eigenheid

Ik wil te veel.

Allemaal plannen in mijn hoofd.

Dat is niet goed lees ik in allerlei adviezen. Mij ontbreekt focus.

Ik moet stoppen met het lezen van die adviezen. Want dat maakt de chaos alleen maar groter. Als ik niet op pas haal ik het wat en het hoe door elkaar. Ik moet wel mijn eigen levenslessen volgen natuurlijk.

Goed.

Eerste poging om orde op zaken te stellen.

Dit is een kladversie. Er gaat nog veel veranderen.

Het WAT weet ik wel.

Ik heb er nog geen mooie elevatorpitch voor. Wil ik ook niet.

Ik zit in een boeiende strijd tussen precies en vaag:

Elke keer dat ik het wil vatten, omschrijven, vastpinnen, grijpen, merk ik dat het als zand tussen mijn vingers door glipt. Aan de andere kant: als ik het vaag laat, blijft het zo hangen.

Dus doe ik nu een rondedans. In steeds kleinere cirkels draai ik om de hete brij heen.

Wat is het wat?

Eigenheid.

Dat.

Wow! Eén woord.

En nu die brij:

Aanpassen versus jezelf zijn. Eigenwijs versus Luisteren. Collectief versus Individueel. Woord versus Beeld. Slim inspelen op wat mensen willen, of dat bieden waarvan ik vind dat het nodig is. Klein beginnen of groot dromen. STOP

Daar heb je het al. Het hoe sijpelt er door heen.

Terug naar het WAT.

Ruimte voor ieders eigenheid. Begrensd door respect voor de eigenheid van de ander. Ik schreef daar al een blog over. Die grens is niet zo moeilijk al hij lijkt. Als we maar de tijd nemen om hem te voelen. Als we maar beseffen dat we met respect voor die ander tegelijkertijd een bijzonder deel van ons zelf eren. Vrij maken zelfs.

Maar HOE?

Op zoek naar mijn rol daarin.

Niet als zoveelste coach. Daar zijn er genoeg van.

Wat ik wil is muren afbreken.

Muren die wij met zijn allen om die eigenheid heen bouwen.

En nu het begin van het HOE:

Wat heb ik in huis?

Mijn kwetsbare plek: Mijn allergie voor die muren. Mijn neus voor echtheid.

Mijn Achilleshiel als Instrument.

 

 

 

er is meer tussen wal en schip

Ja ik weet het.

Iedereen heeft het vandaag natuurlijk alleen maar over verkiezingen.

Maar misschien moeten we niet wachten op de politiek.

Misschien moeten we gewoon zelf aan de slag, want . . .

 

Steeds opnieuw.

Steeds opnieuw schrik ik er van.

Steeds opnieuw schrik ik er van dat wij als samenleving mensen tussen wal en schip laten vallen.

Vooral als dat niet nodig is.

Afgelopen tijd heb minstens vier klanten ontmoet die hun studie hebben gestaakt.

Gehoorverlies is alle vier keer rechtstreeks van invloed geweest.

Onvoorbereid het diepe in gegooid met hun oren.

Ik mag ze niet helpen. Er is geen instantie die dat vergoed, want er is geen instantie die dat ergens op terug verdient. 

Ik mag ze een advies mee geven. 

Maar ze hebben meer nodig.

Veel meer.

Zelfvertrouwen gedeukt.

Ambities weggeslagen.

Doelloos, en daardoor krachten kwijt geraakt.

Talent dat niet ontdekt wordt. 

Ik zou zo graag een uitzendbureau willen beginnen voor deze mensen.

Een uitzendbureau dat als eerste stap op zoek gaat naar wat er in zit, en vervolgens op zoek gaat naar een plek waar dat er uit komt.  Helemaal gericht op groei en ontwikkeling van de werknemers.

Ook voor ‘gewone’ (horende) vroegtijdige schoolverlaters. Daar kwam ik er nog al wat van tegen toen ik anti-spijbeltrainingen gaf. Pubers die niet in het schoolsysteem passen.

