De wind klaagt en kreunt.
Hij zucht en hij steunt.
Hij heeft zo’n verdriet
omdat niemand hem ziet.
Snoeven en snuiven,
waaien en wuiven,
blazen en hijgen,
om aandacht te krijgen.
Want hij weet nooit
wat jij van hem vindt.
Jij ziet wat hij doet,
maar je ziet nooit de wind.
Om te weten
wat hij bedoelt
wil de wind
dat je hem voelt.
wat mooi toch weer