Vandaag een blogvolgtip.
Niet alleen om jullie een plezier te doen. Deze blogtip geeft me meteen ook de kans om wat te roepen over dingen waar ik net te weinig vanaf weet om ze een eigen blog te geven. Maar in de schaduw van deze ode kan ik ze wel kwijt, vind ik. (En ja dat is een excuus om wat kort door de bocht te zijn. Gelukkig zijn er Jona’s die het wel zorgvuldig doen, maar nu loop ik vooruit op de zaken.)
Het blog waar ik het over heb is de Mainzer Beobachter van Jona Lendering.
Een geschiedenisblog van een betweter. Het soort betweter waar ik van houd, omdat ze beter weten én de argumenten geven. Kortom, er valt van ze te leren. En dat doe ik.
Ik houd er zelfs als Jona één van mijn lievelingsschrijvers op het gebied van geschiedenis (Tom Holland) compleet onderuit schoffelt.
Ik lees Tom Holland er niet met minder plezier om. Wel met meer slagen om de arm, en korrels zout. Jona laat je sowieso twijfelen aan alles wat er voorbij komt op het gebied van geschiedenis, en vooral de oudheid. En dat is goed. Hij is een perfecte de-bunker, juist omdat hij er geen show van maakt. De waarheden die hij je voor zet zijn op zichzelf al show genoeg.
Fijn dat er mensen zijn die hun poot stijf houden, die niet mee huilen met de wolven in het bos. Die hun eigen zinnige weg gaan, en daarvan kond doen, met een minutieusheid waar ik alleen maar jaloers van kan worden.
Rots in de branding is hij.
En dat is nodig want die branding overspoelt zo’n beetje het hele internet.
En dan heb ik het over al die pseudowetenschap die je overal tegen komt. Onzin die verlekkerd overal gedeeld wordt, want wat is nu fijner dan aan te tonen dat ‘de wetenschap’ het fout heeft?
Ik kan hem voelen die verlekkerdheid. Ik heb zelf de universiteit gedaan (Wageningen) en heb altijd een haat liefde verhouding gehad met wetenschap. Ik houd van twijfelen, het liefst aan alles. Ik krijg de kriebels van stelligheid, én van het keurslijf. Maar ik heb intussen ontdekt dat die kriebels niks te maken hebben met de wetenschap zelf. Dat is gewoon een slimme set afspraken waarmee we mooie dingen ontdekken. Niet eens een vastgeroeste set, want die wetenschappers zijn prima in staat om de afspraken aan te passen. (Ik heb het niet over de charlatans, die zijn er, ze zijn overal)
Het probleem zit niet bij de wetenschap. Het probleem zit bij de gebruikers. Dát zijn de mensen die er rare sausjes overheen gooien. Dát zijn de mensen die de wetenschap op een voetstuk zetten, omdat ze dat voetstuk nodig hebben om zichzelf te legitimeren.
Dát misbruik geeft jammer genoeg aan de pseudowetenschappers de ammunitie om de wetenschap mee onder vuur te nemen. En het zorgt voor het juichende en delende volk als er weer eens een wetenschappelijke theorie op de brandstapel wordt gelegd.
Pas nog zag ik een bericht over een wetenschapper die kon bewijzen dat God bestaat. Komt er vervolgens een heel vaag artikel over quantum- en snaardingessen, en dat de ontdekkingen de hele wetenschap op hun kop kunnen zetten. Poe hee. Nou! Weet je, ik vind het ook reuze interessant, maar ìk weet er net genoeg van om te weten dat ik er niks van begrijp. En ik word een beetje moe van mensen die een klok horen luiden en dan aan komen draven met een new-age klepel.
Wat al die mensen niet snappen is dat álle wetenschappers die vraagtekens zetten. Daar gaat het juist om in de wetenschap. Dat je altijd alles in twijfel trekt. Toen ik dat doorkreeg, in een les wetenschapsfilosofie, verminderde mijn weerstand tegen de wetenschap behoorlijk. De waarheid is geen absolute waarheid. Het is de beste verklaring tot nu toe. That’s all. Ik kreeg dat niet uitgelegd aan iemand die zich per sé wilde verkneukelen aan het bericht dat de zwaartekracht helemaal niet bestaat.
Daarom is het zo fijn als mensen zoals Jona Lendering terug schieten. Geduldig, en mét een goede uitleg.
Lees deze maar eens over de vrouw van Jezus.
Dank dat je er bent Jona.