De waarheid over Cruijff en Van Gaal

Ze houden van elkaar.

En ze hebben elkaar flink pijn gedaan.

Zo simpel is het.

Nee ik weet niks van voetbal, en ik volg niet wat er bij Ajax gebeurt. Ik was nieuwsgierig en las dus een samenvatting van het hele gedoe. Wat hebben die twee gedaan dat ze elkaar zo in de weg zitten?

Wat ik tegen kwam is een paar flinke steken naar elkaar toe.

Als zulke steken hard genoeg aan komen dat ze zo zeer doen, betekent het dat ze van iemand komen die je serieus neemt. Van iemand die belangrijk voor je is. Die correlatie is recht evenredig.

Zouden ze het zelf beseffen?

Zouden ze hun eigen pijn opzij kunnen zetten? En wat zou dat opleveren?

Disclaimer:

Ik weet niets van voetbal. Vraag me naar namen en ik geef je: Vilibor Vasovich, Theo Palplatz (of Lazeroms), Rinus Israëls. Vraag me naar broertjes in voetbal en ik zeg Schoenmaker. Vraag me naar een keeper en ik zeg Heinz Stuij, Eddy Treitel, en ik denk dat Piet Schrijvers bij FC Twente keept. en dat alleen omdat mijn broer vroeger de plaatjes spaarde.

doel en middel

Persoonlijke groei is:

Door krijgen dat je doel eigenlijk een middel is om een verderop gelegen doel te bereiken.

Je kunt geen kortere route kiezen die rechtstreeks naar dat verderop gelegen doel loopt.

Om de eenvoudige reden dat dat verderop gelegen doel nog niet bestaat.

Als je dacht dat dat kleinste Babushka poppetje er al die tijd al in zat heb je het mis. Elk poppetje verschijnt pas als je het grotere poppetje open maakt.

Er is geen kleinste poppetje. Er is geen ultiem doel.

Uiteindelijk blijkt het middel al die tijd het doel te zijn geweest. Maar dat weet je pas achteraf. Als je terug kijkt op je leven. Als je je doelen bereikt hebt.

Steeds als je je doel bereikt is het goed om te beseffen, dat het daar uiteindelijk niet om ging. Maar als je alles relativeert is niks meer belangrijk.

Maar wat heb je dan nog om voor te leven? Een doel natuurlijk!

Daarom moet je dit weer vergeten, en op zoek gaan naar je volgende doel.

 

Het is een kwestie van perspectief. Inzoomen en uitzoomen.
Als je te veel uit zoomt, te veel relativeert is uiteindelijk niets meer belangrijk. In die uitgezoomde modus kom je nergens meer toe. Daarom moet je weer inzoomen op je volgende doel. Dat bedoel ik met “vergeten dat dat doel een middel is)

Als je te veel inzoomt kun je je doel niet meer relativeren.

Earth and Fire – Song of the marching Children 1972

 

Mijn eerste kennismaking met popmuziek was AVRO’s TOP-POP met Ad Visser.

Ik kan me een beeld herinneren van een stel Franse schooljongens bij een waterput. Les Popy’s met “Non non rien changé”.  Ik was ongeveer 10 jaar. Mijn broer was drie jaar ouder en had een pick-up. We kochten nog geen elpees maar singeltjes. Peter kocht ze, maar voor mijn gevoel was dat “wij”. Ik was er altijd bij als ze voor het eerst op de draaitafel werden gelegd.

De eerste singles die ik herinner waren “Buddy Joe” van Golden Earing, en “Memories” van Earth and Fire.

Memories was mijn persoonlijk favoriet. Wat een prachtige galm had dat nummer. En die stem: een stoere meisjesstem, met toch een beetje kwetsbaarheid er in.

Memories past mooi in dit Blog. Het past ook goed bij de tijd van het jaar: vakantie afgelopen en met weemoed terugkijken op die vervlogen tijd.

If you have been away. . .

Wij gingen altijd drie weken kamperen in Frankrijk, en hoewel het heerlijk was om weer thuis te komen (wat is er nieuw in de top 40?),  had weemoed de overhand op de vreugde om weer eens iets te lezen en horen in je eigen taal. Weemoed naar een onbezorgde tijd. Een tijd waarin we alles samen deden, de avonden lang waren en de dagen in het teken stonden van spelen en ontdekken.

