I think it pisses God off if you walk by a colour purple in the field somewhere and don’t notice it.
The colour purple, Alice Walker
Het boek kwam per ongeluk bij me. Ik was in Amsterdam op een zondag (ik weet niet eens meer waarvoor), liep door de winkelstraten, en zag tot mijn verbazing dat de Engelse boekwinkel open was. Het boek was nog niet verfilmd. Ik weet ook niet meer waarom het boek me opviel, maar ik kocht het.
Ik was toen erg van andere culturen en heftige verhalen. (Ik denk dat ik net “The bone people” van Keri Hulme uit had.)
De zin hierboven zit al jaren in mijn hoofd.
Niet voor niets, denk ik.
Ik ben toeschouwer.
Ken je dat? Dat je zoekt naar je kern? Dat je probeert met één woord te vangen wat je hier komt doen op deze aarde. Soms vind ik het onzin. Soms doe ik mee. Als ik mee doe is mijn woord ’toeschouwer’.
Ik voel me Saliéri in de film Ammadeus. Hij werd verteerd door jaloezie, omdat hij, die in zijn botten voelt hoe geniaal Mozart is, hij die als enige snapt wat er gaande is in die muziek, zelf een middelmatige musicus is.
De jaloezie heb ik niet (meer).
Het weten, het zien en het voelen heb ik wel. De schoonheid van de wereld komt vaak overweldigend binnen.
En dan denk ik: “Wat fijn dat er tenminste iemand is die het ziet, voelt, waardeert.
Misschien is dát wel mijn functie.
Ik ben het riet dat trilt op jouw adem.
Jij bent de klankkast voor mijn snaren.
Ik ben het stofdeeltje dat glinstert in jouw zonnestraal.
Jij bent het lakmoes van mijn hart.
Jij bent mijn spiegel, ik jouw schaduw, echo voor elkaar.
Ik dicht jouw tederheid.
Jij danst mijn verlangen.
Ik schilder jouw moed met felle streken.
Jij zingt zacht mijn ongesproken woord.
Wij zijn allen podium en tempel.
Ons wezen is
toeschouwer en artiest,
in beide zijn wij schepper.
Dat is een indrukwekkend mooie tekst, Jacob Jan! Dat gedicht, komt dat van jou? Dan een grote pet af! Ik laat het nu tot mij doordringen, vertaal het naar mijn gevoel, ga het straks opzoeken, geef het door.
Dank je Piet. ja het gedicht is van mij.
Kon ik slechts toeschouwer zijn
de wereld aan mijn voeten
raakte ik wellicht de adem van God
Kon ik maar het oker zijn
zonder de krimp te baren
van het vergaan in herfst en blad
Maar alles raakt en doet mij pijn
dus zal ik nooit toeschouwer zijn