geloof 5

dialoog over geloven.

hier staan de eerdere delen:
deel 1
deel 2 
deel 3
deel 4

Uiteindelijk vol overgave JA kunnen zeggen is een mooie stap, denk ik.

Wat ik mooi vind aan jouw overgave is dat ie compleet is. Overgave ook aan jezelf, inclusief je nukken. Een pracht van een paradox. Maar jij leeft hem.

Ik heb die JA ook gevoeld. Ook al heb ik hem prachtig verpakt. Hij gaf rust, die JA.

Voor mij was het ook stoppen met zoeken. Niet omdat ik HET gevonden had. Maar omdat ik iets gevonden had dat raakte aan HET.

Ik hoef HET niet te vinden, te pakken en te benoemen. Vooral: ik hoef HET niet meer na te jagen. Als ik alles stil leg, kan ik er heel dicht bij komen. Dat hoeft lang niet altijd in de kerk.

Met kerst en pasen ben ik zelfs nooit in de kerk. Mijn gezin is niet kerkelijk, en ik vind op die dagen een ontbijt met mijn gezin belangrijker dan mijn aanwezigheid in de kerk.

Voor mij is belangrijk dat de kerk er is. Dat ik kan gaan, en daar stilte kan vinden.

Een vast onderdeel heeft voor mij grote betekenis. De predikant zegent ons ten afscheid.

De HERE  zegene en behoede u.  
De HERE doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig 
De HERE  verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede.

 

Vreemd genoeg kan ik dit echt voelen aankomen. Ik kan een zegen binnen laten komen. Dat is voor mij van grote betekenis.


Dat, de preek en de mensen zijn voor mij de kerk. Ik weet niet zo goed wat ik met de liederen moet (helemaal niet nu ik daar weinig melodie in hoor). Ik zie dat het voor mijn medekerkgangers wel belangrijk is, en dat is voor mij genoeg.

Heeft voor jou het geloof invloed op je dagelijks leven? Ik kan me bij jou zo voorstellen dat je zonder geloof ook al nadacht over wat je deed en liet. En dat je zonder geloof ook waarachtig en gewetensvol wilde handelen. Maakt geloof daarin verschil?


Bij mij niet zo heel veel denk ik. Ik wordt niet een beter mens door mijn geloof. Of misschien toch: ik blijf dichter bij mezelf. Heb minder waardering van anderen nodig. (Vaak nog te veel, maar als ik droog kom te staan, kan ik nu ook uit een andere bron drinken).


Naschrift:
Ik merk dat sommigen dat “beter mens” verkeerd begrijpen. Ik bedoel daarmee niet: beter dan anderen, maar beter dan mezelf. Ik wordt een betere versie van mezelf. Niet omdat ik geloof, maar doordat ik geloof.

Vergelijken met anderen is iets dat sowieso niet in mij op komt. Welke maatstaf zou je moeten hanteren om te kijken wie een beter mens is? 



Licht

Schilderijen zijn mijn nieuwe liefde.

Vooral het spel van licht vind ik fantastisch. Felle accenten van lichtval tegen een donkere achtergrond.

En al dat moois is als je goed kijkt voortdurend om je heen. Zelfs op een druilerige dag als vandaag. (Ik vind zo’n grijze dag, wolkenliefheber die ik ben, maar niks)

Maar zelfs op een grijze dag kun je je omgeving betrappen op het spel met licht.

We hebben van onze buren oude terrasstoeltjes in bruikleen. Ik ben daar zo blij mee. Ze zijn niet alleen elegant. Het glimmende chroom steekt prachtig af tegen het donkere, matte groen erachter. Spel met licht, vlak voor mijn neus op een sombere dag.

Als je maar weet te kijken. En dat leer ik steeds beter.

Bloggen. er staat meer op het spel dan je denkt!

We staan op de rand van een cultuurverschuiving.

Maar we aarzelen.

En dat is gevaarlijk.

Want een halve stap is erger dan geen stap.

Een halve stap betekent . .

. . dat we het anker alleen maar verder de bodem in drukken,

. . dat we we niet eens door hebben dat we nog steeds vastegroest zitten

. . dat we onze vrijheid gebruiken om ons zelf vast te zetten.

