Op de fiets, dwars door de colonne van 4-daagse lopers heen, op weg naar een begrafenis.
Leven en dood, Verbinding.
Ik kende haar niet heel erg goed. Wij beiden lid van de remonstrantse gemeente. Ze had een groot hart, dat wist ik wel.
De kerk is voller dan ik ooit gezien heb. Ik sluit achter aan in de rij, en dan schud ik de hand van haar man. Ik voel zijn warmte en zijn rust. Hij doet zijn best om de voor hem onbekende gezichten te plaatsen.
Op zo’n dag zijn het vaak de naasten die de bezoekers troosten, in plaats van andersom.
Haar zoon omarmt een vriendin, één in verdriet, één in liefde. Later als hij spreekt, zie ik hoe krachtig hij is in zijn kwetsbaarheid.
Ik ga achteraf staan, en zet mijn hart open. Ik voel de liefde de kerk door stromen.
Ik luister naar verhalen, en besef opnieuw dat wij mensen elkaar soms zo weinig kennen. Deze vrouw was veel verrassender dan ik ooit wist.
Ik voel me verbonden met de bekenden, maar ook met de vele vreemden. Ik ben even onderdeel van een mensenleven dat in liefde mensen met elkaar verbind.
Ik hoor dat haar laatste woorden waren: “Ik heb ten volle geleefd, en ik ben dankbaar daarvoor”, en ik besef hoe dankbaar ik zelf kan zijn.
Titia, familie, dank je dat ik hier bij mocht zijn, dat ik dit mocht voelen. Dit is waar het in het leven om gaat.
Terug in Wijchen zie ik de laatste wandelaars, die door de toeschouwers klappend worden aangemoedigd. Misschien vragen ze zich af of ze het nog wel halen. Hoe dan ook, ze weten zich omringd.
Verbondenheid, leven en dood,
en dankbaarheid,
dat ik mijn leven steeds vaker hele mooie mensen tegen kom, dat ik steeds vaker de verbinding voel.
Ja dat gaat ook over jou.
Laten we niet te veel tijd verspillen, en nu al van elkaar ontdekken hoe verrassend mooi we zijn.
Ik hou van je.
Zo is het helemaal. En wat mooi om dankbaar te kunnen zijn.
Dankbaar voor alles wat ons overkomt, soms prachtig, soms moeilijk en naar. Maar later toch dankbaar.