Ik zag les Choses de la Vie als puber, en hij is me bijgebleven.
De manier waarop de film was opgebouwd maakte indruk.
Het was één grote flashback met daarin weer flashbacks.
Vooral de overgangen waren bijzonder.
Je ziet het liefdeskoppel waar de film om draait, op middelbare leeftijd, ruziënd in de auto. Ze rijden voorbij een jong stelletje dat aan het liften is. De camera volgt de lifters, en dat blijkt het zelfde koppel te zijn, op jonge leeftijd in gelukkiger dagen.
Of was het andersom? En begon de scene met de lifters?
Ik stel mij vaak voor dat ik mezelf tegen kom, als ik op een bekende plek ben.
Ik zit in het bos en kijk naar mezelf, alle keren dat ik langs die plek wandel. Ik zie ook dat ik lekker aan het stoeien ben met kinderen op een van de verjaardagsfeestjes. Of dat ik hutten met ze bouw. En daar wandel ik met mijn maatje.
Al die andere ikken hebben niet door dat ik naar ze kijk.
Ik weet hoe ze zich voelen: blij, verdrietig, piekerend, genietend.
En ik weet hoe het afloopt. Dat het piekeren niet nodig was, bijvoorbeeld. Of dat ik toen juist onbezorgder was.
Nou ja, de dingen van het leven dus.
En dan voel ik opeens ogen in mijn rug.
Iemand uit de toekomst zit naar mij te kijken.