Die moeten eerst lekker ergens aan de slag. Bijvoorbeeld in de schoonmaak. Gewoon, handen uit de mouwen, geld verdienen. En intussen ontdekken waar je motor op draait. En dan pas weer leren, omdat je dan weet waar je het voor doet.

Uitzendbureau / school / academie voor persoonlijke groei ineen.

Kleinschalig. Want de WSW bedrijven waren ook ooit bedoeld om mensen werk te bieden dat bij ze paste, en ik heb het gevoel dat dat hier en daar uit het oog verloren is gegaan.

Geen subsidies, want dat leidt tot papierwerk.

Een groot netwerk van opdrachtgevers, die mensen een kans willen bieden. En die met hun neus bovenop dit broeinest van talent wil zitten.

 

Maar ja.

Ik ben geen ondernemer.

Ik zou niet weten hoe ik moest beginnen.

 

Wat ik wel weet:

 

Er is meer mogelijk tussen wal en schip.

en

Wal en schip moeten daarvoor bewogen worden.

 

Ik vond al googelend een zelfde soort idee voor ex-gedetineerden. Misschien moet ik daar gaan vragen hoe ze dat doen, en dan zelf iets in gang zetten.

Want ook dat weet ik zeker:

Je moet niet gaan zitten wachten op de politiek

Geld verdienen met mijn blog

#Blogpraat behandelde dit laatst nog.

En nu ben ik afgelopen week benaderd.

Door Advanced Bionics, de fabrikant van mijn CI’s

Ik ben namelijk de eerste die in het onderzoek zit dat moet bewijzen dat 2 CI’s beter horen dan 1.

Ik zit nu aan het eind van de revalidatieperiode. Of ik wat belevenissen wil schrijven op mijn blog. Ik krijg zelfs een draadloze oplossing om naar podcasts te luisteren. Weg met die lastige draadjes. Of ik dat dan ook wil laten zien.

Ik ga geld verdienen met mijn blog. Niet te geloven! Ik heb het hard nodig.

Maar nu het probleem: Ik moet dan eigenlijk ook weghalen dat mijn muziek bagger klinkt. Dat hebben ze nog niet ontdekt. Ze hadden wel al die muziek gezien, en vonden het juist geweldig dat ik er over schreef, als CI-drager. Misschien moet ik niks zeggen, en het gewoon laten staan. Ik twijfel nog.

In ieder geval ga ik wel ja zeggen. Er hoeft niet eens een link op mijn blog. Alleen maar het merk noemen als ik over mijn CI’s schrijf. Dat is nog wel te doen. En ik heb het geld heel erg hard nodig. (€500,- per maand!)

 

 

 

door het ijs gezakt

ruzie

banaal

ik had een open pakje wraps weggegooid, ze droogden al een beetje uit, en Sacha vond dat zonde

ik schiet geheel onverwacht in mijn oude valkuil: roepen dat het ook nooit goed is.

Wies vlucht naar boven, kan hier niet goed tegen (haha wat een goede vader ben ik, even niet zo trots meer)

ik heb het er uit gewandeld, nou ja..het is niet helemaal weg

waar komt het vandaan?

spanning over mijn werk: moet weer starten na mijn CI-operatie, en heb daar geen zin in. Te veel partijen met verwachtingen die ik niet kan waarmaken. Ik heb een werkgever gezegd dat ik geen werk ga zoeken voor hun 60-jarige werknemer die met een flinke dosis beperkingen is uitgevallen. En dat terwijl ze best een flinke som aan re-integratie wilden uitgeven, want dat had hun arbodienst geadviseerd. Ik kan die man sollicitatietechnieken bij brengen, maar waar hij meer aan heeft is een goed netwerk, en dat heb ik niet.

