Ik luister naar papa, naar JJ en naar Jacob Jan.
Papa:
Elke korte “TADA!” klank doet mij opkijken, zoeken naar kinderen die oogcontact willen maken. Dit systeem is zo verfijnd dat het alleen aan staat in situaties waar mijn kinderen aanwezig kunnen zijn.
Kunnen, ja. Want als ik geconcentreerd bezig ben (blogjes schrijven bijvoorbeeld) kunnen hele hordes mensen de kamer in en uit lopen zonder dat ik dat merk.
JJ is ook simpel. Twee EE klanken achter elkaar. Ook hier weet ik meestal van te voren of ik mij in een gezelschap bevind dat JJ als aanspreektitel gebruikt, of niet.
Jacob Jan zijn drie lettergrepen. AA <onbestemd> A, is genoeg om mijn hoofd omhoog te krijgen.
AAAAA <onbestemd> A , dus een langgerekte eerste lettergreep, betekent dat ik al een aantal pogingen gemist heb. Opkijken betekent in dat geval een geïrriteerde blik ontmoeten. Niet opkijken is geen optie, heb ik inmiddels door. Ik heb goodwill nodig om mensen zo gek te krijgen dat ze zaken blijven herhalen. Zonde om die goodwill te verspillen.
Je moet er wat voor over hebben om je roeping niet te missen.
Want laten we welzijn. Want roeping klinkt wel heel groots en meeslepend, het wezenlijke van onze roeping is natuurlijk gewoon contact maken met anderen.
de roeping van een slechthorende http://t.co/FcfcOhzk
RT @jjvoerman: de roeping van een slechthorende http://t.co/FcfcOhzk
zelfs in het kraken van een zak chips kan ik een “papa’ horen. http://t.co/dRSlHFtu
Mooi stukje.
Je roeping.. dubbelzinnig gebruikt he? Of eigenlijk enkelzinnig, alleen als grap. Dubbelzinnig ware leuker.
eens
‘Zelfs in het kraken van een zak chips kan ik een ‘papa’ horen.’http://t.co/ZBfhGCck RT @jjvoerman