. . .

105_2555

 

Vrienden, een boodschap voor jullie heb ik niet.

Pas later zal het jullie duidelijk worden.

Wat ik weet, wat ik zag, wat ik ervaren heb,

het zijn nog zoveel bloembollen

die eerst nog moeten overwinteren

vooraleer te gaan bloeien.

Het is als graan dat eerst gedorst moet worden,

en drogen moet op zolder,

en na vaste tijden  omgekeerd moet worden

en dan rusten zal in zakken

en tot verteerbaar brood gebakken wordt.

Nu heb ik nog te veel werk op zolder.

Ik heb geen tijd om veel te praten

en te denken aan een boodschap.

Trouwens, honderden boeken, duizenden verhalen

kunnen niet die éne waarheid mee-delen

die in de natuur verborgen ligt.

Mijn hart is een kleine holte die de natuur

als opslagplaats gebruikt

voor haar ritmen en tijdingen,

een geheim boek waarin ze schrijft

zonder letters noch tekens.

Wie daarin lezen kan, tot dien zal ik spreken,

als de tijd rijp is daartoe.

ik weet enkel dit éne geheim

dat zichzelf tot geheim is

en dat er vrede mee neemt zichzelf niet te kennen.

Daarom zegt mijn zwijgen meer dan vele woorden.

Juist dit deel ik mee, luid en kwistig,

ik roep het van de toren

over de daken van de stad.

Maar als je ’t niet hoort en vraagt:

Vertel ons vele wetenswaardigheden,

licht ons in over de wereld van hier en elders,

dan glimlach ik en zwijg

want dan heb ik geen boodschap voor je.

 

uit:

De Stad van Axen

van

Ferdinand Cuvelier

One thought on “. . .”

Laat een reactie achter op Helen Soler Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.