genomineerd, nou ja zoiets

Sylvie Zuidam noemde mij als blog dat ze graag leest.

Ik ben vereerd. Er zit een soort kettingding iets aan vast. Maar Sylvie heeft de regels veranderd, en dat ga ik ook doen.

Sylvie heeft vier vragen voor me. Die ga ik gewoon beantwoorden. Maar ik stop met de ketting. Flauw misschien, maar ik heb mijn eigen manier om mensen die ik bewonder te noemen en duiden. Dat lukt me niet op afroep. Als was het maar omdat ik voor iedereen die ik noem, er drie niet noem die het ook  verdienen. Die wie-vergeet-ik stress gooi ik graag overboord.

De vragen.

Mary Sjabbens stelde me kort geleden ook al vragen over mijn blog ,maar opnieuw een antwoord geven op dezelfde vraag, is ook opnieuw iets ontdekken. Dus hier ga ik.

Waarom blog ik?

Om mijn eigen gedachten te kunnen lezen. Al die kronkels in mijn hoofd kunnen er eindelijk een keer uit. Heerlijk. Vooral als je merkt dat anderen die gekke kronkels herkennen, of er door verrast worden. Dat is verslavend. 
Daarnaast is elke dag bloggen bijna therapie. Omdat ik de waarheid wil bloggen, omdat ik vooral over mij wil bloggen (dat is het enige waar ik de waarheid over weet, en zelfs dat kun je je afvragen), kan ik niet ontsnappen aan de dingen waar ik anders voor weg zou lopen. Ik leer zo mijn twijfels beter kennen, en ze blijken nog aardig te zijn ook.

 

Hoeveel tijd kost het je om een blog te schrijven?

Een uur, of korter. Ik ga zitten en het komt er gewoon uit. Ik redigeer erg weinig. Ik druk ook heel snel op publish (nou ja, op schedule, want ik schrijf  ’s avonds voor de volgende dag.) Heel soms verander ik een zin, haal ik iets weg, voeg ik iets toe¹). Ik hoef niks op te zoeken voor mijn blog²)

En daarna ben ik nog dagen bezig om alle typfouten (ja, taalfouten ook, schaam) er uit te halen. Ik heb bijvoorbeeld een trouwe blogvolger, die mijn extra T’s voor een zacht prijsje over neemt. Ik zie mijn eigen fouten niet, want ik lees zoals ik hoor: raden en invullen. (Nee dat mag niet, maar ik doe het toch).

 

Wat doe je als je wel een idee hebt maar schrijven lukt niet?

Dat overkomt me niet. Als ik niet kan schrijven is het idee gewoon niet goed. Dan laat ik dat verder sudderen, vaak komt het dan een ander idee tegen en samen maken ze dan een mooi kindje. Soms raakt het idee uit het zicht, dan komt het wel weer een keer terug, als verloren zoon. Dan trek ik hem een mooi gewaad aan, doe hem een ring om en geef hem sandalen. Ik slacht het gemeste kalf en vier de terugkeer met het schrijven van een blog.

 

Kun je altijd en overal bloggen of zijn er randvoorwaarden?

Ik kan overal bloggen. Ik kan me heel goed afsluiten. Als er te veel herrie is doe ik mijn CI’s uit, en dan hoor ik helemaal niks.

Nou ik er over nadenk, ik blog eigenlijk de hele dag door.  Dat deed ik mijn hele leven al. Het enige verschil is dat de blogs nu via mijn vingers er uit kunnen. Heerlijk is dat. Wat een opruiming in mijn hoofd.

 

 

¹)

Ik voegde deze voetnoten, een kwartier later toe. En het “of korter” ook, want soms floept een blog er heel snel uit. I)

 

²)
Niet helemaal waar. Ik heb  de verloren zoon opgezocht. Ik wilde zeker weten of het een schaap was (niet dus), en ik was dat kleed, die sandalen en de ring ook vergeten.

I)

Ik voegde zelfs de hele zin over het niet opzoeken toe, zodat ik die voetnoot kon toevoegen. Ik ga niet zeggen dat ik in de vorige zin juist weer iets weghaalde, want dan blijf ik bezig. a)

a)

Ik had deze voetnoot eerst gewoon achter de tekst van voetnoot 1 staan, maar heb er een voetnoot van een voetnoot van gemaakt. Niet een idee van mezelf, die geneste voetnoten, maar een ode aan Terry Pratchett, één van mijn lievelingsschrijvers. Maar dat is een vraag van een ander blog.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.