Wat ging er wel goed? Ik heb een goede training gegeven. Ter plekke een nieuwe toepassing voor een oude techniek bedacht en uitgevoerd. En deelnemers die aangaven dat ze daar echt wat aan hadden. Fijn, maar dat is mijn eigenlijke werk niet. Ik moet mijn financiering halen uit re-integratiegelden.

Schuldig voelen. Omdat ik aarzel met aan het werk gaan, en wel mijn energie steek in mijn blogs. (ondanks flink oorsuizen, en vlekken voor mijn ogen flink doorbloggen en schrijven aan mijn verhaal). Het voelt als verraad. Mijn werkgever wacht tot ik weer volledig aan de slag kan, en geld voor ze binnen breng.

Geld. Dat komt al zo’n 10 jaar te weinig bij ons binnen. Gisteren weer meegemaakt: pinnen van onze rekening en “saldo tekort” lezen. Dan hebben we nog een 2e rekening, maar het wordt dan wel heel erg zuinig aan doen. De 24e komt mijn salaris weer.

Dat zijn de spanningen en spookgedachten die me kwetsbaar maken.

Ik kom er wel weer uit. Krabbel wel weer op, maar heb intussen ijskoud in mijn natte kleren, het ijs is glad, opkrabbelen is lastig. Ik verlang naar een open haard.

Wens

Ik had beloofd vandaag die wens te vertellen.

Maar eerst iets anders. Ik ben namelijk aan het loslaten. Dus ik zal eerst een lijstje maken van alle (nou ja, alle..) wensen die ik ooit had, en die ik losgelaten heb.

Wensen die ik zorgvuldig bewaarde, en slechts zeer spaarzaam deelde. En nooit alles aan één persoon.

Doodsbang dat dat een beeld zou geven van een dagdromend, onevenwichtig, onpraktisch, niet-volhardend persoon. Maar ik heb op mijn 50e besloten dat ik ben wie ik ben. Dus laat ik ze allemaal zien. Een rijtje onvervulde wensen/plannen/ideeeën. (Ik doe ook even alle ideeën erbij die ik direct als onhaalbaar heb weggegooid)