Hoe zit dat dan? en wat is die volgende stap dan?

even wat cultuurfilosofie, nee niet schrikken, je bent er zo doorheen…

Onze vorige drie stappen waren ..

De mytische fase  (vanaf pre-historie)
De wereld wordt verklaard met behup van mythes. Mensen probeerden in deze fase het onzekere te vangen in verklarende verhalen.
Het kernwoord van deze fase is: DAT.
belangrijk is het overdragen van waarden.

De ontologische fase (vanaf Renaissance)
De wereld wordt verklaard met behulp van kennis. Mensen probeerden in deze fase het onzekere te vangen door het te leren kennen. Transcedente zaken worden tot immanente zaken getemd.*
Het kernwoord van deze fase is: WAT.
Belangrijk is het overdragen van kennis.

De Functionele fase (Vanaf Industriële Revolutie)
Daar zitten we nu in. De wereld staat niet meer als onderzoeksobject buiten ons. We gaan de relatie aan. Met de kennis over  de wereld zijn we nu in staat hem naar onze hand te zetten.
Het kernwoord van deze fase in HOE.
Belangrijk is het overdragen van vaardigheden.

 

En nu zijn we toe aan de volgende fase.

De Nieuw-mytische fase.

We zijn zo druk bezig geweest met het vergaren van kennis en vaardigheden om de wereld naar onze hand te zetten, dat we zijn vergeten om ons het belangrijkste af te vragen:

Nu we het stuur in handen hebben? Waar gaan we naar toe?

Met die vraag zijn veel mensen bezig als ik mijn timeline bekijk en blogs lees.

Mooi. Dat is namelijk de kernvraag van deze nieuwe fase: WAARTOE?

Maar ik zie veel te veel HOW-TO’s.

Blogs met lijstjes. Succesrecepten. Stappenplannen om alles 1-2-3 in kannen en kruiken te hebben.

En de favoriet: “Omdat het werkt”

Fuck “omdat het werkt” !

Dat is wel de meest onnozele reden om iets te doen!

Terwijl we ons blijmoedig op de HOE vraag blijven storten slaan we iets over . . . 

. . .de vraag WAARTOE?

Laten we stoppen met blij zijn als een kind over wat we allemaal kunnen.

Laten we beseffen dat we tovenaarsleerlingen zijn, die dingen aan het ontdekken waar we nog niet klaar voor zijn.

En we zullen nooit klaar zijn zolang we de vraag WAARTOE? niet stellen.

 

De hele stap.

De volgende fase in. De nieuw-mytische fase, omdat we terug kunnen grijpen naar een fantastisch instrument: verhalen.

Met verhalen kunnen we van elkaar leren wat echt belangrijk is: verhalen.

Verhalen van mens tot mens. Die verhalen geven zin aan ons handelen.

Laten we de sociale media vooral daarvoor gebruiken.

Blog je verhaal de wereld in.

Reageer, en word onderdeel van het verhaal van de ander.

En zo ontdekken we samen het WAARTOE?

*voetnoot:

De filosoof Van Peursen beschreef in zijn boek “Cultuur in stroomversnelling” drie fasen waarin de mensenlijke cultuur zich ontwikkeld heeft.

De fasen kernmerken de manier waarop de mensheid om gaat met de spanning tussen het het immanente (het aardse, alledaagse, gewone, dat wat we kennen), en het transcedente  (de zaken die dit aardse te boven gaan).

Elke culturele fase heeft zijn eigen oplossing om mate dit spanningveld om te gaan.

 

leven in een schilderij

Via twitter had ik een gesprek met een lotgenote. Ook laat doof.

Beiden ervaren we dat we meer genieten van wat we allemaal zien. We zoeken de kunst op en worden net zo geraakt als we vroeger door muziek geraakt konden worden.

Ik ontdek dat schoonheid overal is. Hoe meer ik om me heen kijk hoe meer ik zie.

