lullen, lijm en olie

En toch mis ik het als slechthorende:

Loos lullen.

Kletsen zonder dat het ergens over gaat.

Die kletspraatjes zijn als lijm.

Het is wat mij met anderen verbind.

Zonder dat we heel diepzinnig iets hoeven te delen, is het maken van een grapje, het plaatsen van een loze opmerking de manier  om te zeggen: “ik ben er nog, jij bent er nog en we hebben iets met elkaar.”

Die kletspraatjes zijn smeerolie.

Om alles wat stroef loopt tussen mij en de ander te smeren.

Ik kan in al die tekst, alle misten en maren, hoewellen, desalniettemins, en trek-het-je-niet-aan’s kwijt. Klappen verzachten. Mijn onbedoelde onhandigheden verzachten.

Ik ben de lijm en de smeerolie kwijt.

Online kan ik met de lijm nog wel wat. Tweets die nergens over gaan, en toch bijzonder leuk zijn. Verbondenheid.

Die smeerolie werkt online juist helemaal niet. Veel te zwart op wit, al die tekst. Het staat er. En zeggen dat je het anders bedoelde is bijna onmogelijk, want dat roept nog meer misverstand op.

Te veel smeerolie en lijm is niet goed, dat is mijn winst.

Te weinig smeerolie en lijm,  is ook niet goed. Dat is mijn verlies.

Voordat ik andere manieren ga ontdekken om te lijmen en te smeren moet ik daar misschien eerst maar eens echt om rouwen.

3 thoughts on “lullen, lijm en olie”

  1. Dat is juist wat het werken voor mij leuk maakt.
    Dat ik kan reageren op wat iemand zegt en dat met een kwinkslag.
    Het helpt mij om goed te werken en een leuk contact op te bouwen.
    Dat loos lullen zoals jij het noemt, dat kan ik nog en ook dat praatje bij de koffie-automaat.
    Ik kijk niet naar wat ik mis maar juist naar wat ik wel nog kan met dit gehoor.
    Die kleine contactjes maken het werk zoveel leuker en ook dat ik mezelf ben.
    Niet bezig zijn met aanpassen, niet bezig zijn met alles naar mijn hand zetten maar ook om jezelf
    lachen als je wat onhandig overkomt.
    Dat is wat ik wil behouden en mijn beperking is juist maar een klein onderdeeltje
    van de persoon die ik ben.

  2. Dat herken ik heel erg. Daar zie ik eigenlijk een uitdaging in, want zo makkelijk is het niet, dat spelen met lijm en olie. Mijn beperking is mij niet. Ik ben de beperking niet. Ik heb het alleen. Ik zeg altijd, als ik te laat thuis kom, bijna gevallen/aangereden/dood (niet letterlijk natuurlijk) ben, het volgende. Iets wat mijn moeder heel erg irritant vindt: “Ik leef nog”. En dat kan ik ook zeggen rondom mijn beperking: Ik leef nog.

  3. Tja, dat lullen en olie en lijm… veel over nagedacht vandaag. En uiteraard is het ook bij horenden afhankelijk van hun persoonlijkheid, genoeg olie en lijmloze mensen! Maar ook mensen met beperkingen die zowat een overschot eraan hebben. Maar toch loop ik regelmatig ertegenaan ik niet “uit de verf” kom omdat ik niet mee kan lullen met meer dan twee personen. T doet soms meer pijn dan andere momenten. Ben nog niet klaar met nadenken erover.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.