  1. Overdekte speeltuin. Let wel. dit was 1992. Toen waren er niet zo veel, en ik kende er geen. Voor mij was dit nieuw. Ik bedacht ook een speciale service, die bij mijn weten nog steeds niet bestaat: per stuk verkopen van: luiers, speentjes, zakjes voeding, doekjes etc. Alle dingen die je als ouder van een baby kunt vergeten/kwijtraken en wat je dag een stuk lastiger kan maken. Nooit serieus plannen gemaakt, alleen als droom.
  2. Camping. Ook hier speciale service voor tentkampeerders en trekkers: een droogschuur om jet tent ’s morgens droog ik te kunnen pakken. Ook nooit serieus overwogen.
  3. Son et Lumière kasteel Wijchen. Alle verenigingen van Wijchen werken zomers aan een spektakelspel rond het kasteel. Middeleeuwse klederdrachten, en zo. En alle basisschoolkinderen starten de zomervakantie door een mega-kinderkoor in de kasteeltuin te vormen. Wel serieus gestart met aanschrijven van alle verenigingen in Wijchen: 2 positieve reacties, rest “Get a life”. (Later is er dit in Nijmegen wel gedaan met het gebroeders van Limburg festival)
  4. Sociale vaardigheidstrainingen en presentatietrainingen als onderdeel van profielwerkstukken middelbare scholen. Gedeeltelijk gerealiseerd. Ik heb 2 keer een presentatietraining gegeven, en de middelbare school van mijn kinderen is meer gaan doen met: samenwerken/leerstijlen enz.
  5. Leer/werkbedrijf voor school-uitvallers. Ik gaf taakstraftrainingen aan spijbelaars, en kwam er achter dat sommige jongeren echt niet in de schoolbanken moeten. Gewoon werken dus: salaris verdienen en daarnaast ondersteuning bij het halen van een examen. Studeren via avond-workshops en studeer-apps op smartphones. Heel serieus over nagedacht, maar er bestond geen #dtf, dus geen idee hoe te beginnen.
  6. Geschiedenis-augmented-reality-app. Kijk met je smartphone naar de brug in Arnhem en je ziet de strijd om de brug te ver. Stel de periode in, en zie hoe de omgeving is veranderd. Met links naar wikipedia etc. Misschien bestaat dit intussen al.
  7. Verhaal-op-de-plek-app. Zelfde idee, maar dan met verhalen/fragmenten uit boeken. Een layer in Google maps geeft aan op welke plek het verhaal/fragment speelt. Lees het en bekijk intussen de live 3D illustratie (inclusief weer en wind).
  8. Koppelstukjes voor lege WC rolllen. Recht en hoeken. Zodat kleuterklassen grote constructies kunnen maken.
  9. Een verzamelkaarten systeem voor netwerkers. Deze is redelijk vers. Een kaartenset gemaakt door verschillende kunstenaars. De kaarten beelden verschillende stemmingen uit. Op elke kaart een uniek nummer (QR-code?). Bedoeling om bij het netwerken kaarten te ruilen. Je geeft iemand een kaart waarvan je vindt dat die bij hem past. Op een platform-site kun je beiden aan de hand van de QR-code nog een opmerking toevoegen over de ontmoeting, een soort aanbeveling maar dan anders. Leuk is als de kaarten van persoon naar persoon gaan. Je kunt dan de kaart volgen die jij hebt gekregen en weer doorgegeven. (Afgekeken van bookcrossing). Ik ben zonder deze kaarten al wel begonnen met het maken van teksten a.d.h.v. ontmoetingen. zie: minder woorden) . Deze zit nog in mijn hoofd. Ik geef hem niet op, maar ik laat hem wel los.
  10. Netwerkbijeenkomsten waar minder gepraat wordt. Tekenen, of kennismakingsspelletjes doen, of dansen. Hier wil ik nog mee aan de slag, maar niet als ondernemer, dat laat ik los.
Dan blijven er twee over die ik niet los laat, maar waar ik aan ga werken:
  1. Dansweekend voor slechthorenden (en doven?). Ik zag tweets van @dansklooster en dacht: dat wil ik ook. Maar dan niet met muziek. Dat is lawaai voor mij. Maar percussie/drums etc, en stilte kan wel heel mooi zijn. Ik heb al contact. Bij genoeg belangstelling gaat dit door. 
  2. Boek schrijven. Ik heb in 2009 meegedaan met NanoWrimo. Net niet de 50.000 woorden gehaald, maar wel een heel verhaal geschreven. Dat ligt nu lang genoeg om te gaan herschrijven.
UPDATE:
Doel 1: is gerealiseerd. Zelfs al twee keer.
 
Doel 2: Mijn boek is een theaterstuk geworden. 
 
 
Nieuw in mijn artikelen:
Ik merk dat ik zo beïnvloed wordt door mijn mede-bloggers, dat ik voortaan onderaan mijn blogs links plaats van de artikelen die mij getriggerd hebben:
http://sonjabroekhuizen.nl/blog/lef-hebben
 

Voetsporen in het noorden

Eindelijk de moed genomen om helemaal naar het hoge Noorden te rijden.

Mijn vader ligt daar op een piepklein kerkhofje in Vierhuizen. Einde van Nederland. Vanaf het kerkhof zie je de dijk liggen.

Een typisch plekje voor een typsiche man. non-conformistsich, eigenzinnig. Beter in een paar diepe contacten  dan in vele oppervlakkige. Uit een kunstenaarsfamilie, vandaar dat onaangepaste, denk ik.

Op weg hierheen langs het graf van mijn moeder. Dat was niet iemand om te kiezen voor een plek zo ver van alles vandaan. Ze ligt dan ook midden in Oldeberkoop, het dorp waar ze  de laatste 25 jaar woonde. Het dorp waarmee ze van het begin af aan contact heeft gezocht. Lid worden van de plattelandsvrouwen, en op allerlei andere manieren zo veel mogelijk mensen leren kennen. Voor zoveel mogelijk mensen iets betekenen.

