over rechts Nederland, iets met splinter en balk

Ik las een stuk van the Post Online.

Ja zo heel af en toe doe ik iets politieks.  Het is gezonder dat ik er buiten blijf maar ik kan het niet laten. Ik wil zó graag de nuance terug. 

Die nuance is niet alleen ver te zoeken. De nuance is persona non grata in de discussie op internet. Zodra je in één van beide kampen vraagtekens zet bij wat daar de gangbare mening is, behoor je bij de vijand.

Dit is het stuk: “Waarom zijn er zoveel Gutmenschen in Nederland?”.

Een diepgewortelde reflex bij links om elk verdacht geluid uit rechtse hoek in de kiem te smoren? ….. Dieperliggende vraag: hoe kan deze reflex zó doorschieten?

En daar zit wat in. Dat ‘links’ een kliek is. Die de rijen sluit.

Maar lees de reacties onder het stuk eens.

De linxe kerk heeft veel geleerd van de vorige bezetting; met staatspropaganda kun je alles doen. En slim als ze zijn, hebben ze ook de scholen en universiteiten in handen en daarmee de volgende generatie staatspropaganda veilig gesteld. De volgende stap is dat ze het min of meer vrije internet ook kunnen dicteren en uiteindelijk vinden we s avonds een krantje op de mat, met daarin het echte nieuws. Net als tijdens die andere bezetting. We leven in een tijdperk van hebzucht en al onze vrijheden en verworvenheden sneuvelen.

Daar is de nuance al weer zoek. Ook hier praten gelijkgestemden elkaar weer naar de mond. Ook hier springen mensen weer achterop bij anderen, omdat het veilig is je ergens bij aan te sluiten.

De reflex tegen de reflex is ook al weer aan het doorschieten. Hier bij The Postonline valt het reuze mee. Er wordt geargumenteerd, (soms wel erg kort door de bocht) en de toon is redelijk.

Maar bij GeenStijl zijn de grenzen al lang zoek. Daar is zelfs een zeer strakke censuur aanwezig.

Ook de ‘rechtse’ kliek sluit de rijen.

 

Om die rijen aan beide kanten open te breken is moed nodig.

Moed om naar jezelf te kijken.

Want als ik de reacties lees kan ik heel scherp aantonen waar ze te kort door de bocht gaan. Het wemelt er van de drogredenen. (Zie ze hier op een rijtje).

Maar nu.

Als ik heel eerlijk ben.

Zie ik die drogredenen ook zo snel als ik iets lees waar ik het hartgrondig mee eens ben?

Ik vind dat mensen te weinig naar elkaar luisteren, en te vaak in de verdediging schieten.

Maar nu.

Als ik heel eerlijk ben.

Luister ik wel, als ik iets hoor waar ik het heel erg niet mee eens ben?

Neem nu deze reactie (ook te vinden bij dat stuk van The Postonline)

Zou het onderbuik-volk de Islam omarmen, dan werd de Islam een bedreiging. Zou het volk van Sinterklaas en Zwarte Piet af willen, dan zou dat als anti-Nederlands gedrag worden veroordeeld.

Ik kan dat heel makkelijk af doen als drogreden, het lijkt namelijk veel op het gebruik van het Hellend Vlak.

Maar luister ik dan naar wat de schrijver er mee wil zeggen?

Nee.

Ik heb een excuus gevonden om dit niet te horen.

De werkelijkheid is dat ik natuurlijk ook selectief kijk.

Dat ik ook mijn triggers heb.

Dat ik daarmee ook rijen sluit.

Dat ik inderdaad Gutmensch trekjes heb.

(Ik wil daarbij wel even zeggen dat ik lang niet alle Gutmensch trekjes negatief vind)

 

Dat is waarom ik af en toe een politiek stukje schrijf.

Omdat ik vind dat we ons zelf moeten durven blijven bevragen.

Omdat we het gesprek weer op gang moeten krijgen.

Die rijen moeten open.

 

 

elitair uit angst?

Iets heel persoonlijks dat ik ontdek in mijn gevecht tegen de windmolens.

Ik ben niet ongevoelig voor het gescheld en de ruwe taal op Geenstijl en aanverwanten. Het voelt onveilig voor mij.

“Gaat ie huilie hulie doen!”

Het brengt me terug. Want dat werd ooit al eerder geroepen.

Terug naar een onveilige kindertijd. Gepest worden. Niet overdreven erg, maar toch.

Mijn kleuterschool had een houten poort, tussen twee stenen pilaren. Op die pilaren zaten oudere kinderen. Die je door lieten, of niet. Mij was onduidelijk wat je moest doen om doorgelaten te worden. Ik heb het niet uitgeprobeerd. Ik wachtte tot er een groep door ging, en slipte dan ongemerkt mee.

Eerste jaren lagere school. Uitgescholden worden voor Voerbak. De minachting droop er van af. En die grotere jongens waren erg trots op hun vondst. Ik vond het nogal armzalig. Maar dat maakte me niet minder kwetsbaar.

Waarom? Vroeg ik me af. Een vraag die ik nog steeds niet beantwoord heb.

Hoe redde ik me?

Gedeist houden.  Mijn best doen. En dat maakte me een lievelingetje van de leraren, hoewel die op één uitzondering na, alleen maar mijn buitenkant zagen.

