aan Fenna (16jr)
Je bent op kamp nu. Ergens in een kano in Zweden.
Ik hoop dat je het goed hebt. Maar daar vertrouw ik op.
Vetrouwen.
Dat moet ik meer doen.
Herstel.
Dat ga ik meer doen.
Vertrouwen op jou.
Te vaak denk ik dat ik in mijn rol als vader iets moet doen, moet ingrijpen, moet waarschuwen.
En hoe meer ik zie dat je daar niet van gediend bent, hoe dringender die behoefte.
Vreemd.
Want wat ik meen te zien, is natuurlijk mijn eigen onzekerheid.
Ik herken zo veel
denk ik.
En daarmee schuif ik mijn eigen plaatje over jou heen
en zie ik jou niet meer staan.
Je hebt vast nog een hoop vaderfouten van me te goed
maar deze ga ik achterlaten.
Tuurlijk blijf je ‘vaderfouten’ maken, maar zolang je met haar blijft communiceren kun je ze ook herstellen, of de impact ervan minimaal houden.
En het is wat je schrijft, probeer zoveel mogelijk haar te zien en niet teveel je eigen bezorgdheid en angsten op haar te projecteren. Laat haar zelfstandig zijn en ben er gewoon altijd wanneer ze je nodig heeft.
Wie maakt er nu geen vaderfouten…? => Opvoeden: http://t.co/aho1mP2T door @jjvoerman
Ik herken dit van mijn eigen moeder. Die onzekerheid die ervoor zorgt dat je je kind eigenlijk verstikt, terwijl je je zo hebt voorgenomen om dat kind zichzelf te laten ontplooien. Mooi verwoord.
Fantastisch!