Ik wilde hier helemaal niet schrijven.
Maar Jacob Jan dreigde zelf een verhaal te gaan schrijven over mij.
En dat gaat mooi niet door. Ik heb Emma over mezelf verteld, dat is genoeg.
De enige manier om dat verhaal te voorkomen was om de laptop uit zijn handen te rukken, dus hier zit ik nu, met jou.
Verwacht geen verhaal, ik doe niet aan verhalen. Maar nu ik je toch spreek heb ik wel wat vragen voor je.
Nee, ik moet eerlijk zijn. Het zijn geen vragen. Ik begin wel met vragen, maar die zijn een aanloop op mijn opmerkingen, en die opmerkingen zijn een aanloop op regelrechte kritiek.
Dat je het even weet.
En dat is ook meteen precies wat ik bedoel.
Waarom zegt helemaal niemand wat hij of zij bedoelt?
Waarom nemen we, én zeggen we, de dingen niet wat vaker letterlijk?
Waarom krijgt alles een lading mee?
Waarom heeft dezelfde tekst door A uitgesproken een andere betekenis, als hij uitgesproken wordt door B?
Waarom ben ik brutaal als ik een leraar aangeef dat ik wil dat hij beter les geeft? Waarom gaat dan opeens alle aandacht naar mij? En waarom worden de dingen die ik aan geef beschouwd als stof dat onder het tapijt moet geschoven? (En dan vragen ze zich af, waarom iedereen toch steeds over dat tapijt struikelt!)
Hoe ze dat doen? Nou, ze hebben twee manieren:
De eerste manier is dat de leraar, meestal met behulp van schoolleiding, ‘uitlegt’ dat ik het niet zo handig heb aangepakt.
De tweede manier is dat ie zegt: “Wat ben ik blij dat je naar me toe gekomen bent, om te vertellen dat je moeite hebt met mij vak!”
Hallo! Ik heb geen moeite met je vak, en zélfs dan, . . . nee, juist dan . . . waar het me nu om gaat is dat ik moeite heb met jouw manier van lesgeven, ja!
Nee Jacob Jan, handen thuis. Laat mij even!
Jacob Jan wil me nu gaan uitleggen hoe dat komt, en wat ik daar zelf aan kan doen.
Hij legt zelfs het verhaal in zijn theatervoorstelling stil om mij een lesje communicatie te geven. “Handvatten geven” noemt hij dat.
Wat hij niet snapt is dat ik pissig ben vanwege het feit dat ik handvatten nodig heb, omdat anderen zo graag etiketten plakken.
Ik heb het etiket puber, en het etiket lastig, en dat schijnt dus voldoende te zijn om alles wat ik zeg met schouderophalen af te doen.
Alles wat ik doe om daar aan te ontsnappen, wordt alleen maar gebruikt om mijn etiketten nog steviger vast te zetten.
En ik ben niet de enige.
Meningen, ideeën, gevoelens, ze komen tegenwoordig in gezinsverpakking. Als je er eentje kiest zit je meteen aan een heleboel andere vast. En het liefst voor altijd. Want dat maakt het overzichtelijk.
Ik heb dus toch een vraag aan je, een verzoek.
Als je mij tegen komt, luister alsjeblieft naar wat ik zeg. En als je dat wat te zwart/wit vindt, prima! Dan praten we verder, stel een vraag, laat mij alsjeblieft mijn eigen kleurplaten inkleuren.
En mij niet alleen.
Neem iedereen eens serieus.
Je leerlingen, je medewerkers, je kinderen, je patiënten, je politieke tegenstander, je . . . (vul zelf maar in, elk willekeurig woord dat maakt dat je de mens achter dat woord niet meer kunt zien)
Dank je.
Natka is een fictief personage uit mijn theatervoorstelling
Hear, hear!
Ik vond het fijn Natka weer tegen te komen. Het lijkt net alsof ik haar al een keer gezien heb, maar dat moet mijn verbeelding zijn.
Jacob Jan: mooi zoals je vertelt wat je speelde – het komt bij mij zo heel krachtig over, houd het zo.