Overweldigend soms. Ik zou het vast willen leggen: fotograferen, schilderen, beschrijven. Maar dat wat echt mooi is laat zich niet vangen. Ik zuig het in en verbeeld me dat die schoonheid nu onderdeel van mij is. Dat het voor altijd bij me blijft. Ik verbeeld mij dat en dus is het zo.

Toch even wat foto’s om te late zien hoe mooi Nederland is. Zomaar gemaakt op 5 minuten van mijn voordeur. Ik ben een gelukkig mens.

mooier dan echt in het echt

Zomaar een dag.

Nat.

Buien.

Rijdend door Nederland wordt hij bijzonder.

Want tussen de buien: kleine stukjes blauw (o zo blauw!),  en witte stapelwolken.

De zon bestrijkt het groene gras dat oplicht tegen een achtergrond van grijsgrouwe bomen.

Daartussen het bleke riet, een zilveren lint.

En helemaal daar achter de volgende bui. Diep en donker.

Technicolour, photoshop. Mooier dan echt. En dat in het echt.

Binnen in mij woedt een heerlijke oorlog.  Tussen de grenzeloze zwerver en de clichéminnende huismus.

Want dat groen is het groen van de poederkorreltjes die je uit het zakje op de belijmde heuvels van je modelbaan strooit. Die perfecte wereld waar alles klopt. Waar de treinen op tijd rijden. Waar de sneeuw nooit zwart en smerig wordt. Waar alles wat mooi is, stevig op zijn plek gelijmd zit.

En tegelijk wil mijn grenzeloze zwerver het groen in stappen. Het pad af, zeven sloten tegelijk over, dwars door de buien om aan de andere kant weer op te drogen. En verder nog, de horizon vooruit duwend.

Perfectie en ruigheid sluiten vrede in dat éne ondeelbare moment.

zulk gras dus

De weetmuts

In een Bommel verhaal de Weetmuts krijgt Heer Bommel een muts waarmee hij heel veel feiten kan onthouden. Het wordt hem te veel, en hij gaat er onderdoor. Tom Poes gaat naar de dwerg Kweetal, die hem een “redenontleder” geeft. Als hij die loslaat op de muts krimpt hij direct.

Feiten zonder reden, vormen geen kennis.

Dus spaar mij alle apps die de internet databases ontsluiten. Elke gek die weet hoe hij een “query” los kan laten op een algemene database doet tegenwoordig goede zaken. Is het niet via twitter dan wel via SMS … naar … en je weet het.

Ik wil het niet weten , dank je. Mijn muts is vol genoeg.

een totaal nieuw concept

Ik heb een gouden idee.
Ik schrijf blogs. Kleine, korte stukjes.
Nu merk ik steeds vaker dat deze stukjes iets met elkaar te maken hebben. Ik plaats dus links, naar andere stukjes zodat de lezers die ook kunnen lezen.
Heen en weer klikkend kijgen ze een steeds completer beeld.
Maar nu heb ik een manier gevonden om de lezer nog beter te manipuleren.
Ik ga zelf de volgorde bepalen waarin de lezer mijn stukjes leest. Ik neem ze stap voor stap mee (let op nu komt het) in een lineair proces.
Van begin tot eind, bepaal ik wat de lezer leest. Geen links, geen uitstapjes. Richting en tempo door mij bepaald.
Om dat te realiseren ga ik al die stukjes die ik schrijf uitprinten. In de goede volgorde leggen, en dan een nietje er door, zodat de lezer niet kan rommelen met die volgorde.
Nog even nadenken over dat nietje. Misschien zijn er wel mooiere manieren om die papieren aan elkaar vast te lijmen. En dan een mooie voorkant. En dan als pakketje opsturen, in plaats van via het web.
Dit wordt een hele nieuwe leeservaring.
Nog mooier zou het zijn als mensen vooraf met eigen ogen konden zien wat ze bestellen. Aanraken, bladeren, echt iets in handen hebben. Je zou daar speciale winkels voor kunnen inrichten. Winkels met allemaal verschillende papieren verhalen. Om in rond te neuzen.
Dit zou wel een het concept van de eeuw kunnen worden.

een gesprek over geloof deel 3

hier staat deel 1 (het begin)

hier staat deel 2 (het antwoord)

Ik begon bijna andersom.

