gedachten over gedachten over gedachten

Andere bloggers zullen dat herkennen.

Dat je boven jezelf in de lucht hangt, en mee leest terwijl je schrijft.

En misschien zelfs dat dáárboven weer een andere versie van jezelf hangt, die gedachten heeft over degene die daarboven hangt.

En nu is er een derde die zich af vraagt wat die twee er van vinden dat ze hier zo open en bloot worden voorgesteld op dit blog.

Als ik lekker bezig ben, ga ik in no time meerdere lagen diep. Ergens stuit ik op een laag die de eerste laag weer in de staart bijt.

Soms heb ik lol met dat spelletje, dan stijg ik tot grote hoogten, en zitten er geweldige vondsten in, die ik jammer genoeg ook zo weer kwijt ben.

Andere keren werk ik mezelf er flink mee de grond in.

Het is er altijd. Het is iets dat ik niet uit kan zetten. Terry Pratchett schrijft in “The wee free men” over second-thoughts en third en fourth thoughts. Wat een feest van herkenning. (Aanrader!, de hele Tiffany serie, het zijn er vier)

 Ik kan me dus uitstekend met mezelf vermaken (of me zelf vreselijk goed in de weg zitten).

En ik kan dus ook een beetje afwezig over komen. Eh.. dat is niet overkomen, dat is dus gewoon afwezig zijn, bedenk ik nu. Ik schreef daar hier ook al over, en hier.

“Okee, waar wil je nu naar toe?” vraagt de tweede gedachte.

“Is het handig om de vraag van de tweede gedachte er in te zetten?”, vraagt de derde gedachte.

“Je blijft hangen bij de vraag van de tweede gedachte, merk ik” zegt de vierde gedachte.

“Dit is een beetje je handelskenmerk aan het worden. Wil je dat?” vraagt de vijfde gedachte?

“Weet je zeker dat hier een hiërarchie in zit? Zijn dit niet gewoon gedachten ná elkaar in plaats van over elkaar? ” zegt de zesde gedachte.

“Misschien ben ik wel niet de zesde gedachte, maar gewoon weer de tweede gedachte”,  zegt de zesde gedachte.

“Hé je blijft me stugweg de zesde gedachte noemen!”, zegt de tweede gedachte.

De zevende gedachte zegt: “Als jij aan geeft dat de vorige zin gezegd wordt door de tweede gedachte, dan geef je daarmee de zesde gedachte gelijk,  dat hij eigenlijk de tweede gedachte is. En dus geef je de tweede gedachte gelijk, want de zesde bestaat niet. “

De achtste gedachte zegt: “Dit snapt geen hond meer, zou je niet stoppen?”

De negende gedachte zegt: “Jij bent niet de achtste, want de zesde bestaat niet, dus ben je de zevende. O, verrek dan ben ik zelf ook niet de negende gedachte. . . . Hah! Ik was je voor. Jij wilde een tiende  gedachte (die geen tiende gedachte is) in stelling brengen om te zeggen dat ik dan ook geen negende gedachte ben, en nu heb ik het zelf al  gezegd. Ik ben in ieder geval de snelste gedachte.”

Ik ben de tel kwijt, maar ergens is er iemand die zegt dat het zo wel genoeg is geweest, en die heeft gelijk.

Kon je het niet volgen?

Ik kan het altijd perfect volgen.

Tot het stopt.

Dan raak ik met terugwerkende kracht het overzicht geheel kwijt. 

Ik stop met schrijven. (Ik heb nog niet eens alles geschreven wat er in me op kwam)  

Misschien ben jij al eerder gestopt met lezen.

(Nee joh, anders zouden ze dit niet lezen.)

Maar mijn hoofd stopt bijna nooit. Dit soort cirkels draaien meerdere malen per dag door mijn hoofd.

Vroeger had ik daar dan nog weer oordelen over. Dat ik te veel in mijn hoofd zat. Dat ik mijn hoofd moest leeg maken. Niet denken. Nee niet niet denken … wel denken maar dan ook weer laten gaan. Aarden. Nee niet denken aan aarden, maar gewoon doen. Nee niet gewoon, doen. 

Tegenwoordig heb ik er gewoon lol mee, behalve die enkele keer dat het op hol slaat.

 

9 thoughts on “gedachten over gedachten over gedachten”

  1. Haha, heel leuk stuk. Ja, maar… denk denk… volgens mij zijn het opeenvolgende gedachten. Schrijven gaat niet lineair maar meer voor- en achteruit. En dan nog een stukje verbeteren enzo. En het mooie is dat je achteraf niet meer weet hoe het tot stand kwam, maar het is er.
    De enige manier om de orde te bewaken is steeds opnieuw het hele stuk lezen. Geloof ik.

    1. ja daar was wat onenigheid over hier, of het nu opeenvolgend was of niet.
      er was ook nog een gedachte die zei: “je moet dit nog slimmer in elkaar zetten straks” en de reactie daarop was : “nee juist niet, laat het zo staan”.

  2. Wordt dit ook niet twijfel en trots genoemd?

    Je twijfelt over waar je trots op bent en als je minder trots wordt, haalt je twijfel je over om niet zo te miepen en net wanneer je er weer begint te geloven dan slaat die twijfel je weer in het gezicht dat je niet zo naast je schoenen moet lopen waarna trots begint te huilen en twijfel niet ander kan dan trots te troosten…

    Zoiets?

    1. schuld en trots, die zitten hier als gevoel niet bij.

      bovenstaand ‘gesprek’ heeft geen schuldgevoel, en geen trost gevoel in zich.
      “is dat waar?” vraag ik mezelf af?
      “grotendeels” , is het antwoord. Er speelde een “wordt dit wel zo leuk, als ik wil dat het wordt? ” mee, die ik al schrijvend terzijde legde met “het wordt wat het wordt”.

      Als de schuld/angst spiraal echt in werking treedt, dan krijg je dit: http://jacobjanvoerman.nl/beest/

Laat een reactie achter op Jacob Jan Voerman Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.