat anderen niet zien, of nóg niet zien.

Volgens mij ligt daar een belangrijke taak van het Voermanmuseum. Naast het bewaren en tonen van de geschiedenis, meewerken aan de toekomst door jonge kunstenaars een kans te geven. Ik ben ook trots dat er een museum bestaat, waar ik in naam aan verbonden ben. Ik wil van deze gelegnheid ook gebruik maken om de medewerkers van dit museum te bedanken. Ik wens ze toe dat zij vaak zullen zien wat anderen nog niet hebben gezien.

Zoals Oom Aalt heeft het gezien heeft. Zoals Belmer, en Anna Verkade hebben het gezien hebben.

Het paradijs is er wel, maar je moet het kunnen zien. Je moet kunnen zien wat anderen niet of nóg niet zien.

Zo kon Voerman laten zien wat niemand anders zag. “Die wolken zijn in werkelijkheid nooit zo, zo ben ik van binnen.” En vervolgens laat Voerman het ons zien. Die schilderijen laten ons meekijken, en zo zien wij het ook. De wereld is veel mooier dan hij is. Laten we zo Voermans paradijs gaan bekijken.

 

P.S.

 

Dit is het verhaal dat ik vertelde

belangrijk máken

Mijn dochter ontdekte pas een grote waarheid. Ze was er een beetje van slag van.

“Ik kan inzoomen en uitzoomen”, zei ze:

“Als ik in zoom is álles belangrijk. Het kleinste puistje, te laat komen, huiswerk af. Als ik uit zoom wordt dat allemaal betrekkelijker. Er zijn belangrijker zaken in de wereld. Veel van mijn tijd op school wordt tijdverspilling. Als ik te ver uit zoom is niets meer belangrijk.”

Ze was haar houvast opeens kwijt. Ze moet zoeken naar het juiste zoom-niveau voor haar.

Op deze manier kies ik nu opnieuw mijn focus.

Niet” ‘wat is belangrijk’ (veel of weinig, afhankelijk van je zoom-niveau), maar: ‘wat máák ik belangrijk’.

Ik maak hierin keuzes. De dialoog zoeken met mensen waar ik het niet mee eens ben, is zo’n keuze.

Omdat ik vind dat het moet gebeuren. Er moet veel meer gebeuren, maar dit is waar ik mijn lens op richt. Op in zoom. Energie in steek.

Keuzes

Ik maak nóg een keuze. Ik blijf met mijn hoofd bezig. Dat kan ik goed. Ik doe het te veel. dat weet ik. Ik loop het risico contact met mijn lijf en gevoel te verliezen.

Maar dat wordt geen reden voor mij om helemaal uit mijn hoofd te stappen. Om helemaal een gevoelsmens te worden. Dat lijf en gevoel ga ik wel aandacht geven. Maar dat hoofd ga ik niet los laten. Daar ga ik mee werken.

Het zijn keuzes. Geen definitieve. Wel voor nu.

Hoofd én lijf. Relativeren én me druk maken.

Me druk maken omdat ik dat wil, niet omdat het me overkomt.

 

PS UPDATE januari 2014:

Nieuwe focus: Verhalen maken. Verhalen die raken. Theater maken. Niet mensen overtuigen, maar ze een verhaal geven waarvan ze zelf mogen weten wat ze er mee doen. Geen eenduidige boodschap dus, in die verhalen.

een geheim van Marketing

Ontdekt dankzij Elja Daae.  Die schrijft op een leuke manier over marketing. Ook dankzij Karin de Zwaan, zij schrijft op een leuke manier over ontwerpen.

Allereerst omdat ze zelf een voorbeeld zijn van hoe het moet. Het enthousiasme spat van de blogs af.

En vervolgens door de voorbeelden die zij laten zien. Verhalen over bedrijven die dingen doen waar het enthousiasme ook van af spat.

En toen ontdekte ik. . .    

bij al die marketing, gave ontwerpen geld hetzelfde:

Er is pas een marketingverhaal als al het andere klopt.

En al dat andere klopt pas als bedrijven echt zichzelf zijn. Als ze nog steeds door hebben wat het is dat ze drijft. Als ze bij de kern gebleven zijn. Al het andere kan volkomen veranderd zijn, maar de oorspronkelijke reden om ‘in zaken’ te gaan is nog steeds dezelfde. en die klopt.

