Leren doe je overal

verhalenverteller

Bosfeest van de Vallei.

Omdat we de 200 leerlingen grens bereikt hebben en geen ‘startende school’ meer zijn maar een heuse! We hebben bestaansrecht.

Een kleuter kwam naar me toe. Glimoogjes.
“En ik ga pas midden in de nacht naar huis!”

Toen heb ik natuurlijk direct gezegd: “Nee, joh, doe niet zo gek. We stoppen om acht uur. Dat is nog lang geen middernacht!”

Ja, je bent leraar of niet. Zelfs op een feest geef je nog les. Die kleutercito is er straks weer, en dan moet ie het wel goed hebben, die tijdstippen.

 

Over geschiedenis maken gesproken

Nou, poeh hee

Trump wint.

Ik vraag me af hoeveel mensen vroeger gedacht hebben:  “Laat die Hitler maar gewoon zijn gang gaan, dan zien mensen vanzelf op wat voor soort iemand ze gestemd hebben, en dan is het zo ook weer afgelopen”

of

“Misschien is het wel goed. Dan verandert er misschien een keer echt iets. Politici moeten een keer echt schrikken voor er iets verandert.”

Of een variatie van deze twee.

Waar ik benieuwd naar ben is of we kikkers in een pan water zijn, waarvan het water langzaam aan de kook wordt gebracht. (Kikkers zijn trouwens slimmer dan mensen, kikkers laten zich niet koken).

Wat kan ik doen?

Zoals altijd: Ik kan alleen iets aan mezelf doen.

Bijvoorbeeld:

Wat in mijn leven staat al lang te koken, wat laat ik voortduren terwijl ik weet dat mijn grenzen al overschreden zijn? Is er iets waar ik aan mee doe (al was het maar omdat ik zwijg) waarvan ik denk dat het eigenlijk moet stoppen?

Dat is mijn werk nu.

En liefhebben.

Vooral heel veel liefhebben

 

Geschiedenis maken

Ik geef geschiedenis bij ons op school. (basisschool)

Ik doe dat door het vertellen van verhalen, en door die verhalen dan in een geschiedeniscontext te plaatsen.

Niet altijd waargebeurde verhalen. Sommige verhalen verzin ik zelf, soms gebruik ik mooie mythologische verhalen, zoals Gilgamesh of Gawain and the Green Knight.

Ik heb als introductie op de middeleeuwen zelfs Brief voor de Koning van Tonke Dragt verteld, in episodes. Daar vertel ik dan bij dat het natuurlijk een geromantiseerd beeld van ridders geeft, maar ook dat is geschiedenis, want dat deden ze in de middeleeuwen zelf ook, ridderlijkheid romantiseren.

Ik heb geen geschiedenis gestudeerd, en het is als leek lastig om te achterhalen welke verhalen nu wel kloppen, en welke niet. Niet alleen op internet, maar ook zelfs in boeken leerde ik onlangs.

Om me scherp te houden volg ik Jona Lendering, iemand die zich terecht druk maakt over het feit dat achterhaalde fabels over de geschiedenis toch steeds opnieuw voedingsbodem vinden. “Bad information drives out the good.”

Maar als ik de kinderen nu steeds blijf vertellen dat je met geschiedenis heel erg moet oppassen, durf ik het wel aan, die verhalen. Waar het mij om gaat is interesse kweken. En dat lukt, ik heb vaak een volle bak. (Kinderen kiezen zelf of ze naar mijn lessen komen of niet, en ze komen in alle leeftijden door elkaar).

Ik wil dat de geschiedenis gaat leven.

Even een filmpje

Fascinerend, bijvoorbeeld het feit dat die laatste twee wereldoorlogen voorbij zijn als je met je ogen knippert.

Hoe was het om daar bij te zijn? Bij al die grote veranderingen. Hadden mensen door dat ze getuigen waren van een belangrijke geschiedkundige gebeurtenis?

We weten het nooit echt. Omdat we bevuild zijn met voorkennis. Nou ja, achterafkennis dus.

Maar nu besef ik dat ik daar wel iets over weet. Hoe het is om geschiedenis mee te maken.

 

Er is één ding dat ik nu al een tijdje gefascineerd volg.

