Vreemde exercitie. Ik loop met mijn vingers langs mijn LPs’, mijn verleden. Flarden muziek klinken door mijn hoofd. Flarden herinneringen. Oh ja, dat verhaal moet ik ook een keer vertellen.
Maar ik sla ze over. Ik had al in gedachten welke elpee ik zou pakken. Een elpee die ik ga gebruiken om het over een elpee te hebben die niet in mijn verzameling zit. De oudste elpee’s heb ik niet. Die kocht mijn broer. Maar ik was er altijd bij als hij ze beluisterde dus zijn ze ook van mij.
Hotel California is zo’n top 2000 klassieker dat ik er weinig nieuws over kan melden.
Een hoes die openklapt als een dubbelelpee. En daar staat de band in de foyer van Hotel California. Luxe en jet set. En tegelijkertijd iets verontrustends. Maar dat komt natuurlijk door de tekst.
You can check out any time you like
but you can never leave.
Een hotel is een surrogaat voor een thuis. Zoveel luxe en gastvrijheid dat je moet vergeten dat je niet thuis bent. Maar zelfs als dat lukt, als je vergeet, blijft er dat gevoel in je buik, dat gevoel dat zegt dat je niet thuis bent. Dat dit niet jouw plek is. Midden in mijn pubertijd was dat een belangrijk thema: “wat is mijn plek?”
Het roept herinneringen op aan de Shining. Niet de film, die had ik niet gezien. Ik had het boek gelezen. Ook een chique hotel. Ook verontrustend.
En dat terwijl de muziek van de Eagles juist een warm bad is. Alles klinkt loepzuiver, helder en toch warm. Alles klopt. Goede producer heet het dan.
Meer indruk dan “Hotel California” zelf, maakte “The last resort”. Een ballade die bij elk couplet dramatischer wordt. Een episch verhaal over de eerste Amerikanen.
We zagen “Centennial” op TV in die tijd, een serie over het ontstaan van Amerika. En weer lopen beeld en muziek door elkaar en vormen samen een niet bestaand verhaal in mijn hoofd. Een verhaal over mensen die zichzelf een thuis zoeken. Een verhaal als drager van een emotionele lading die niet te verklaren valt, enkel te beleven, door in dat verhaal te stappen, elke keer als de naald de groef raakt.
“Hotel California” vestigt mijn naam als muziekkenner in mijn klas. Want ik had hem van al mijn klasgenoten als eerste in de gaten. Dat kwam natuurlijk door Peter, mijn oudere broer, die alle andere elpee’s van de Eagles had.
Over één van die elpees wil ik het hebben: “Desperado”.
Songs rond beroemde western outlaws, met klinkende namen die ik tot dan toe alleen uit Lucky Luke kende. Het begin van aandacht voor songteksten. Peter had de tekst van de titelsong. Uitgeschreven door een meisje uit zijn klas. Ik geloof dat ze Katinka heette. Prachtig geschreven in dat mooie ronde, regelmatige handschrift dat zo typisch is voor sommige meisjes.
Wow, dacht ik, een meisje dat jou zo leuk vindt dat het moeite doet om een songtekst op papier te krijgen. Helemaal zelf geluisterd en opgeschreven. Dat weet ik vanwege het kleine foutje dat er in zat.
“You only walk along” in plaats van “You only want the ones”
Dat is wel heel erg stoer. Mijn broer, de middelbare scholier! (Want Desperado is uit de tijd dat ik nog op de lagere school zat).
De kamer van mijn broer werd steeds meer een tienerkamer. Posters uit de muziekexpress, stikkers van Radio 538 en radio Veronica. Klappertjes met alle top 40’s, die hij nauwgezet elke week bij de platenbar haalde.
En songteksten als lijfspreuk.
If you see me walking all alone,
Don’t look back, I’m just on my way back home
Voor mij het toppunt van de romantiek van de “poor lonesome cowboy”. (overigens van een nog oudere Eagles elpee)
Mijn moeder zag er iets anders in. Ze nam me in vertrouwen en vertelde dat deze tekst haar rust gaf. Wat voor recalcitrante dingen mijn broer in die tijd ook uitvrat, en hoe hij zich soms ook tegen thuis af kon zetten, in zijn lijfspreuk was te lezen dat hij de weg naar huis altijd weer zou vinden.