Ik dacht eerst dat het er maar eentje was.
De leerling zelf.
en toen beseft ik dat er nog een was.
Die zelfde leerling, over – pak hem beet – 10 tot 20 jaar.
Dat zijn ze.
De mensen waar je rekening mee moet houden in het onderwijs.
Ouders?
Dat zijn geen opdrachtgevers, dat zijn co-partners. Mede aannemers.
De maatschappij?
Hallo!
Dat zíjn die leerlingen, over – pak em beet- 10 tot 20 jaar
De leerling over 10 tot 20 jaar. Dat bestaat uit twee componenten.
De leerling
en die 10 tot 20 jaar.
De leerling weet alles over de leerling.
Wij weten een heel klein beetje over die 10 tot 20 jaar.
Even voor de goede orde, niet over hoe de wereld er dan uit ziet. Daar weten we jack-shit over. (Sorry voor de Amerikaanse uitdrukking, ik heb net een Stephen King boek gelezen). We weten alleen iets over wat die 10 tot 20 jaar met je kan doen. Ervaringsdeskundigheid, meer niet.
En ja, we weten van alles over de wereld. De wereld zoals die nu is. Maar hoe weten we dat wat we weten ook is wat er nodig is?
Daar zouden we best een beetje bescheidener over mogen zijn.
Tijd om te beseffen wat we allemaal niet weten.
Misschien moeten we dáár een vak van maken.