Ik lijk het meest op mijn vader. Dat is iets wat ik al heel jong hoorde: “sprekend je vader”. Toch heb ik ook iets van dat willen “pleasen” van mijn moeder. Ik ben er alleen niet zo goed in. (zie ook hier)

Vreemd om daar te staan. Verdriet om het feit dat mijn jongste twee mijn ouders nooit gekend hebben (en de oudste twee veel te kort). En andersom. Wat zouden ze genoten hebben van elkaar.

Fijn om mijn drie dochters bij me te hebben (mijn oudste zoon had zijn eigen dingen, met hem doe ik wel weer een keer wat anders). Fijn om zo’n dag me elkaar te beleven, daar aan het eind van Nederland.

Stil staan in het niemandsland tussen mijn ouders en mijn kinderen. En tegelijk hier en nu beleven met mijn dierbaren. Een bijzonder begin van 2012.

En nu weer vooruit. De schaduwen worden weer korter.

Irolt – Bûtertsjerne 1973

Ik kies deze elpee om over Ineke te vertellen. Ineke werd mijn buurmeisje. Nou ja, bijna. Tussen onze huizen zat een hele lagere school. De school waarvan haar vader, meester Brouwer, het nieuwe schoolhoofd werd. Hij liet een frisse wind waaien in een ingeslapen schooltje. In die tijd had een schoolhoofd gewoon ook nog gewoon een hele klas er bij. Meestal, en ook in mijn geval, had zo’n bovenmeester de 6e klas (groep 8).

6e klas, 1973-1974: Wat een geweldige leraar was meester Brouwer. Ik leefde op, want hij was de eerste leraar die mij zag voor wie ik was. Ik, als rustige ietwat wereldvreemde dromer, kon eindelijk iets met mijn fantasieën. We speelden toneel en maakten nieuwsuitzendingen met cassetterecorders. Er was ruimte voor humor: er was eindelijk iemand die mijn associaties snapte. Zo’n leraar/schoolhoofd zou elke school zou moeten hebben.

Maar ook zijn dochter, Ineke, was bijzonder. Een extraverte, Friese meid. Met genoeg kwajongensheid in zich om als vriendin wat aan te hebben. Met haar kon ik net zo lekker in het bos spelen als met mijn vriendjes. Met Ineke viel er altijd en overal wat te beleven.

Verliefd? Ik dacht niet in die termen, en toch was mijn eerste zoen met haar. Er zat meer avontuur dan romantiek in die zoen. Een “durf jij het?” zoen.

Terwijl ik langzamerhand mezelf kwijt raakte in de verwachtingen van een zichzelf steeds meer opdringende buitenwereld, kon ik bij Ineke mezelf blijven. We kwamen op de middelbare school in verschillende klassen, maar bleven elkaar zien. Zeilen, bijvoorbeeld. Als mijn herinnering me niet in de steek laten ben ik met Ineke naar een concert van Irolt geweest. In een kerkje in Drachten.

Als het Ineke niet was, dan is toch deze blog voor haar, want zij is gemaakt van het zelfde spul waarvan ook Friesland gemaakt is.

Friese folkmuziek. Ik was in mijn middelbare schooltijd een echte folk-fan geworden. Bothy Band, Steely Span, Planxty, Silly Wizzard, New Celeste, Frogmorton.

En naast deze Schotse en Ierse bands, dus ook van eigen bodem folklore in een vreemde taal. Ik sprak zelf geen Fries omdat ik mijn uitspraak niet vertrouwde, maar ik verstond het wel.