Weemoed in de aanloop van het weer naar school gaan. Het naar school gaan zelf viel altijd mee. Het “straks weer naar school moeten” was wat op me drukte in de laatste vakantiedagen.

Wegzwijmelen dus in de galm van memories. Gekweld kijken bij het zingen van

“Is it really worthwhile?”
Jammer dat ik het woord “worthwile” niet kende, en dus met geen mogelijkheid kon verstaan wat Jerney zong, zodat ik maar iets brabbelde wat er op leek. Minder stoer dan ik wilde.
Veel later, toen ik zelf een pick up had, kocht ik “Song of the marching children”. “Storm and Thunder” had dezelfde galm, en was zo mogelijk nog dramatischer van opbouw. Nu nog steeds mooi, trouwens.
P.S. Bij het terugzoeken van plaatgegevens (ik ben deze elpee kwijtgeraakt) lees ik dat die galm afkomstig is van de mellotron

David Sylvian – Brilliant Trees 1984

Ik ga een beetje lijken op de opa die ik ooit met zijn kleinkinderen in een openluchtmuseum tegenkwam. “Kijk zo zag een kapperszaak er vroeger uit, en met precies zo’n mes scheerde ik mezelf.” Mooi. Alleen ben ik nog een beetje te jong om die opa te zijn. En toch kan ik het niet laten.

Voor al die mensen die Prezi gebruiken omdat Powerpoint zo 2010 is: In mijn tijd had je echte diaprojectoren. En als je heel modern was had je er een met een carrousel in plaats van een slee. Een diawissel kon je horen: klik-klik-klok. Dia omhoog, doorschuiven en een nieuwe dia laten vallen: klik-klik-klok.

Brilliant trees biedt een paar flashbacks. Die zal ik op de ouderwetse manier langs laten komen: klik-klik-klok. Inclusief beeldmateriaal.

Maar eerst de muziek. David Sylvian was de zanger van Japan. Zijn solo werk kent die zelfde tegendraadse ritmes met vette jaren 80 bas. En natuurlijk dezelfde stem. Fluweel, om je helemaal door in te laten pakken. Die stem vind ik het mooist in “Forbidden Colours”, helaas niet op deze Elpee.

KLIK-KLIK-KLOK.

Forbidden Colours komt van de soundtrack van Merry Christmass MR. Lawrence. Met die prachtige scene waarin David Bowie Ryutchi Sakamoto kust. De film bleef steken in de camera, wat een onbedoeld dramatisch effect opleverde. Iets wat digitaal niet meer zou kunnen.

KLIK-KLIK-KLOK

Behalve popartiesten speelden er ook nog echte acteurs mee in die film. Tom Conti bijvoorbeeld, een acteur die ik jaren eerde leerde kennen in “Glittering Prizes” een Engelse serie over Cambridge studenten in de jaren 50. Heel erg Engels, je kent het wel: studenten in pak met sjaal.

KLIK-KLIK-KLOK

Pulling Punshes, het openingsnummer heeft die Japan-klank nog het meeste in zich. Op de ander nummers begeeft David zich meer en meer op de muzak tour. Misschien maak ik liefhebbers boos als ik er op deze manier over spreek, maar het nummer Nostalghia wordt wel erg zweverig.

KLIK-KLIK-KLOK

Wageningen had behalve een bioscoop ook een zogenaamde filmliga. Op dinsdagavonden kon je daar voor 2,5 gulden een film zien die in de grote zaal van de Junushof werd gespeeld. Hier werden de echte filmhuisfilms getoond. Nostalghia van Tarkovsky was daar een van. Kan ook zijn dat hij gewoon in het “Molenstraattheater” draaide, destijds de beste bioscoop van Nederland, die de alternatieve film niet schuwde. Zwart-wit-film met mooie maar somerber beelden. Ik kan me nog een scene herinneren van een stel bejaarde russen in een zembad, waarboven dampen hingen. In die nevelen is ook het nummer van David Sylvian gehuld.