De zwarte pieten discussie.

Na mijn oorspronkelijke ergernis over de haat die er in de stukjes en uitlatingen zat, ben ik meer op een afstand gaan kijken.

En nu zie ik dat er heel langzaam een kentering plaats vindt. Met dit jaar een paar echte grote stappen. Bijzonder dit. Er vindt een grote verschuiving plaats en we zijn er live bij. Zo voelt het dus om zoiets van dichtbij mee te maken. Zo voelt het als geschiedenis geschreven wordt.

Hand omhoog als je dit herkent (over je gevoel delen als je niet eens de woorden kunt vinden)

Stel je voor dat je last hebt van je collega (als in: je voelt je niet gezien). Dat is niet iets dat makkelijk te benoemen is. Jij voelt het, veel anderen niet. Je kunt het ook niet precies verwoorden.

Wie durft dat gesprek aan te gaan? Steek je hand op als je dat durft.

Ik zie hier en daar wat handen. Dapper!

Nóg een:

Het eerste dat in dat gesprek gebeurt is dat je collega aangeeft dat hij de voorbeelden die je aandraagt allemaal zo niet bedoeld heeft.

Wie durft er expliciet te benoemen dat je het niet fijn vindt dat je collega zich verdedigt?

Ik zie een paar handen naar beneden gaan.

Je collega, zegt nu dat hij het snapt. Fijn, maar ergens voel je dat de boodschap niet helemaal is aangekomen.

Je voelt daar boosheid over, frustratie, verdriet.

Wie van jullie heeft nog het geduld om te zoeken naar verschillende bewoordingen om het aan te laten komen?

Weinig handen blijven nu over.

Dat snap ik.

In al mijn vorige banen was mijn hand bij de eerste vraag al niet eens omhoog gegaan. En zelfs nu, in het team waar ik me zo veilig voel, zou ik dit nog bloedspannend vinden.

Toch heb ik gisteren en vandaag (1-11 en 2-11) kinderen juist dit zien doen. Naar een begeleider. Gisteren kwamen we er niet uit. En ook al waren hun woorden op, de kinderen waren vastbesloten dit op een goede manier af te ronden. Dus gingen we vanmorgen verder.

Nog een vraag.

Wie van jullie durft klachten van zijn klanten in ontvangst te nemen?

Ja, natuurlijk, veel handen. Want dat moet. Wordt je wijzer van, toch?

Oké, maar nu gaan die klachten precies over dat stukje waar je trots op bent. Ze gaan over iets waar je zelf naar eer en geweten gehandeld hebt. Ik noem maar eens een voorbeeld: Je bent coach, en je klant geeft aan dat hij zich niet gehoord en gezien voelt door jou. Het komt als verrassing, omdat je dacht dat het juist zo goed ging.

Dat!

OEPS!

Auw!

Wie durft in contact te blijven?

Buiging voor de handen die nu nog in de lucht zijn.

Buiging voor mijn collega die in contact bleef.

En leerde.

Kippenvel van trots, terwijl ik dit schrijf. Omdat ik er bij mocht zijn. Omdat ik op een school werk waar dit kan.

 

P.S. In het begeleiden van dit proces gaf ik aan hoe trots ik op ze was. Een andere collega gaf me achteraf aan dat ik dat helemaal niet had hoeven doen, een hart onder de riem steken. Die kinderen stónden al. Ze hadden het helemaal niet nodig van mij om dat te benoemen. Ze had gelijk. Dat was mijn OEPS.

En ja, hier mag het. Trots zitten doen. Ze hebben het allemaal gelezen en goedgekeurd, dit stuk.

 

Waarom het lerarenregister de verkeerde dingen registreert

In een vakantie is er weer afstand. Tijd voor reflectie.

Reflectie is bij mij vaak beseffen wat ik weet,

of weten wat ik besef.

Nou ja, hetzelfde, maar dan anders. Dingen die weer langs komen en zich nu vanaf een andere kant laten bekijken. Zo vreemd en toch zo vertrouwd.

Deze bijvoorbeeld:

Zijn of doen

Waarom toeschouwer zijn meer is dan je denkt

over proactief zijn en andere flauwekul

 

http://jacobjanvoerman.nl/hoe-mooie-systemen-waar-je-niet-zonder-kunt-toch-een-valkuil-kunnen-zijn/

Zie je. Ik heb er vaak genoeg over geschreven.