Mijn ouders waren remonstrants. Ze wilden ons nog wel iets van het geloof bijbrengen, maar meer dan een half jaar zondagschool is dat niet geweest. Zo vrijzinnig dat ze bang waren ons iets op te dringen.

In de jaren 70, en de (linkse) kringen waar ik op groeide was geloof “not done”. In het beste geval was je een “positivo”.

Ik ontdekte als kind dat ik niet helemaal paste in de wereld. In de puberteit ging dat schuren. Uiteindelijk gaf ik me gewonnen. Ik paste me zo goed aan dat ik mezelf vergat.

Ik zocht mezelf, maar deed dat stiekum, want na het “zoek je zelf” van Koot en Bie, had ik het gevoel dat ik mezelf daar ook belachelijk mee zou maken.

Een keer een Reiki cursus (al weet ik nog steeds niet of ik daar wel in geloof), een boek van Bhagwan, boeken over Bhoedisme, Tao, ik verslond ze.

Inmiddels was ik al zo hard tegen me zelf aan gelopen dat ik iets substantiëlers wilde dan boeken.

Maar ik wilde ook erg graag terug naar mijn wortels. Dus ik ging eens op zoek naar dat geloof van mijn ouders.

Ik ging naar een kerkdienst en voelde me meteen thuis. Mijn ouders waren inmiddels overleden, maar hier vond ik een stukje sfeer van vroeger. Lieve mensen, een mooie preek. En vooral geen hel en verdoemenis. Ik werd geaccepteerd zoals ik was, mét al mijn twijfels.

In een groep van mensen die ook weer opnieuw op zoek gingen naar geloof, scheef ik zelf mijn beleidenis. Wat betekenen God, de heilige geest en Jezus voor mij?

Ik heb het wat verheven geschreven, maar de kern is nog steeds waar.

Ik geloof dat in God alles is.
Er is niets buiten God.
In God is alles in liefde bijeen.
In God kunnen wij de verbondenheid met elkaar voelen.
In God voelen we de verbondenheid met alles wat we kunnen vermoeden, kunnen voelen, maar nooit helemaal zullen kennen.
In verbondenheid met God zijn wij heel.
God kan ons helen, en wij kunnen elkaar helen, in verbondenheid met God.

God is voortdurend met ons, maar wij ervaren hem pas als wij kunnen loslaten.
Als we het wiel van onze onrust stil kunnen leggen ontstaat er een vacuüm waarin Gods geest kan binnen waaien. Vanuit deze stilte ontstaat beweging. Een ander soort beweging, een beweging met bezieling.
Deze beweging is goed te herkennen:
Ook al is ze krachtig, zij gaat gepaard met een gevoel van vrede en rust.
De beweging is altijd naar mensen toe.
Deze beweging doet een vonk overwaaien en doet zo ook anderen in beweging komen.
En in alles is de glorie te zien.

Ik geloof dat Jezus heeft laten zien blijvend in contact met God te zijn, als waren zij één.
In God is alles bijeen.
Jesus heeft ook dit ook daadwerkelijk en voortdurend zo ervaren.
Vanuit dit geloof heeft Jezus uit de bron kunnen putten van alles wat we kunnen vermoeden, kunnen voelen, maar nooit helemaal kunnen weten.
Jezus heeft ons getoond dat wij ook gebruik kunnen maken van deze bron.
Hij is ons voorgegaan.

Geloof is de manier waarop ik er voor zorg dat ik mezelf niet meer verlies.

Ik hou nog steeds niet van zieltjes winnen, maar ik vind het jammer dat de kerk waar ik kom, dat mooie toevluchtsoord, steeds leger wordt. Jammer dat het geloof vaak zo zwart-wit gezien wordt.
Ik zou meer en vaker mensen  deze manier tegemoet willen treden. Dat is vooral hoe ik om wil gaan met mijn geloof in de wereld: zoeken naar verbondenheid.

.

Stop een dove in je meterkast

Wat doe je als een stop doorbrandt?

Je vervangt hem. Of als het een automatische schakelaar is zet je de knop om.

Maar eerst ga je kijken wat het probleem is, want anders brandt hij direct weer door.

