ouders

Mijn ouders.

Ik ga nog even door over vroeger, het thema van @ruudketelaar. (hier)

Zoals ik ze zag dan. In gesprekken met mijn oudere broer Peter, merk ik dat ik nog al wat blinde vlekken heb hier en daar. Dat ik romantiseer, of andere keren juist te hard oordeel. Het zij zo. Dit is mijn verhaal. En ook al klopt dat niet met de werkelijkheid, het is wel waar.

Ik denk dat ik trouwens voor alle drie broers spreek als ik zeg dat we vooral fijne ouders hadden. Laat dat even gezegd zijn.

Ubbo, mijn vader kon alles, dacht ik. Hij maakte voor mij een prachtige houten poppenkast. “Theater JJV”, stond er boven. (Hij kende mij dus beter dan ik dacht, daar wees Peter mij een keer op.) Zag hij in mij de dromer die hij zelf niet meer kon zijn? Eigengereid was hij. Non-conventioneel. Hij kon ontzettend hard mopperen op alles wat in zijn ogen niet deugde.

Hij was de eerste kinderrevalidatie arts van Nederland. Een nieuwe discipline. Daarom werd hij directeur van Lyndenstein, kinderrevalidatiecentrum in Beetsterzwaag. Ik heb eens gegoogeld. Ik kwam in een verhaal tegen van een van de medewerkers tegen die zei: “Je had God, Ubbo, dan een hele tijd niks en dan het personeel”. Ik vermoed vanwege zijn eigenwijzigheid.

Ik had hem graag nog veel willen vragen. Hoe ging hij om met zijn onzekerheid? Waar moest hij met zijn creatieve kanten naar toe? Deze zoon en kleinzoon van schilders?

Ik vermoed dat hij wat mij betreft op twee gedachten hinkte: Mij mijn eigenheid gunnen, maar ook niet willen dat ik een buitenbeentje werd. Hij steunde mij toen ik niet naar het Gymnasium wilde. Mijn moeder was wel zo ambitieus dat ze meer had willen pushen.

Wat ik van mijn vader bewaar is zijn ruimhartigheid, en ruimdenkendheid. Niet goed thuis in grote groepen, maar 1 op 1 onvoorwaardelijk. Ook in zijn liefde voor zijn kinderen. Die heb ik zo kunnen voelen.

Jennie. Mijn moeder. Een Drent. Uit de turf getrokken. Studeerde geschiedenis en kwam in Groningen mijn vader tegen. Mijn moeder was presidente van het vrouwelijk studentencorps Magna Pete. Ze hechtte meer aan status dan ik dacht. Mijn broer vertelde dat ze best graag een bordje met Drs. Voerman op de deur had gewild. Maar mij vader zei: “Over mijn lijk!”. Die kant kende ik niet. Ik zag de moeder die er voor iedereen wilde zijn, en ook was. Voor alle leerlingen met problemen, voor alle collega’s met problemen, voor alle kennissen met problemen. Er werd wat afgehuild aan onze keukentafel.  Ik heb wel eens gedacht: “oh mijn god die weer”. Omdat ik wist dat ik dan mijn moeder kwijt was voor een middag. En als ik met haar door de stad liep werd ze om de haverklap staande gehouden door dankbare ex leerlingen. Ze had een zwak hart, maar ook een groot hart.

Dat creatieve kant van mijn vader zocht een uitweg. Hij had altijd interessante, wat aparte vriendinnen. Met één er van kreeg hij een verhouding.

Mijn moeder had kreeg een plastic hartklep. Zou ze gedacht hebben: “Als ik dood ga is er tenminste iemand voor Ubbo” ? Of had ze door haar hart en de operatie gewoon geen puf om er tegen te vechten? De verhouding bleef. En ook het huwelijk bleef bestaan. Jaren 70. Alles moet kunnen. Ik heb jarenlang gedacht dat het kon. De spanningen die ik voelde heb ik ver weg gestopt. “Hier klopt iets niet!” moet ik gedacht hebben. Als een ware cognitief therapeut heb ik daar andere gedachten voor in de plaats gezet.

Toen mijn ouders een boerderij kochten in Oldeberkoop, werd het voorhuis daarvan ook verbouwd. En daar ging Marjolein wonen. Ik kon goed met Marjolein opschieten. Ze was anders. Had tegendraadse ideeën. Had een uitgesproken mening. Ik kan me de poster herinneren, met een spiegel. “Ooit een normaal mens ontmoet? En, hoe beviel het? “Ik vond dat wel stoer. Ik hield van tegendraads. Dat maakte mij bijzonder in plaats van een loser.

Later werd het contact met Marjolein minder. Omdat ik voelde dat die uitgesproken mening zich tegen mij keerde. Ik had namelijk geen idee wat ik wilde. Had een vage studie in Wageningen gekozen, en leek de eeuwige student te worden. Ik denk dat Marjolein mijn ouders te lief vond. Ja, mijn moeder zat me wel op de nek, maar hoe harder zij dat deed, hoe minder ik me daar van aan trok. Ik was inmiddels erg goed in mijn kop in het zand steken. Ik kwam laatst een briefje van mij  vader tegen: “Je mag wel eens wat liever tegen je moeder doen. Ze is alleen maar bezorgd.”

Een soort van drie ouders dus. Waarvan er nog een leeft. Marjolein. Die ik te weinig zie. Ook omdat er veel onuitgesproken is gebleven. Ook iets dat ik dit jaar anders ga doen. Op de verjaardagskaart van haar stond de wens om mij weer eens te zien.

 

 

 

5 thoughts on “ouders”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.