Irolt is een echte folkband. Naast gitaar een viool, een mandoline en een hele mooie vrouwenstem. Vreemd, dat bij folkmuziek altijd wat nasale mannenstemmen horen maar dat de vrouwenstemmen altijd loepzuiver zijn en iets elf-achtigs hebben. De elpee Bûttertsjerne heb ik later gekocht, als aandenken aan deze tijd. Hij is uit 1981.

(muziekfragment is van een andere elpee, iets anders kon ik niet vinden)

 

Lees verder over de liefdes in mijn leven >>

Foreigner – Foreigner 1977

Grote ontbrekende tot nog toe in mijn elpeeblogs is mijn jongere broer Rik.

Met hem deel ik minder muziek.

Ik deel wel iets bijzonders met hem: de eerste ervaring van met iemand samen zijn en het leuk hebben zonder iets speciaals te hoeven doen, zonder verwachtingen. Gewoon plezier aan elkaars gezelschap.

Natuurlijk knalden er ruzies tussendoor, maar dit blijft me bij. Avonden dat mijn moeder naar cursus was, en mijn vader laat thuis, en Peter als student al het huis uit. Rik en ik warmden het klaargemaakte eten op, liefst stampot zuurkool herinner ik me. We maakten saromapuddinkjes en wisten andere verstopte lekkernijen te vinden.

We keken samen TV. Wickie de Viking, en Simbad de Zeeman waar we beiden te oud voor waren: guilty pleasures. Daarna een spannende aflevering van “Duel in de diepte”, met o.a. Peter Faber, over een zangeresje en een duikavaontuur op Bonaire. Of we lazen biebboeken: de series van Alistair McClean en Desmond Bagley, boeketreeks voor jongens.

Heerlijk ongedwongen.

Het heeft even geduurd voor ik deze status quo bereikte met Rik, want ik wilde een oudere broer voor hem zijn, zoals Peter dat voor mij was geweest. Maar Rik was (en is nog steeds) zeer eigen, en had mij absoluut absoluut niet nodig in die rol. Als het knalde, was het daarover.Rik was ook zo eigenwijs om dwars tegen alle links-sociale huiscultuur in naar de MEAO te gaan om lekker veel geld te verdienen. Dat is hem gelukt en zeer gegund. Hij was de eerste die mij door de, toen zeer actuele, barrière van links en rechts heen liet kijken.

Bij die periode hoorde deze plaat. Lekkere, gepolijste rock. Glad en soepel. Melodielijnen die in je hoofd blijven zitten.Als ik de plaat nu weer in handen neem, en de binnenhoes met teksten lees, besef ik dat alleen de eerste kant me bij is gebleven. Dat had je met elpee’s. Die moest je omdraaien, en soms was er een kant bij die de moeite van het omdraaien niet helemaal waard was, waardoor je bleef hangen bij je favorieten.

k laat de PadaDeng van Cold as Ice nog even door mijn hoofd spelen, en de spacy synthesizertonen van Starrider. Een elpee als een saromatoetje: instant pleasure. Heerlijk om een broer te hebben bij wie je zo lekker je zondige zelf kunt zijn.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=AQaCy2lgb0I&w=420&h=315]

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=LUqMRkwxkso&w=420&h=315]

