De kracht van de knuffel

DSCN1095

 

“Je krijgt morgen een pop op je verjaardag”, Jacobs broer keek hem uitdagend aan. Zijn schrik verdween meteen weer, toen Jacob die blik zag, het was dus een grapje.
“Ha, die gooi ik toch weg!” zei hij stoer.
“Dat zou ik heel jammer vinden, want we hebben hem zorgvuldig uitgezocht”, Jacobs vader deed vaak net alsof hij sliep, in zijn lekkere stoel, maar hij hoorde altijd alles. Dat merkte je nu weer, aan zijn opmerking. Vader maakte vaker grapjes, dus Jacob was niet ongerust.

Dat werd hij wel toen zijn moeder er zich mee bemoeide: “Je vindt het vast een leuke pop.”
Zijn moeder was juist helemaal géén grapjesmaker. Hij had een hou-die-arme-jongen-niet-zo-voor-de-gek opmerking verwacht. Hij zou toch niet écht . . .

Die nacht sliep hij slecht, en die ochtend kreeg hij zijn pop. En wat was hij er, tegen alle verwachting in, blij mee. Want het was een poppenkastpop. Als onderdeel van een echte poppenkast, die zijn vader helemaal zelf getimmerd had. Een pop en toch geen pop.

En toch ook weer wel een pop.

Want de pop, een varken, werd zijn knuffeldier. Liefde zit op onverwachte plekken.

Ze waren onafscheidelijk, Jacob en zijn knuffel. Woordeloos hadden ze mooie gesprekken. Zijn knuffel begreep hem zoals niemand anders dat kon. Hij hoefde hem maar aan te kijken, en hij kon alles lezen in die blik. Altijd was er vertrouwen te lezen, en troost.

De knuffel bleef in zijn bed tot hij op kamers ging. Dat was toch echt een moment van afscheid. De knuffel bleef alleen achter in zijn ouderlijk huis, en het voelde als verraad.

Toen kwam de grote mensen wereld en zo, en hij vergat zijn knuffel.

De troost was nu niet meer zo dichtbij. Hij had die troost zo nodig, omdat hij vaak afkeurende blikken kreeg, terwijl hij toch zo’n vreselijke best deed om zich aan te passen.

Later, toen de pop al lang gestorven was, vervilt, vergaan, besefte hij dat hij zijn ziel in de knuffel gelegd had. Zijn eigen ziel. Met dat besef kwam de troost weer terug. Als een diepe innerlijke stem.

“Psst”, zei de stem: “Weet je die blik van je knuffel nog? Waar je alles in kon zien? Dat was jij, die het er in kon leggen. Jouw eigen vertrouwen. Die kracht heb je, dat weet je nu. Waarom zie je al die afkeurende blikken? Waar denk je dat die vandaan komen? Jij, die van alles gelezen hebt over projectie. Heb je dan nooit de kracht ervan ervaren?”

Hij wist het nu, en toch . . .

“Maar wat nu als ik leeg ben?”, vroeg Jacob: “Als ik alleen nog het donker in mezelf kan zien? Die buien blijven komen. En de projectie smijt ze als boomerangs naar buiten.”

“Je moet niet al die zelf-hulp boeken geloven die zeggen dat je het alleen kunt doen”, zei de stem: “Want dan denk jij, dat je het ook alleen móet doen. En dat is dom. Waar heb je anders nog vrienden voor? Zij zijn het, die je vuurtje weer aan kunnen blazen, als het bijna uit is.”

 

De stem van knorrepoet werd mijn interne fan.

 

20 thoughts on “De kracht van de knuffel”

  1. Jacob Jan, ’t is dat jij die verhalen die je schrijft het beste zelf kan vertellen, anders vroeg ik jou of ik ze mocht gaan vertellen! Deze is ook weer zo zuiver als jezelf! Dank je wel.

  2. Alleen zijn
    Omgeven met je pijn
    Het gevoel van eenzaamheid
    Dat je tot je spijt
    Niemand naast je hebt staan

    Het altijd alleen willen doen
    Geen troost of hulp durven vragen
    Omdat je voor je gevoel
    Altijd een last bent

    Zonder anderen lukt het echter niet
    Accepteer, omarm, geniet

    Een van de eerste keren dat de woorden niet uit mijn vingers vloeiden maar ik eerst de tranen terug moest dringen…

  3. Raakt… “Kan t zelluf” zegt mijn stemmetje veel te vaak. Hoe vaak ik ook innerlijk weet “samen is veel sterker”!

Laat een reactie achter op Liesbeth. Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.