KLIK-KLIK-KLOK

The ink in the well. Mooi. Die jaren 80 bas weggegooid. Ik kan me een klassieke akoestische bas herinneren. Ik hoop dat het klopt, ik kan het niet meer controleren. Zo’n bas waarvan je het trillen van de snaren tegen de fretten kunt horen. Die rafels steken mooi af bij het toch wat gladde van Sylvians stem.

KLIK-KLIK-KLOK

In “Red Guitar” viel het me deze tekst op:

I recognize no method of living that I know

I see only the basic materials that I may use

Ik herken het los willen schudden van levensvisies. Maar vroeg me altijd af of David niet de paradox zag: Op het moment dat je bewust zonder levensprincipes wil leven, schep je daarmee een levensprincipe.

KLIK-KLIK-KLOK

Terug naar het openluchtmuseum. Wist je dat elpees vroeger twee kanten hadden? Dat een draaitafel geen “shuffle” knop had? Dat je in de winkel een elpee kon beluisteren, maar dat je dan alleen de eerste twee, en heel misschien een stukje van het derde nummer had gehoord voordat je een keuze moest maken, omdat er een rij wachtenden in je nek stond te hijgen? en dat een elpee ook een lievelingskant en een minder vaak gedraaide kant kon hebben. Kant 2 van Brilliant Trees kan ik me nu minder goed voor de geest halen. Zou het te maken kunnen hebben dat ik nu met mijn CI, maar erg weinig herken van deze muziek?

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=CBupS5PMMsc&w=420&h=315]

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=5MT0IqPJsvU&w=420&h=315]

Nick Drake – Fruit Tree 1981

. . . and introducing Jan. Ik leerde hem als één van de eersten kennen toen ik op 11B kwam wonen (zie hier), omdat zijn kamer recht tegenover die van mij was. Jan was zo’n instant innemende persoonlijkheid. Oprecht geïnteresseerd in anderen, enthousiast en diepzinnig tegelijk. Goed voor uren praten, over alles en natuurlijk over muziek.

Net als Kees, kon Jan zo over muziek praten dat je het wel mooi moest vinden. Frank Sinatra, iets dat ik voorheen als oude-mannen-muziek bestempelde, leerde ik door Jan waarderen. Hij wijst me op de mooie paradox in : “I wanna wake up in a city that never sleeps.” En laat me een song horen over een versiertoer die eindigt in: “And then I spoiled it all by saying something stupid like ‘I love you.’ ”

En net als bijna alle anderen van 11B is Jan lyrisch over Nick Drake. Nick Drake? Nooit van gehoord, wat onbegrijpelijk is, als ik de muziek hoor. Hoe kun je hier niet lyrisch over zijn?

Onnavolgbaar gitaarspel, een stem die je omarmt en tegelijkertijd koude rillingen bezorgt. Muziek die je mee trekt, de ochtendnevel in, mee blijft voeren tot de roze maan verschijnt. Zacht, zoet en verontrustend melancholisch.

Fruit Tree is de verzamelbox van alle 3 elpees die Nick Drake heeft uitgebracht. Lees zijn tragische verhaal. Een album dat je niet zomaar op zet. Net zoals je niet zomaar een poëziebundel pakt. Opzetten en de teksten erbij nemen. Aandacht. Mijn vriendinnen lieten zich ook altijd meteen meeslepen.

Jan was weg van het begin van Hazy Jane II:

And what will happen in the morning when the world it gets
So crowded that you can’t look out the window in the morning.

And what will happen in the evening in the forest with the weasel
with the teeth that bite so sharp when you’re not looking in the evening.

Ik weet nog steeds niet wat hij er mee wil zeggen, maar dat is een deel van de magie. Ik zag Jan en Kees afgelopen voorjaar weer. We konden zo door waar we 25 jaar geleden gebleven waren. Jan bekende dat hij de tekst ook nooit goed had begrepen.

“Northern sky” is één van mijn favorieten. Daarin zitten zulke mooie hoge ijle tonen dat je opgetild wordt. Uit de ochtendnevel, een ijsblauwe lucht in. De wereld aan je voeten, maar ongrijpbaar.