Zijn is belangrijker dan doen. En ik blijf maar doen.

De afgelopen weken heb ik lessen voor mijn kiezen gekregen. En al deze lessen wijzen dezelfde kant op. Mijn zijn is belangrijker dan ooit. Wie ik ben is van oneindig veel meer belang dan wat ik doe.

En het is niet eens OF OF.

Ik hoef alleen maar dat wat ik doe voort te laten komen uit wie ik ben.

Als leraar moet ik niet gaan doceren. Ik hoef alleen maar voor te leven. Ik hoef er alleen maar helemaal te zijn met alles wat ik ben. Als ik mijn hele zelf kan toestaan, maak ik ruimte voor alle kinderen.

Mijn hele zelf.

rafelranden-1

Mijn hele zelf is alles. Ook mijn rafelranden. Ook alles wat ik niet wil.

Dan praat je over acceptatie.

Ja, dat blijft een lastige . . .

. . . met die twee c’s.

Maar wel belangrijk, want alles wat ik van mezelf niet kan accepteren, projecteer ik op mijn leerlingen.

Dáár ligt het echte grote werk.

Dat past in geen lerarenregsister.

 

Dat is wat we nu doen in ons team. Echt onze eigen verantwoordelijkheid oppakken, Niet langer voor elkaar zorgen. Niet langer de ballen vangen die een ander laat vallen. Elkaar steunen is niet elkaars problemen overnemen. Elkaar steunen is elkaar accepteren, met onze fouten.

Ik kan je zeggen dat dit een pittige is, en ik moet de eerste nog tegen komen die dit aanbiedt aan leraren.

O wacht. Het is er al.

Kan zij dan geen accreditatiepunten krijgen voor dit traject?

Lees: http://www.ankewiersma.nl/teamontwikkeling-21st-century-skills/

 

Intussen, op de Vallei

Voor het eerst sinds weken kijk ik weer eens in mijn twitter timeline en op facebook. En voor het eerst sinds 13 augustus schrijf ik op mijn blog.

Gos ja. Daar lag heel veel van mijn leven. Hoe anders is dat nu, mijn off-line leven slokt alles op.

Nee.

Je krijgt geen verhaal van mij over de nepheid van het digitale leven. Online vriendschappen, online contacten, verhalen die gedeeld worden. Allemaal waren ze echt voor mij, zijn ze echt. Voor mij en voor heel veel mensen. Niks neps aan.

En nu ik bekende namen langs zie komen, krijg ik de behoefte om weer eens te delen wat er hier allemaal gebeurt.

Maar dat kan helemaal niet.

Er gebeurt zo vreselijk veel, en 99% is te kwetsbaar om in de openbare ruimte te gooien. Omdat het met anderen te maken heeft.

De grote lijnen:

We hebben het gehaald. De vallei is geen startende school meer, maar een officieel erkende school. We horen opeens bij de gevestigde orde.

Maar om daar te komen hebben we een pact met de duivel gesloten. Toen ik twee jaar geleden op de Vallei kwam, hadden we 70 leerlingen. Nu zijn dat er 196.

Een veel te snelle groei, maar een groei die nodig was om serieus genomen te worden. Ons nieuwe gebouw is nog steeds te klein, en nu pas, na een jaar gaat de gemeente mee werken aan oplossingen. We waren tot 1 oktober die startende school, die nog geen echt bestaansrecht had. “Misschien gaan ze wel weer weg, dan is al dat geld voor niets geweest”, zullen ze gedacht hebben.

Kijk dit is één van die dingen waarom het zo lastig schrijven is. Als de gemeente mee leest worden ze misschien wel boos dat ik dit zo schrijf. Nu werken ze fijn mee, maar blijven ze dat doen, als ze boos zijn?

Zelfs als je met je hele ziel en zaligheid iets doet wat écht klopt, waarbij je geen water in de wijn hoeft te doen; zelfs dan loop je tegen politiek geschipper op. Zelfs dan wordt je gedwongen keuzes te maken tussen slecht en slechter.

