Dit zijn de lange dagen,
de magische dagen uit mijn jeugd
de dagen dat de zon te gast is
bij de momenten van de avond.
Ze werden altijd ingeluid
door de klokken
van de Waalsdorpervlakte.
Vanaf dat moment wist ik:
de zomervakantie
kun je nu al ruiken.
De zon op mijn tandenborstel,
op mijn pyjama
waarin ik nog even op mag.
De zon op de TV,
gordijn half dicht.
De zon door de gordijnen
die mijn kamer in
een vreemd glanzend licht
lieten baden.
Een spleet zonlicht
strijkt langs
de bobbels in het raufaser,
maken onwezenlijk grote schaduwen.
En zelfs bij de laatste nachtkus
(het huis sluit nu af,
geen geruststellende
geluiden meer van beneden)
nog het licht.
Dat late zonlicht
blijft voor mij
altijd die magie behouden.
Licht
op momenten
waarop je het niet meer verwacht.
Het late zonlicht – zo’n poëtische tekst spreekt mij aan, na alle blog-zelfbeschouwingen. Ik kijk de hele reeks van de afgelopen vier (vakantie)weken snel door, reageer misschien maar op een enkele.