“Never saw magic crazy as this”

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=S3jCFeCtSjk&w=420&h=315]

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=YL4xwC2jKPw&w=560&h=315]

Eurythmics – Stweet Dreams (are made of this)

1983. Ik woon nog steeds op Hoevestein 11B. Maar heel langzaam begint de bezetting te wisselen. Frans is een van de nieuwe bewoners. Een bijzonder mens, met uitgesproken opvattingen, bijvoorbeeld over muziek.

Het is Frans die de oude garde, die grotendeels in de jaren ’70 is blijven hangen kennis laat maken met de new-wave. New Order, Joy Division, The Comsat Angels, Cocteau Twins, en nog obscuurdere namen die ik me niet meer kan herinneren.

Een vriend van hem kwam met steeds nieuwe muziek, die hij dan op één van zijn cassetebandjes opnam. Hiertoe werd het oudste van de 5 overgespoeld. Niet erg, vond Frans, want muziek moest vernieuwend zijn. Oude muziek draaide je uitsluitend om sentimentele redenen.

De Compact Disc, waar iedereen over sprak, maar die voor ons voorlopig nog buiten bereik was, had daarom geen meerwaarde volgens hem. Als sentiment de enige reden is waarom je oude muziek speelde, horen ook al die tikken en krassen er bij. Zonder dat krasje, precies op die plek waar je hem herinnert, verliest die muziek zijn waarde.

Frans was gelukkig een gemoedelijke Brabander, een gezellig mens. Zijn uitgesprokenheid kwam met een knipoog. Maar goed ook want zijn muziek was voor mij vaak te depressief, te veel galm, te veel jammer, te veel snerp en te veel blik. Als ik iets mooi vond was het voor hem al te snel mainstream.

We vonden elkaar in de Eurythmics. Voor hem eigenlijk veel te glad, maar als ik hem kocht wilde hij hem wel opnemen op een van zijn cassettebandjes. Ik wilde de elpee wel kopen, maar twijfelde. Sweet Dreams had mij overweldigd, maar er zat zo veel herhaling in dat ik bang was dat het me zou gaan vervelen. Frans had een hele simpele oplossing: “Dit nummer komt nu zo veel op de radio. Als je er aan het eind van de week nog geen genoeg van hebt, kun je het met een gerust hart kopen.” Ik heb geen spijt van mijn  aanschaf. Sweet Dreams verveelt tot op de dag van vandaag niet.

Over de muziek zelf hoef ik niet te schrijven. Die is bekend genoeg. Wel even extra aandacht voor het onbekende,  mysterieuze , melancholische Jennifer.

Ook Live hebben de Eurythmics me positief verrast. Ze zouden dat jaar op Torhout-Werchter spelen. Ik verwachtte daar niet veel van. Zo veel muziek door maar twee personen. Dat is een podium vol met ingeblikte synthesizer muziek dacht ik. Ik had niet gerekend op de krachtige persoonlijkheid van Annie Lennox en haar geweldige stem. Wat een power heeft die vrouw. Het was een verpletterend optreden.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=5Sds3hS1_Dc&w=420&h=315]

Bob Dylan – Dylan (73) 1973

10 januari 1975. Verjaardagscadeau. Generatiekloof. Volwassenen die niet meer weten wat ze moeten geven aan kinderen die opeens pubers worden. “Muziek wil hij”, is kennelijk gezegd. Maar de popmuziek is natuurlijk een jungle voor de andere generatie.  “Bob Dylan is altijd goed, bij de jeugd.”, zullen ze gedacht hebben. Gesealed, dus ik kon hem ruilen.

Ik maak het plastic open. Het was niet mijn eerste keuze, maar ik kijk een gegeven paard niet in de bek, ook al is het een vreemd paard. Want laat dit nu net een hele bizarre Bob Dylan plaat zijn.

Dat wordt duidelijk zodra ik hem op zet. Een hele andere klank dan ik gewend ben. “Lilly of the West” is het enige nummer dat direct als Bob Dylan klinkt. De rest is vreemd. Dylan die  Elvis Presly-achtige uithalen doet, opdringerige achtergrondkoortjes, veel orgel, en allemaal covers.

