Goh, stap ik zo maar in een voor mij onbekende wereld.
Een wereld die ik zelfs een beetje van me af gehouden had.
Omdat het ruikt naar tupperware party’s.
Ik was vanmorgen op uitnodiging bij een netwerkbijeenkomst.
Niet zo maar eentje, maar een vaste club mensen die (volgens mij naar Amerikaans model) elke week bij elkaar komen, en elkaar actief leads en opdrachten toespelen.
Deze: http://bni-utrecht.nl/utrecht-noviomagum/index.html
Ik heb daar vragen bij.
Vragen, geen bedenkingen. Want ik heb mijn (voor)oordeel opgeschort.
Wat ik er goed aan vind:
– Het is een plaatselijke club. Ik houd erg van mijn netwerk op twitter en via mijn blog. Wil niet zonder. Maar wat ik mis is een plaatselijk netwerk. Mensen met wie je binnen de regio zelf aan de slag kunt. Dat is ook één van de redenen dat ik me in geschreven heb voor het maatjesproject , en het coachproject. Dat zijn, zeg maar, de participatiemaatschappij dingen. En nu ga ik dus ook de zakelijke kant binnen de regio maar eens op pakken.
– De club mensen steekt er energie en tijd in, om elkaar goed te leren kennen. Want je kunt natuurlijk niet zo maar iemand doorverwijzen. Mooi, dat commitment. Elke week elkaar zien.
Mijn vragen:
– Ga ik nu mijn andere netwerk, een netwerk dat bestaat uit vrienden (en waarbij ik de naam netwerk helemaal niet vind passen), lastig vallen met verzoeken uit dit zakelijke netwerk?
– Hoe zit het met dat aanbevelen? Dat doe je toch alleen als je als klant zelf goede ervaringen hebt gehad? Of is het alleen in contact brengen? Of ..?
Ik denk dat ik er wel uit ben.
Dit netwerk gaat alleen werken als het vrienden worden.
Dat betekent dat het alleen gaat werken als ik volledig mezelf kan zijn, daar.
En als dat kan, dan kunnen het allemaal vrienden worden. De een wat beter dan de ander misschien, maar mijn overtuiging is dat iedereen de moeite waard is, als je de ruimte neemt om hem/haar beter te leren kennen.
En als het vrienden zijn, dan is dat ‘in contact’ brengen ook geen probleem meer.
Dat dacht ik. Maar ik stokte bij het schrijven van die zin.
Want daar zit iets.
Wat?
Geef me even tijd. Want ik zit al schrijvende te onderzoeken.
*Staart even uit het raam naar prachtige wolken*
Het heeft te maken met belangen. Met iets van iemand willen. Met daar naar vragen.
En dat is mijn achilleshiel.
Want ik besef nu dat ik dat nooit doe. Iets vragen. Tenminste niet als ik het kan voorkomen.
Ik heb nog een heel oud en vreselijk niet-werkend systeem in mijn hoofd en handelen. En oude systemen slijten langzaam.
De weegschaal.
Die altijd een beetje uit moet slaan in een ’tegoed’.
Hoe werkt dat?
Nou, niks vragen dus. In plaats daarvan geven. Aardig zijn. Als je het lelijk wil zeggen: “krediet op bouwen”. Dat krediet zorgt er voor dat ik me niet schuldig voel als mensen aardig naar mij zijn. Maar dat betekent wel, dat ik na ontvangst van zo’n aardige actie natuurlijk hard aan de slag moet om dat krediet weer aan te vullen.
En als ik een keer met een domme actie het krediet verspeel, heel diep door de grond zakken. Stilletjes achter in gaan zitten, hopend dat niemand je ziet. Wachten tot het ‘weer kan’. En dan proberen een paar goede beurten te maken.
Ik beschrijf het nu overdreven. Maar als ik heel eerlijk ben naar mezelf is dat hoe het werkt.
Werkte.
Want hier en nu neem ik ter plekke een besluit.
Als ik mezelf iets waar vind, dan kan ik ook ergens om vragen.
Dan wordt mijn geven steeds meer een geven om te geven, in plaats van geven om een krediet op te bouwen.
Ho!
“Niet al te streng zijn voor jezelf!”, spreek ik mij nu toe. Want mijn geven is al een tijd niet berekenend meer, zelfs niet onbewust . . . Durf ik dat met droge ogen te zeggen? Ja. Dat kan ik namelijk merken, aan het plezier dat ik er in heb.
Goed dan. Misschien ben ik dan ook klaar voor het weg gooien van dat laatste restje weegschaaldenken. Het niet durven vragen.
En misschien past zo’n zakelijke club, waarbij dat geven en nemen heel erg expliciet gemaakt wordt, daar wel goed bij.
En ook wel goed: expliciet maken wat je van elkaar wil. Duidelijk. (Nee niet doorzichtig, dat is zo’n troebel woord aan het worden.)
En nogmaals: ik ga daar erg mezelf zijn.
Ik heb als aangekondigd dat ze allemaal duidelijker moeten gaan praten.
En waar ik het al snel over zal gaan hebben, is of zo’n club niet wat maatschappelijks kan gaan betekenen voor de regio. Niet om krediet op te bouwen. Maar gewoon omdat het klopt, omdat het dan helemaal een fijne club mensen is, een club waar ik me bij thuis kan voelen. (Misschien doen ze dat al hoor, en weet ik het alleen nog niet.) In ieder geval is het een fijn netwerk voor de jongere die ik straks ga coachen.
*benieuwd wat ik hier morgen van vind*
Oja, en lieve vrienden. Als jullie een keer lastig gevallen worden met zo’n netwerkverzoek uit die club… gewoon nee zeggen, als het je niet bevalt. Wij blijven hoe dan ook even goede vrienden.
(Als je tot hier toe gelezen hebt, hoor je daar wel bij, bij die vrienden vind ik.)
Spannend!
yup ! comfort zone en zo 🙂
Heel herkenbaar! Ben ook net aangesloten bij zo’n netwerk 🙂
Veel succes en plezier!
Hoi Jacob Jan,
je hebt een mooi verhaal verteld, veel complimenten voor je in ontvangst mogen nemen.
Leuk dat je overweegt deel te nemen:-)
Groetjes, Anita
zodra netwerkers boekhouders worden haak ik af. Maar verder kun je haast niet zonder wil je optimaal presteren op je eigen (gemeenschappelijk) terrein. En daar is niets zakelijks aan en daar is niets mis mee. Wees jezelf, broeder, wees jezelf. Ik ben er van overtuigd dat jij dat niet anders zou kunnen.
Dank.
En nee, ik kan niet anders. Ik heb het vele malen geprobeerd, en het is evenvele malen mislukt.
Nu probeer ik het niet meer, aanpassen. En dat voelt goed.
Dus ik vind mijn weg om, onder, boven en dwars door het boekhouden heen.
Dag Jacob Jan,
hoe herkenbaar!
Als je er eens zó naar kijkt: ergens om vragen is iemand het goede gevoel gunnen iets te kunnen betekenen voor een ander.
Ja, ik vind het ook nog vaak moeilijk, maar het helpt me wel.
inderdaad, zo is het ook. mooi