Er bij willen horen en toch uniek zijn. En dan ook nog leuk uniek zijn, natuurlijk.
Dat het een troost is dat je merkt dat andere mensen net zo uniek zijn als jij.
Maar ook een domper.
Het wordt tijd dat ik de verbondenheid die ik soms kan voelen wat breder maak.
Dat ik de verbondenheid niet beperk tot de mensen waarbij ik herkenning en erkenning kan vinden.
Dat ik mijn “uitgesloten voelen” heel.
Want vanuit dat “uitgesloten voelen” bouwde ik mijn eigen vesting. Om de pijn niet te voelen maakte ik er een speciale plaats van. Als een kind die zich een hut bouwt. Alleen toegankelijk voor zij die het geheime wachtwoord kennen.
De vraag is, heb ik het nog nodig, mij speciaal te weten?
Mag ieder ander net zo speciaal zijn, zonder dat mijn speciaal zijn daar onder lijdt?
Ik denk dat ik er aan toe ben om dat te kunnen voelen.
Het is immers niet meer dan het inzetten van de gave van het plaastvervangend genieten.
Als ik mij verbonden voel met jou, dan is jouw gave ook mijn vreugde. Met de kinderen op de Vallei lukt dat al. Maar het kan nóg breder. Ik kan trots zijn op alles wat er in de wereld gebeurt, omdat het mijn wereld is.
En waarom niet?
Mijn hart is ruim genoeg.
Dit is een nieuw soort bescheidenheid die voorbij gaat aan de zelfontkennende bescheidenheid.
Dat is heelheid voelen.
Mijn antwoord op jouw vraag is JA! Maar.. we krijgen zelden wat we nodig hebben. Bekende en/of beroemde mensen krijgen het speciaal gevoel vaker op een presenteerblaadje dan de onbekende. Het maakt onze tekortkomingen minder belangrijk. Omdat wij willen zijn als God, zijn we voortdurend bewust van ons falen. Volgens mij ben je pas’dan geslaagd als je elke dag jubelend tegen je spiegelbeeld roept.. ‘Ja ik ben een kneus hoera!
Ja, is ook. Mijn stap is denk ik niet om het nooit meer nodig te hebben , maar om er minder afhankelijk van te zijn.