Toch raak ik gehecht aan dit vreemde album. Die orgel bijvoorbeeld, zo’n sprankelend geluid. Zo klinkt zon, weerspiegeld in een snelstromend bergbeekje. Zelfs de achtergrondkoortjes krijgen hun eigen charme, vooral in het Ahoe, pa, pa, pa van Big Yellow Taxi.

Big Yellow Taxi is een favoriet. Een Engelse (en serieuzere) versie van het thema  “Waar moet dat heen?”, dat Barend Servet opnam (pollens!). Liedjes over de asfaltering van de natuur.  Later maakten de Talking Heads een tegendraadse versie op dit thema in “Nothing But Flowers”.

Mr. Bojangels zag ik voor me, in sepia kleuren: een landloper, bonhemien, levensgenieter die zijn zelfkant er van af danste.

Bij the balad of Irah Heyes moest ik even denken. De muziek ervan schiet me niet te binnen. Totdat ik de tekst terugvindt op internet. Als ik hem lees vloeit de stem van Bob Dylan mijn hoofd weer in. Een praat-nummer is het. Een droevige ballade. Ik weet elke intonatie, klemtoon, en Amerikaanse knauw weer op te roepen.

Weer valt me het verschil op van toen en nu. Ik deed het met de tekst, of met wat ik daar van kon verstaan. De rest was een film in mijn hoofd. Nu, nieuwsgierig als ik ben struin ik het internet af, en kom de verhalen achter de teksten tegen.

Zo kom ik er achter dat Mr. Bojangles echt bestaan heeft. De songwriter heeft hem ontmoet in de cel, waar hij zijn celgenoten opvrolijkte met zijn dans.

Irah Heyes blijkt één van de soldaten te zijn die de Amerikaanse vlag plantten op Iwo Jima: het archetypische beeld van de Amerikaanse overwinning op Japan.

En de Big Yellow Taxi vervoerde Joni Mitchell in Hawaii naar haar hotel, waar ze vanuit haar kamer alleen maar parkeerplaats zag, in plaats van het prachtige natuurschoon dat ze onderweg gezien had.

Ook over de elpee zelf kom ik iets nieuws te weten: Dylan was overgestapt van CBS naar Geffen. CBS heeft uit wraak een album uitgebracht met songs die Dylan zelf niet goed genoeg vond voor een plaat.

Mooi om te weten. Maar het maken van een eigen film in je hoofd is nóg mooier.

Irolt – Bûtertsjerne 1973

Ik kies deze elpee om over Ineke te vertellen. Ineke werd mijn buurmeisje. Nou ja, bijna. Tussen onze huizen zat een hele lagere school. De school waarvan haar vader, meester Brouwer, het nieuwe schoolhoofd werd. Hij liet een frisse wind waaien in een ingeslapen schooltje. In die tijd had een schoolhoofd gewoon ook nog gewoon een hele klas er bij. Meestal, en ook in mijn geval, had zo’n bovenmeester de 6e klas (groep 8).

6e klas, 1973-1974: Wat een geweldige leraar was meester Brouwer. Ik leefde op, want hij was de eerste leraar die mij zag voor wie ik was. Ik, als rustige ietwat wereldvreemde dromer, kon eindelijk iets met mijn fantasieën. We speelden toneel en maakten nieuwsuitzendingen met cassetterecorders. Er was ruimte voor humor: er was eindelijk iemand die mijn associaties snapte. Zo’n leraar/schoolhoofd zou elke school zou moeten hebben.

Maar ook zijn dochter, Ineke, was bijzonder. Een extraverte, Friese meid. Met genoeg kwajongensheid in zich om als vriendin wat aan te hebben. Met haar kon ik net zo lekker in het bos spelen als met mijn vriendjes. Met Ineke viel er altijd en overal wat te beleven.

Verliefd? Ik dacht niet in die termen, en toch was mijn eerste zoen met haar. Er zat meer avontuur dan romantiek in die zoen. Een “durf jij het?” zoen.