Joe Jackson – Beat Crazy 1980

Waarschuwing! Deze Blogpost glijdt een beetje uit. Van jaren ’80 muziek naar mijn ouders (die helemaal niets hadden met jaren 80 muziek)
Joe Jackson is één van die jaren ’80 artiesten die met zijn voeten in de jaren ’70 staat.
Die overgang van 70’er naar de 80’er jaren is ook mijn overgang va middelbare school naar mijn studietijd. Lekker overzichtelijk.
Beat Crazy is mijn eerste Joe-Jackson album. Er zullen er meer volgen. Jackson is een vernieuwer, zowel qua tekst als muziek. Altijd in staat om je te verrassen.
Dit is een lekker fel album. Zoals de kleuren van de hoes af schreeuwen, zo oogverblindend knallen de klanken van het vinyl.
En die teksten. Cynisch tegendraads. Vooral “one to one” blijft me bij. Een aanklacht tegen politieke correctheid toen dat woord nog niet eens bestond. Een uithaal naar al het links-activistisme.http://www.divshare.com/flash/playlist?myId=15274605-f19
Vegetarians against the clan,
Every woman against every man
Het spreekt me aan, en tegelijkertijd voel ik me aangesproken.
Ik kom uit een links-intellectueel milieu. Een van de motieven om in Wageningen te gaan studeren was dat daar nog de geest van de wereldverbeteraars hing. Een soort die overal elders langzaam aan het wegsterven was. De non-nonsense, ieder-voor-zichzelf-politiek van de jaren 80 was al zichtbaar, en ik koos voor een veilige linkse, sociaal-bewogen haven.
En tegelijkertijd is er iets in mij dat zich af zet tegen dit links-intellectuele gedoe. Naast bewondering voor de jongere collega’s en vrienden van mijn ouders ,die over de vloer kwamen en heftige discussie voerden en overal een mening over hadden, voelde ik namelijk ook iets anders. Pas later begreep ik dat deze mensen in hun felheid behoorlijk normatief konden zijn.
Mijn ouders zelf waren overigens elk op hun geheel eigen manier “links”.
Mijn moeder omdat ze zich altijd betrokken voelde bij anderen. Haar hart ging uit naar ieder die het moeilijk had. En niet alleen haar hart. Vaak stapte ze in haar autootje, en weg was ze, naar iemand die het nodig had. Vanuit deze hartsverplichting stelde ze zich beschikbaar voor de plaatselijke D’66, naast haar drukke baan als lerares. Extra drukke baan, want na schooltijd wilde ze er ook kunnen zijn voor leerlingen. Je kon met mijn moeder geen boodschappen doen, zonder dat er iemand was die riep:” Ha, mevrouw Voerman!”, meestal een dankbare ex-leerling, die even wilde vertellen dat nu alles goed ging.
Mijn vader was niet echt links. Hoewel zijn partij, de PPR, uiteindelijk samen met CPN, PSP en EVP, Groen Links zou vormen. Hij was non-conformistisch.  Hij vondt het goed dat mijn broer in ons kleine dorp, een hele groot PSP poster met blote koe voor het raam hing. De aanduiding “die poster met die blote koe” was trouwens een typisch grapje van mijn vader).  Een beetje salonsocialisten waren we : NRC, Vrij Nederland, VPRO gids, Sextant.Toch: dat laatste tijdschrift, van de Nederlandse Vereniging voor Sexuele Hervorming, laat wel het vrijdenkende van mijn ouders zien. Mijn broer kreeg deze poster mee naar zijn school om te gebruiken in een leerling-verkiezingen-strijd.
Mijn ouders strijden leven in mij.
Ik lijk het meest op mijn vader, het kost me moeite om me ergens aan te passen. Er komen altijd tegendraadse gedachten bij me op. Toch zit er veel van mijn moeder in me, gezien het feit dat ik overal heel hard probeer me juist wel aan te passen.
De pastor die op de begrafenis van mijn ouders sprak verwoorde het mooi:
Mijn moeder was een Drent, zij vleide zich als een dorpje onopvallend in het landschap. Mijn vader bouwde zich een stad. (Ik ga nog op zoek naar een foto van de stad die mijn vader als kleine jongen van bakstenen in de tuin van zijn ouderlijk huis bouwde.)

The Eagles – Hotel California 1976

 

 

Vreemde exercitie. Ik loop met mijn vingers langs mijn LPs’, mijn verleden. Flarden muziek klinken door mijn hoofd. Flarden herinneringen. Oh ja, dat verhaal moet ik ook een keer vertellen.

 

Maar ik sla ze over. Ik had al in gedachten welke elpee ik zou pakken. Een elpee die ik ga gebruiken om het over een elpee te hebben die niet in mijn verzameling zit. De oudste elpee’s heb ik niet. Die kocht mijn broer. Maar ik was er altijd bij als hij ze beluisterde dus zijn ze ook van mij.

