De smaak van onveiligheid

7 uur, donker, waalbrug, vorst

Ze hebben niet gestrooid. Ik heb mijn ligfiets amper 2 maanden. Ik ben net een beetje gewend, maar dit . . .

Ik ga wiebelen en dat is funest. Ik knal tegen de railing, en breek mijn voortandwiel en ketting.

Daar sta ik. In mijn trotse fietskleren die me heel goed warm houden

als ik fiets.

Het is 13.5 kilometer van huis, en 13.5 kilometer van school.

Ik bel naar huis. Sacha is er nog en komt me halen. Twee uur te laat kom ik op school. (Juist op de dag dat de inspectie er is)

Dit was het ergste scenario dat ik me kon voorstellen toen ik besloot te gaan fietsen naar mijn werk.

En ik leef nog. Er is verrassend weinig aan de hand.

Maar het kan erger.

Direct het paard weer op. Dus vandaag  met een gerepareerde fiets weer op weg.

Het dooit. De Waalbrug gaat goed.

En dan rijd ik in de Betuwe de mist in. Ik zie bovendien dat er gestrooid is.  Mij kan niks gebeuren.

En dan gebeurt het.

In de bocht voel ik de fiets heel even wegglijden. Ik rem, stap af, en voel het wegdek. Op sommige plekken bevriest de mist op het wegdek. Ondanks het zout dat hier en daar ligt.

De ligfietsrvaring is nog steeds vers voor me.  Dus ik ben me overbewust van het stuurproces. Om goed een bocht door te kunnen moet je een beetje gaan hangen met je lijf. Je fiets gaat dan schuin.

En juist dat is nu onveilig. Bij de kleinste bocht verwacht ik elk moment dat mijn fiets weer weg gaat glijden.  En dat doet hij even later ook.

Ik stap weer op, loop de bocht voorbij en voel het volgende stuk weg, nu met blote handen. Nat. Dat moet gaan lukken.

Maar de angst zit in mij lijf.

Dat wat ik moet doen om overeind te blijven voelt onveilig. Elk moment kan ik onderuitgehaald worden.

Ik besef opeens hoe dat moet zijn voor mensen die sociale angsten hebben. Ik weet nu hoe onveiligheid voelt.

Zo dus. En dat dan altijd. Brrr.

Ik heb nog 10 kilometer te gaan.

Tien lange kilometers staat mijn hele lijf stijf van de onveiligheid.

Het gaat goed. De school nadert. Ik minder vaart en op het laatste stukje, als ik de klinkers op rijdt, gebeurt het alsnog. Mijn fiets is weg en mijn stuitje voelt de klinkers.

Maar ik ben er.

Die kou in de winter. Dat is een makkie. Gladheid, dat is pas een monster.

 

3 thoughts on “De smaak van onveiligheid”

  1. Oh Jacob Jan, wat ben ik blij dat het goed is afgelopen! Die kapotte onderdelen zijn tenminste te vervangen.
    En wat snap ik die angst goed!
    Misschien toch maar even niet fietsen zolang de omstandigheden nog zo onbetrouwbaar zijn….

  2. Yep… dit is herkenbaar. Ik rijd namelijk met een brommertje en ’t mag vriezen dat het kraakt zolang de weg er maar poederdroog bijligt… geen probleem. Maar van zodra het glad is houd ik mijn hart vast… Onderuit gaan is geen pretje…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.