Wat doen bedrijven als medewerkers ziek worden, uitvallen, niet meer goed functioneren?

Ze worden vervangen, of er wordt geprobeerd om de “knop om te zetten”.

Slechts zelden wordt er in de organisatie gekeken naar wat daar mis gaat.

Jammer want de medewerker die uitvalt is als een stop. Iets in zijn functioneren maakt hem kwetsbaarder voor wat er op de werkvloer gebeurt. Goed om daar aandacht aan te besteden. (De knop weer omzetten, het doorgebrande draadje weer herstellen).

Maar mis als werkgever het signaal niet. Kijk wat er in de organisatie, op de werkvloer beter kan.

Een dove of slechthorende is kwetsbaarder op het gebied van communicatie. Als er iets mis gaat, prima om daar aandacht aan te besteden. Soms kan iemand met gehoorverlies beter leren om gaan met zijn beperkingen. Assertiever worden, hulpmiddelen gebruiken.

Maar als die “knop” omgezet wordt, zonder dat er in de rest van de organisatie gekeken wordt naar de manier waarop gecommuniceerd wordt, heb je kans dat hij weer door brandt.

Aardlekschakelaar

Een aardlekschakelaar is gevoelig voor verkeerde spanning. Hij sluit direct af als dat gebeurt, en geeft daarmee een signaal af. Het geeft je de kans om te kijken wat nog beter kan.

Een assertieve slechthorende of dove is als een aardlekschakelaar.  Zij hebben geleerd om op een goede manier aandacht te vragen voor de communicatie. Ze voelen haarfijn aan waar het niet loopt. En geven dat op een zorgvuldige manier aan. De communicatie verbetert daardoor.

Wees zuinig op de je meterkast. Koester hem. Gebruik het voor je proces van continue verbetering.

 

geloof

Ik praat weinig over mijn geloof.

Dat heeft verschillende redenen:

  • ik wil anderen er niet mee lastig valllen, ik heb een hekel aan zendingsdrang en bekeren. Ieder zijn eigen manier van omgaan met het geloof graag, ook als dat niet geloven is.
  • mijn geloof is nog redelijk vers: 4 juli 2006 belijdenis gedaan
  • ik kom heel veel niet gelovigen tegen die mij er van willen overtuigen dat geloven geloven toch echt niet meer van deze tijd is (over zendingsdrang en bekeren gesproken)
  • als het echt belangrijk wordt, worden woorden ontoereikender

En toen kwam ik een tweet van @StevenGort tegen over een preek. Leuk, want ik proefde daarin een manier van omgaan met geloven die mij ligt: heel persoonlijk. @StevenGort is sowieso een bijzondere mengeling van openheid, recalcitrantie, urgentie, en verantwoordelijkheid.

Daarom nodigde ik hem via twitter uit om het eens over ons geloof te hebben. Er kwam direct een welkom ja op. Of ik een suggesties had over de vorm?

Dit is mijn  suggestie. We gebruiken beiden ons eigen blog voor een dialoog over ons geloof.

Beste Steven,

Wat me trof in een tweet van jou, is dat geloof niet makkelijk is.

Mijn kerk (de remonstrantse) is zeer vrijzinnig. Ik heb een eigen geloofsbelijdenis mogen schrijven.
Sommigen zeggen: te vrijzinnig. Een soort van keuze menu geloof. Je pikt er uit wat je bevalt of herinterpreteert net zo lang tot het je past.

Ja en Nee, wat mij betreft.

Bij het lezen van de bijbel, het beluisteren van een mooie bezinnende preek is het prettig als het een beetje schuurt, ongemakkelijk is. Dan gaat er namelijk iets bewegen, en kom je uit je comfortzone.

Toch staan er dingen die ik moeilijk weg kan slikken in de bijbel: Abraham, die zijn zoon offert (last minute rescue, maar toch). De slachtpartij na de dans rond het gouden kalf.

Dat zijn de dingen waar ik onzeker van wordt als mijn geloof wordt bekritiseerd. (wordt het dan ook op de proef gesteld?)

Hoe vrij mag een geloof zijn? Hoeveel interpretatie staan we toe?