En dan is marketing denk ik vooral het aanvoelen van dat verhaal, en het vertellen. op alle creatieve manieren die je kunt bedenken. Denk ik. Er komt vast meer bij kijken. Ik heb geen verstand van marketing. Maar ik dat dit een van de geheimen is. Ik vraag Elja bij deze of dat klopt.

 

je hoeft niet verder te lezen hoor, hieronder staat iets over mijn eigen proces en worsteling met wat ik nu eigenlijk wil

 

En hoe zit dat dan op persoonlijk vlak?

Ik ben al sinds begin van dit jaar bezig te ontdekken wat mij nu eigenlijk drijft. In 2011 ontdekte ik twitter en bloggen, en begin met een blog over mijn werk. Daar stopte ik mee. Het zat me niet lekker. Ik ontdekte dat veel in mijn werk klopte maar niet alles.

Vanaf begin dit jaar ben ik door dit blog aan het ontdekken wat mij drijft. Op zoek naar mijn rode draad.

Wat heb ik tot nu toe ontdekt?

Dat ik moet zijn wie ik ben, en niet wie ik wil zijn.

Ik heb duizend dingen willen doen, en duizend dingen willen zijn.

Ik ben begonnen met loslaten. Dat hielp. En langzaam aan kwamen er weer dingen die me grepen. (en die ik ook weer los liet)

Goed, de globale richting wordt steeds duidelijker. Maar er ontbreekt nog focus. En body.

Beeld en geluid

En toen kwam er iemand op het onzalige idee om over podcasts te beginnen. En ik maakte een podcast en een paar vlogs.

En dat was schrikken.

Want ik zag niet alleen een lelijke vent, maar ook een oude vent. Ik ga niet opnoemen wat ik aan mezelf allemaal zag. Laat duidelijk zijn dat ik er niet blij mee was.

Nog erger dan mijn uiterlijk vond ik mijn maniertjes. Ik had mezelf al op papier toegestaan dat ik een betweter was. Maar om dat ook echt aan mezelf te zien was wel even schrikken. (die ogen die langzaam knipperen, dat streepje dat ik met mijn mond onder mijn woorden zet)

Nu de volgende stap.

Accepteren dat ik dat ben. Die oude betweter. Dat belerende toontje.

Ik die iedereen begrijpt, alles snapt, in elke mening wel een waarheid kan vinden.

Ik ben dus eigenlijk iemand die heel veel vind.

Dat is dus waarom ik zo veel huiver heb om coach of trainer te zijn. Als ik echt los ga, ga ik mensen vertellen wat ze moeten doen. En ik wilde nooit zo iemand zijn.

Even wennen aan deze ontdekking. En mezelf toestaan daar de tijd voor te nemen. Want de 40 dagen tijd is bijna voorbij. En ik wilde er uit zijn, met Pasen. Ik weet niet of dat gaat lukken.

Een geheim van marketing is zijn wie je bent.

En daar is lef voor nodig merk ik. Ik ben doodsbang bij alle stappen die ik zet, maar ik blijf doorlopen.

verbeter de wereld met bloggen

Oproep aan mijn medebloggers.

Vul het internet met verstand en compassie.

In mijn vorige blog ging ik te keer tegen het geroep op internet. Ik wil daar graag ook echt wat aan doen, en ik heb jullie hulp nodig.

Want door al dat geroep verdwijnen echte argumenten. Als we dit laten gebeuren laten we een cultuur toe waar het niet meer gaat om inhoud, en al helemaal niet meer om verbinding. We laten een stammenstrijd toe.

Het is nog niet te laat. We kunnen het keren. Samen.    Meer lezen over verbeter de wereld met bloggen

en nu uit met dat geroep op internet!

..riep hij.

Triest. Het eindeloze gehakketak op internet. Mijn uitleg wat er niet aan deugt.

(met excuses voor de ruis. Ik roei met de riemen die ik heb)

En dan als voorbeeld twee stukken. Geen stijl reageert op een stuk van de naamloze vennootschap dat weer reageert op een interview van Theodoor Holman.

stuk van de naamloze vennootschap

Het gaat er niet om met wie ik het eens ben. Het gaat er om dat ze zich beiden schuldig maken aan stemmingkwekerij en meer. Stoppen, mensen!

En wat vind ik er dan zelf van, van dat stukje van Geen stijl?

Iets niet zeggen omdat het niet zo hoort (politiek incorrect is) vind ik dom. Iets alleen maar daarom juist wel zeggen vind ik ook dom.

Zeg wat gezegd moet worden. Omdat het gezegd moet worden. Zie ook onderbuik en hart

En meteen er achteraan maar een oproep. Help mee!