Ik voelde dat mijn goede cijfers, het braverik zijn, mij tot pispaal maakten. Ik behoorde tot het etablissement. Reden genoeg om mij te wantrouwen.

Eenzelfde soort afstand voel ik nu bij de Geenstijl roepers. Ik ben voor hen een moralfag. De braverik die bij het etablissement hoort. Bij voorbaat te wantrouwen.

Wat doe ik zelf om die afstand te scheppen? Wat is mijn hedendaagse equivalent van goede cijfers halen en braaf zijn?

Ik denk dat ik daar niet eens wat voor hoef te doen. Het is misschien wie ik ben.

Onze cultuur trekt de braverikken voor. Dat begint al op school. En we houden het in stand. Als je niet met die beschaafde cultuur mee wil, tel je niet mee. Zou dat het zijn? Heb ik stiekum toch minachting voor ‘dat klootjesvolk, dat maar wat roept’? En is het mijn oerangst die me dat ingeeft?

Een soort Morlocks tegen de Eloi?

Ben ik een elitaire Eloi?

Is de hele politieke bovenlaag een soort Eloi? En voeden wij daarmee de Morlocks niet zelf?

interview met Geenstijl

Ik: U bent schrijver en moderator van Geenstijl?

GS: Ja, hoezo?

Ik: Mag ik u een paar vragen stellen?

GS: Dat hangt er van af.

Ik: Het gaat over mijn reactie en jullie ban. Ik ben daar heel nieuwsgierig naar.

GS: Oh, ben jij dat. Nee dus. Geen zin in.

Ik: Alsjeblieft?

GS: Nou vooruit dan, maar alleen omdat je mij verzonnen hebt en dit een fictief interview is. Ik heb je niet weggejorist omdat ik zo graag met je wilde praten.

Ik: Bedankt. Ik ben nieuwsgierig naar de reden waarom ik weggejorist ben en opgerot, dat zijn toch jullie termen voor verwijderen en bannen?    Meer lezen over interview met Geenstijl

geband door geenstijl

DISCLAIMER: dit stukje is geen beklag  doen over hoe gemeen geenstijl wel niet is (of dom of ..) Het is een verslag van mijn pogingen om dialoog in te voeren.

Ik schreef een reactie op dit stukje:

Cartoonmagnieten gaat DOORR

Resultaat: stukje weggehaald, en direct geband zodat ik ook niet meer kon reageren op het weghalen.

Stom dat ik niet eerst zelf een versie heb gemaakt. Ik heb het opnieuw moeten schrijven. Wat hier onder staat heeft dezelfde strekking. Ik gebruik nu iets meer woorden en leg denk ik ook iets beter uit wat ik bedoel. Maar dat had ik in vervolgreacties ook graag op Geenstijl zelf gedaan, dat beter uitleggen. Bedoeling was de dialoog.

Misschien wat naïef, dat ik daar de discussie kon openen. maar ik ben liever naïef dan berustend. Ik ga door met pogingen om dialoog in te voeren, daar waar nu alleen gediscussieerd wordt (of erger: alleen maar naar elkaar roepen)

Nu allemaal niet Geenstijl gaan bashen svp. In de trant van: Ja, dat kun je verwachten bij zo’n kutsite. Dat is niet mijn bedoeling. Dan gaan we hier n.l. precies hetzelfde doen. Een tegengeluid is goed. Geenstijl mag van mij tegendraadse dingen roepen, maar ze gaan nu volledig aan hun nut voorbij.  En ‘linkse’ forums doen het ook: voor eigen parochie preken, dingen roepen waarvan je op voorhand weet dat je applaus krijgt van eigen publiek.

Mijn reactie kwam hier op neer:

Leuk stukje.

En dat is nu net het probleem. Het is niks meer dan een leuk stukje. Het is nergens voor nodig. Het enige dat de schrijver bereikt is dat hij scoort voor eigen publiek. Hij weet precies wat zijn publiek graag wil horen en dat geeft hij. Niks mis mee, maar het is niets meer dan amusement. Makkelijk.

Want alles over vrijheid van meningsuiting is al gezegd. Tenminste ik zie in dit stukje geen nieuwe dingen staan.

Geenstijl is zo 2011. Dit hebben we allemaal al lang een keer gehad. Het is herkauwen.

Het is niet dat ik het oneens ben met de inhoud.

Vrijheid van meningsuiting betekent pas echt wat als je het zorgvuldig gebruikt. Het feit dat je alles mág zeggen betekent niet je dan ook maar alles móet zeggen. Zeg het alleen als het  zinvol is. Roep gerust dingen waar ik het heel erg mee oneens ben. Schudt me wakker als ik ingeslapen ben. Wees niet bang om me te kwetsen. Maar dat gebeurt hier dus allemaal niet.

Onnodig kwetsend noemen jullie jezelf. Groot gelijk. En wat me het meest daarin het meest stoort is het onnodige. Dat kwetsen is niet altijd te vermijden. Heeft ook te maken met de lange tenen van de ander. Je moet je niet door moralistische mensen voor laten schrijven wat je wel en niet mag zeggen. Eens. Maar dat weet ik nu wel.

Tijd om het eens over een andere boeg te gooien. Dit is makkelijk volksvermaak en weinig meer.

Prima, maar doe dan niet heel stoer of je taboes aan het aanpakken bent.

 

Lees hier het vervolg