Dion gaat naar Spanje.
Mijn oudste zoon (23), laatste stage van zijn studie Scheikunde.
En dat was dus kamer leeghalen. Dubbele huur is niet handig, en onderhuren ook niet, want als hij terug is uit Spanje, is hij toch klaar met zijn studie. En hij weet nog helemaal niet waar de volgende stap hem gaat brengen.
Het liefst een promotie-onderzoek, want Dion is onderzoeker in hart en nieren. Niet het nut, maar de nieuwsgierigheid drijft hem.
Dus ben ik twee dagen bezig geweest om samen met hem zijn kamer uit te mesten. Ik schrik niet zo van de rotzooi. Mijn studentenkamer was ook zo.
Het was vooral erg gezellig.
Daarvoor geef ik mezelf een klopje op mijn schouder. Niet dat het mijn prestatie was. Niet dat het überhaupt een prestatie was.
Ja, toch wel. Omdat het een prestatie is dat ik niet in een valkuil gestapt ben.
Ik had het namelijk ook als rotklus kunnen beschouwen. Kunnen mopperen dat hij niet wat meer voorwerk gedaan heeft. (Kon hij niet trouwens, hij was heel erg druk met afronden van de vorige stage. Hij moet woensdag nog een presentatie geven, en donderdag vliegt hij al)
Ik kan dat zo maar, ergens met het verkeerde been in stappen. Achteraf altijd spijt. Daarom ben ik zo blij dat ik het niet gedaan heb.
Dat ik op tijd bewust was van het feit dat ik op twee manieren een leuke vader kan zijn. Niet allen maar door hem te helpen, maar vooral door de manier waarop ik dat doe.
Met dat leuke vader zijn, bedoel ik niet dat ik graag als leuke vader gezien wil worden. Ik bedoel dat ik er voor Dion op een leuke manier wil zijn.
En het was leuk. Een fijn vader en zoon momentje.
Van zoiets simpels kan ik erg blij worden.
Ik ga hem missen, maar Teskes halve jaar in Srilanka heb ik ook overleefd.
En ik kan erg goed plaatsvervangend genieten. Ik ben écht blij voor hem, met wat hij daar gaat beleven.