Terwijl ik langzamerhand mezelf kwijt raakte in de verwachtingen van een zichzelf steeds meer opdringende buitenwereld, kon ik bij Ineke mezelf blijven. We kwamen op de middelbare school in verschillende klassen, maar bleven elkaar zien. Zeilen, bijvoorbeeld. Als mijn herinnering me niet in de steek laten ben ik met Ineke naar een concert van Irolt geweest. In een kerkje in Drachten.

Als het Ineke niet was, dan is toch deze blog voor haar, want zij is gemaakt van het zelfde spul waarvan ook Friesland gemaakt is.

Friese folkmuziek. Ik was in mijn middelbare schooltijd een echte folk-fan geworden. Bothy Band, Steely Span, Planxty, Silly Wizzard, New Celeste, Frogmorton.

En naast deze Schotse en Ierse bands, dus ook van eigen bodem folklore in een vreemde taal. Ik sprak zelf geen Fries omdat ik mijn uitspraak niet vertrouwde, maar ik verstond het wel.

Irolt is een echte folkband. Naast gitaar een viool, een mandoline en een hele mooie vrouwenstem. Vreemd, dat bij folkmuziek altijd wat nasale mannenstemmen horen maar dat de vrouwenstemmen altijd loepzuiver zijn en iets elf-achtigs hebben. De elpee Bûttertsjerne heb ik later gekocht, als aandenken aan deze tijd. Hij is uit 1981.

(muziekfragment is van een andere elpee, iets anders kon ik niet vinden)

 

Lees verder over de liefdes in mijn leven >>

Foreigner – Foreigner 1977

Grote ontbrekende tot nog toe in mijn elpeeblogs is mijn jongere broer Rik.

Met hem deel ik minder muziek.

Ik deel wel iets bijzonders met hem: de eerste ervaring van met iemand samen zijn en het leuk hebben zonder iets speciaals te hoeven doen, zonder verwachtingen. Gewoon plezier aan elkaars gezelschap.

Natuurlijk knalden er ruzies tussendoor, maar dit blijft me bij. Avonden dat mijn moeder naar cursus was, en mijn vader laat thuis, en Peter als student al het huis uit. Rik en ik warmden het klaargemaakte eten op, liefst stampot zuurkool herinner ik me. We maakten saromapuddinkjes en wisten andere verstopte lekkernijen te vinden.

We keken samen TV. Wickie de Viking, en Simbad de Zeeman waar we beiden te oud voor waren: guilty pleasures. Daarna een spannende aflevering van “Duel in de diepte”, met o.a. Peter Faber, over een zangeresje en een duikavaontuur op Bonaire. Of we lazen biebboeken: de series van Alistair McClean en Desmond Bagley, boeketreeks voor jongens.

Heerlijk ongedwongen.

Het heeft even geduurd voor ik deze status quo bereikte met Rik, want ik wilde een oudere broer voor hem zijn, zoals Peter dat voor mij was geweest. Maar Rik was (en is nog steeds) zeer eigen, en had mij absoluut absoluut niet nodig in die rol. Als het knalde, was het daarover.Rik was ook zo eigenwijs om dwars tegen alle links-sociale huiscultuur in naar de MEAO te gaan om lekker veel geld te verdienen. Dat is hem gelukt en zeer gegund. Hij was de eerste die mij door de, toen zeer actuele, barrière van links en rechts heen liet kijken.

Bij die periode hoorde deze plaat. Lekkere, gepolijste rock. Glad en soepel. Melodielijnen die in je hoofd blijven zitten.Als ik de plaat nu weer in handen neem, en de binnenhoes met teksten lees, besef ik dat alleen de eerste kant me bij is gebleven. Dat had je met elpee’s. Die moest je omdraaien, en soms was er een kant bij die de moeite van het omdraaien niet helemaal waard was, waardoor je bleef hangen bij je favorieten.

k laat de PadaDeng van Cold as Ice nog even door mijn hoofd spelen, en de spacy synthesizertonen van Starrider. Een elpee als een saromatoetje: instant pleasure. Heerlijk om een broer te hebben bij wie je zo lekker je zondige zelf kunt zijn.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=AQaCy2lgb0I&w=420&h=315]

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=LUqMRkwxkso&w=420&h=315]