Wat een verschrikkelijk cliché.
Maar elk cliché verandert in iets levends als het je aanraakt.
Ze waren er toch een beetje bij, mijn ouders gisteren.
In de zaal zat veel vroeger.
Mijn buurmeisje uit Beetsterzwaag, uit mijn Jip en Janneke tijd, zeg maar.
Vrienden van mijn ouders.
Jan, uit Wageningen, mijn oude studentenflat.
Maar mijn ouders zijn al dood, en konden niet komen kijken.
Ik geloof niet in een hemel, als een soort balkon waarop mijn ouders zaten mee te kijken.
En toch waren ze er. Mijn moeder die altijd uitgesproken trots was op haar kinderen (letterlijk, dank mam, dat je het zo vaak hardop zei). En mijn vader die voor mij als kind al een theater voor me bouwde.
De vooruitziende blik van jouw vader c.q. zijn droom voor jou, werd in jou toch werkelijkheid …?
ja, bijzonder he?
mooi!
Mooi. En ontroerend.
Goh, dat theater. Wat zag die man de dingen toch altijd scherp!
Ik geloof ook niet in zo’n extra balkon maar wel in het voelen van de geest van mensen zoals mijn moeder en een hele goede vriendin. Ze krijgen de highlights van me absoluut mee!
Mooi!
En ja, anders dan jij ik meer dan geloof in het feit dat wij blubs bewustzijn zijn die eens onze vorm loslaten, zonder balkonnetjes, edoch bewustzijn is bewustzijn alom aanweziggelijk Fijn!