 

Hotel California is zo’n top 2000 klassieker dat ik er weinig nieuws over kan melden.

 

Een hoes die openklapt als een dubbelelpee. En daar staat de band in de foyer van Hotel California. Luxe en jet set. En tegelijkertijd iets verontrustends. Maar dat komt natuurlijk door de tekst.

 

You can check out any time you like

but you can never leave.

 

Een hotel is een surrogaat voor een thuis. Zoveel luxe en gastvrijheid dat je moet vergeten dat je niet thuis bent. Maar zelfs als dat lukt, als je vergeet, blijft er dat gevoel in je buik, dat gevoel dat zegt dat je niet thuis bent. Dat dit niet jouw plek is. Midden in mijn pubertijd was dat een belangrijk thema: “wat is mijn plek?”

 

Het roept herinneringen op aan de Shining. Niet de film, die had ik niet gezien. Ik had het boek gelezen. Ook een chique hotel. Ook verontrustend.

 

En dat terwijl de muziek van de Eagles juist een warm bad is. Alles klinkt loepzuiver, helder en toch warm. Alles klopt. Goede producer heet het dan.

 

Meer indruk dan “Hotel California”  zelf, maakte “The last resort”. Een ballade die bij elk couplet dramatischer wordt.  Een episch verhaal over de eerste Amerikanen.

 

We zagen “Centennial” op TV in die tijd, een serie over het ontstaan van Amerika. En weer lopen beeld en muziek door elkaar en vormen samen een niet bestaand verhaal in mijn hoofd. Een verhaal over mensen die zichzelf een thuis zoeken. Een verhaal als drager van een emotionele lading die niet te verklaren valt, enkel te beleven, door in dat verhaal te stappen, elke keer als de naald de groef raakt.

 

 

 

 

 

“Hotel California”  vestigt mijn naam als muziekkenner in mijn klas. Want ik had hem van al mijn klasgenoten als eerste in de gaten. Dat kwam natuurlijk door Peter, mijn oudere broer, die alle andere elpee’s van de Eagles had.

 

Over één van die elpees wil ik het hebben: “Desperado”.

Songs rond beroemde western outlaws, met klinkende namen die ik tot dan toe alleen uit Lucky Luke kende. Het begin van aandacht voor songteksten. Peter had de tekst van de titelsong. Uitgeschreven door een meisje uit zijn klas. Ik geloof dat ze Katinka heette. Prachtig geschreven in dat mooie ronde, regelmatige handschrift dat zo typisch is voor sommige meisjes.

 

Wow, dacht ik, een meisje dat jou zo leuk vindt dat het moeite doet om een songtekst op papier te krijgen. Helemaal zelf geluisterd en opgeschreven. Dat weet ik vanwege het kleine foutje dat er in zat.
“You only walk along” in plaats van “You only want the ones”

Dat is wel heel erg stoer. Mijn broer, de middelbare scholier! (Want Desperado is uit de tijd dat ik nog op de lagere school zat).

 

De kamer van mijn broer werd steeds meer een tienerkamer. Posters uit de muziekexpress, stikkers van Radio 538 en radio Veronica. Klappertjes met alle top 40’s, die hij nauwgezet elke week bij de platenbar haalde.

 

En songteksten als lijfspreuk.

If you see me walking all alone,

Don’t look back, I’m just on my way back home

 

Voor mij het toppunt van de romantiek van de “poor lonesome cowboy”. (overigens van een nog oudere Eagles elpee)

 

Mijn moeder zag er iets anders in. Ze nam me in vertrouwen en vertelde dat deze tekst haar rust gaf. Wat voor recalcitrante dingen mijn broer in die tijd ook uitvrat, en hoe hij zich soms ook tegen thuis af kon zetten, in zijn lijfspreuk was te lezen dat hij de weg naar huis altijd weer zou vinden.