Ons pact met de duivel. Accepteren dat we te snel groeien, en met te veel kinderen in een te kleine school zitten, met (nog) te weinig begeleiding. En dat in een schoolsysteem dat heel veel zelfstandigheid van kinderen vraagt.

Pijn, levert dat op. En van pijn groei je, maar hoeveel pijn staan we toe?

Elke dag opnieuw worden we hier mee geconfronteerd. Naast de prachtige dingen die er gebeuren, zijn er de verdrietige dingen. Die pas achteraf prachtig blijken te zijn.

Eén van onze grote krachten is dat we steeds opnieuw de schoonheid kunnen zien van alle processen. En soms kunnen we dat niet, omdat die vraag zich blijft opdringen: hoeveel pijn staan we toe? En als we daar té veel op focussen, zijn we dan aan het reageren vanuit angst?

Zie daar het smalle pad waarover we wandelen. Met onweersbuien en de zon die doorbreekt.

Soms vliegt het me naar de keel. Maar nog steeds heb ik vertrouwen. In ons allemaal, en in het proces. Nog steeds kan ik overdonderd worden door de zon die doorbreekt achter die donkere wolk. Soms voel ik in het moment zelf hoe prachtig het achteraf zal zijn. Dat voelt als uitstijgen boven jezelf.

Als ik die zon voel, lijkt alles vanzelf te gaan, maak ik de mooiste momenten én conflicten tussen kinderen mee, met de daarbij behorende processen. Processen waarbij ik kinderen ter plekke zie groeien.

We hebben voor kinderen de moeilijkste school van Nederland, denk ik wel eens. maar *KRACHTTREM* , wat leren deze kinderen veel. Wat zijn ze vaak al verder dan veel volwassenen ooit zullen zijn. (Want ook dat zie ik weer, in de marges van social media, het kleinzielige gelijk halen).

Voorbeeld van dat leren? Kinderen zijn bij ons écht betrokken in het sollicitatieproces. We moesten kiezen uit twee kandidaten die we beiden echt zagen zitten. Geen 50/50 maar 100/100. De sollicitatiekring heeft de knoop door moeten hakken, en de kinderen die er in zaten hebben gevoeld hoe het is om iemand af te moeten wijzen. En wat gingen ze daar volwassen mee om. Diepe buiging.

Dit dus.

Te belangrijk voor 140 karakters of een facebookpost; te dichtbij nog, om over te bloggen.

We doen het onmogelijke. We voelen aan den lijve hoe onmogelijk het is, en we blijven het doen.

Heel heftig.

Heel mooi.

 

Focus

Focus.

Twee dingen maar dit nieuwe seizoen.

De Vallei en een boek schrijven. Beiden met stip op één. Ik heb al mijn andere bemoeienissen stopgezet. Lezen doe ik daarnaast. En quotebridies maken. En mooie dingen doen met mijn gezin, in de vakanties.

Dus dit blog kan best eens heeel rustig worden. Want mijn schrijven gaat ergens anders in zitten.

 

Paniek is voor junkies

Jíj weet dit al lang natuurlijk.

Maar voor mij is het nieuw. Vierenvijftig jaar, en nu pas ontdekt.

Je hoeft helemaal niet in paniek te raken, dat helpt helemaal niets.

Ziejewel? Je wist het al. Een dikke grote Duh!

Maar wat een openbaring voor mij. Wie wat bewaart die heeft wat.

Al voor de derde keer gebeurt er iets waar ik normaal van in paniek raak. De eerste keer was ik mijn sleutels verloren, de tweede ben ik zelfs alweer vergeten, en de derde keer liet ik het het alarm van ons schoolgebouw af gaan.

Alle drie keren bleef ik kalm, en besefte ik dat de wereld niet verging, en kon ik rustig nadenken over wat ik kon doen.

Ik voelde ook de weemoed van mijn verraad. Paniek leek altijd zo’n passend antwoord op deze situaties. Maar de situaties voelden zich, verrassend genoeg, niet minder serieus genomen door mijn kalmte. En dát was de openbaring, dat ik in de kalmte toch de volle ernst van de situatie besefte. Beter zelfs. Die paniek was er waarschijnlijk ook als een soort verdoving.

Nu is het kwestie van doorgaan met afkicken.